17 OKTOBER 2016. - Ministerieel besluit houdende nadere regels met betrekking tot de werking van de met het toezicht en de controle belaste overheden in werkgelegenheidsaangelegenheden
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N6
Artikel 1. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van ACTIRIS als bedoeld in artikel 21 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden gemachtigd om de eed af te nemen van de werkgelegenheidsinspecteurs en van de controleurs als bedoeld in artikel 36bis van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, met het oog op het controleren van de uitvoering en het uitoefenen van het toezicht op de naleving van de wetgeving, reglementering en verordeningen als bedoeld in hetzelfde artikel.
Art.2. § 1. De legitimatiebewijzen voor de werkgelegenheidsinspecteurs en de controleurs van het Bestuur als bedoeld in artikel 4, inleidende zin en artikel 9/1, eerste lid, van de ordonnantie, worden onderscheidenlijk vastgesteld volgens de als bijlage 1 en 2 bij dit besluit gevoegde modellen.
§ 2. De Directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel kan de als bijlage 1 en 2 bij dit besluit gevoegde modellen aanpassen indien dit om technische redenen noodzakelijk blijkt, inzonderheid om de erop voorkomende vermeldingen te actualiseren.
Art.3. § 1. De legitimatiebewijzen voor de werkgelegenheidsinspecteurs en de controleurs van ACTIRIS als bedoeld in artikel 4, inleidende zin en artikel 9/1., eerste lid, van de ordonnantie, worden onderscheidenlijk vastgesteld volgens de als bijlage 3, 4 en 5 bij dit besluit gevoegde modellen.
§ 2. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van ACTIRIS als bedoeld in artikel 1 kunnen de als bijlage 3, 4 en 5 bij dit besluit gevoegde modellen aanpassen indien dit om technische redenen noodzakelijk blijkt, inzonderheid om de erop voorkomende vermeldingen te actualiseren.
Art.4. § 1. De vorm en de inhoud van de schriftelijke verklaring van rechten als bedoeld in artikel 20/1, § 3, tweede lid, van de ordonnantie, worden vastgesteld volgens het als bijlage 6 bij dit besluit gevoegde model.
§ 2. De Directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of, in voorkomend geval, de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van ACTIRIS als bedoeld in artikel 1, kunnen het als bijlage 6 bij dit besluit gevoegd model aanpassen indien dit om technische redenen noodzakelijk blijkt, inzonderheid om de erop voorkomende vermeldingen te actualiseren.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - De legitimatiekaart voor de werkgelegenheidsinspecteurs van de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie bij Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-10-2016, p. 71725)
Art. N2. Bijlage 2. - De legitimatiekaart voor de controleurs van de Directie Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie bij Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-10-2016, p. 71726)
Art. N3. Bijlage 3. - De legitimatiekaart voor de werkgelegenheidsinspecteurs van ACTIRIS
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-10-2016, p. 71727)
Art. N4. Bijlage 4. - De legitimatiekaart voor de controleurs van ACTIRIS
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-10-2016, p. 71728)
Art. N5. Bijlage 5. - De legitimatiekaart voor de ESF-controleurs van ACTIRIS
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-10-2016, p. 71729)
Art. N6. Bijlage 6. - De schriftelijke verklaring van rechten van de verhoorde personen
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 25-10-2016, p. 71730)