Details





Titel:

7 JULI 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van subsidies aan verenigingen die ijveren voor de integratie via de huisvesting(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-09-2016 en tekstbijwerking tot 10-10-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Erkenning
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - Subsidies
Art. 6-7
HOOFDSTUK V. - Intrekking, schorsing of niet-hernieuwing van de erkenning, beroep en toezicht
Art. 8-10
HOOFDSTUK VI. - Begeleidingscomité
Art. 11
HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en slot- en overgangsbepalingen
Art. 12-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992031267 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° VIH : vereniging die ijvert voor integratie via huisvesting erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
  2° Code : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;
  3° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
  4° Minister : de minister bevoegd voor Huisvesting;
  5° [1 Bestuur: Brussel Huisvesting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel]1;
  6° Vereniging : vereniging zonder winstoogmerk bedoeld door de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;
  7° [1 VTE: een voltijdse equivalent is een eenheid voor een vergelijkbare meting van werk]1;
  8° [1 Kwetsbaarheid: de afwezigheid van een of meerdere zekerheden die personen en gezinnen nodig hebben om hun elementaire verantwoordelijkheden op te nemen en hun fundamentele rechten te genieten;]1
  9° Meerjarenprogramma : programma dat de opdrachten die door de vereniging in toepassing van [1 artikel 2]1 van dit besluit uitgevoerd worden, alsook de vastgelegde doelstellingen bij de uitvoering ervan vastlegt. Het meerjarenprogramma dient als jaarlijks werkkader voor een periode van 3 jaar.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art.2.[1 De VIH streven de integratie via de huisvesting na van personen die zich in een kwetsbare situatie bevinden.
   Deze doelstelling krijgt vorm door het nastreven van een of meer van de volgende opdrachten die gegroepeerd zijn rond drie assen:
   1° Psychosociale eerstelijnsbegeleiding die zich omschrijft als administratieve, technische of juridische begeleiding met het oog op een verbetering van de levensomstandigheden van personen, gezinnen of groepen. Deze begeleiding kan verschillende activiteiten omvatten, zoals:
   - begeleiding bij het activeren van de rechten van verzoekers en bij hun administratieve stappen voor het recht op huisvesting;
   - actieve begeleiding bij de zoektocht naar een woning op de huurmarkt;
   - bemiddelingsopdrachten tussen kandidaat-huurders en eigenaars, evenals tussen huurders en eigenaars;
   - begeleiding bij bemiddeling en juridische bijstand;
   - begeleiding van huishoudens die een aankoopproject beogen;
   - steun, op vraag van kwetsbare bewoners en te hunner voordeel, voor de verbetering van de kwaliteit van hun woning, diens financiële toegankelijkheid of de aanpassing van de woning aan de handicap.
   2° algemene informatie, opleiding, vertegenwoordiging van de doelgroepen en verdediging van de belangen op het gebied van huisvesting, gericht op:
   - individuele en/of collectieve opleidingen en initiatieven, organisatie van gesprekken en permanenties om algemene informatie over toegang tot huisvesting te verspreiden;
   - de verdediging van de belangen, de vertegenwoordiging van specifieke doelgroepen en de pleidooien met betrekking tot het recht op huisvesting;
   - de ontwikkeling van specifieke projecten en instrumenten inzake huisvesting, ten behoeve van personen in moeilijkheden om hen te helpen aan een betaalbare prijs toegang tot een kwaliteitsvolle woning te verkrijgen;
   - de ontwikkeling van initiatieven ter bevordering van het recht op huisvesting, met inbegrip van het inzamelen, het opstellen en het meedelen van onderzoeken, ondersteuning, begeleiding en netwerkvorming van rechtspersonen of natuurlijke personen die initiatieven ten behoeve van het recht op huisvesting tot stand brengen;
   - de ontwikkeling van communicatieacties in de media;
   - netwerken en intersectorale bijeenkomsten.
   - rechtstreekse terbeschikkingstelling via een eigen vastgoedpark of onrechtstreeks via een overeenkomst met verschillende instellingen;
   - de oprichting en promotie van solidaire/intergenerationele woningen.]1
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

Art.3.
  <Opgeheven bij BESL 2023-09-14/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

HOOFDSTUK III. - Erkenning
Art.4.§ 1. Elke erkenningsaanvraag als VIH wordt aan de minister per aangetekende zending tegen ontvangstbewijs verzonden. [2 Er wordt ook een digitale kopie verstuurd naar de administratie.]2 Ze omvat de volgende documenten en verbintenissen :
  1° de statuten gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad en een gecoördineerde versie indien van toepassing;
  2° de samenstelling van haar algemene vergadering en van haar raad van bestuur;
  3° het laatste activiteitenverslag;
  4° de laatste opgestelde rekeningen en balans;
  5° een territoriaal dekkingsplan alsook een nota die de nagestreefde doelstellingen inzake geografische ontwikkeling van haar activiteiten nader omschrijft;
  6° indien nodig, een kopie van het of van de samenwerkingsakkoorden die gesloten zijn met het oog op de uitvoering van de opdrachten bedoeld [1 in artikel 2]1 met een openbare vastgoedoperator of een SVK;
  7° indien van toepassing, de personeelslijst, vrijwillig of bezoldigd, van de vereniging met aanduiding van de taken waarvoor ze tewerkgesteld zijn.
  Voor zover de aangebrachte verduidelijkingen en aanvullingen betrekking hebben op de erkenningsvoorwaarden die door dit besluit vastgesteld zijn, kan de Minister de vermeldingen en documenten ter ondersteuning van de aanvraag en ook de manier van overmaken nader omschrijven of aanvullen.
  Wanneer de aanvraag onnauwkeurig of onvolledig is, licht het Bestuur de aanvrager hiervan in en nodigt haar uit om haar dossier aan te vullen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de uitnodiging die haar hiertoe werd overgemaakt. In dit geval begint de termijn als bedoeld in § 4 van dit artikel bij de ontvangst van de ontbrekende stukken te lopen.
  § 2. De erkenning kan slechts verleend worden aan de verenigingen die de volgende voorwaarden vervullen :
  1° als maatschappelijk doel hebben het verbeteren van de levenssituatie van personen die zich bevinden in een situatie van sociale onzekerheid [2 en]2 toegang tot kwaliteitsvolle huisvesting mogelijk maken voor personen met dit soort moeilijkheden door middel van de organisatie van specifieke initiatieven inzake huisvesting;
  2° als bestuurders of personen die de vereniging kunnen verbinden slechts personen tellen die hun politieke en burgerlijke rechten niet ontnomen werden;
  3° een of meerdere opdrachten bedoeld in hoofdstuk 2 van dit besluit hebben en [2 ...]2 nastreven, wat moet blijken uit de concrete activiteiten van de vereniging. Het door de vereniging nagestreefde algemeen belang mag zich niet tot het individuele belang van haar leden beperken;
  4° de activiteit door de vereniging moet zowel in het verleden als in het heden duurzaam zijn. Wanneer de vereniging minder dan een jaar vóór het jaar van de aanvraag van de erkenning opgericht werd, wordt deze voorwaarde geacht vervuld te zijn wanneer een van de leden van de raad van bestuur van de vereniging een duurzame activiteit binnen het activiteitendomein van de vereniging kan aantonen.
  § 3. De erkenning wordt voor drie jaar verleend. Ze is hernieuwbaar. In de volgende gevallen kan er een voorlopige erkenning voor een maximale duur van twaalf maanden zijn :
  1° De erkenning van de vereniging werd in het verleden, in toepassing van artikel 8, ingetrokken, geschorst of niet vernieuwd;
  2° De vereniging heeft, in de loop van de vorige erkenningsperiode, de bepalingen van de Code of van dit besluit niet nageleefd;
  3° Wanneer de vereniging minder dan een jaar vóór het jaar van aanvraag tot erkenning opgericht is;
  De minister bepaalt de factoren die na afloop van de proefperiode beoordeeld moeten worden alsook hun controlewijzen. Deze factoren hebben namelijk betrekking op de financiële gezondheid van de vereniging en op haar vermogen om in de loop van de tijd haar opdrachten te vervullen en activiteit te handhaven.
  § 4. De Minister brengt zijn beslissing ter kennis binnen de drie maanden na ontvangst door het Bestuur van de aanvraag of de aanvulling ervan. Bij ontstentenis wordt de erkenning geacht verworpen te zijn.
  Tegen de beslissing van de minister kan beroep bij de Regering, volgens de modaliteiten vastgesteld in artikel 9 van dit besluit, ingesteld worden.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>
  (2)<BESL 2023-09-14/06, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

Art.5. De aanvragen voor hernieuwing van de erkenning worden ten laatste vier maanden voor de vervaldatum van de lopende erkenning aan het Bestuur verzonden.
  Ze omvatten de documenten als bedoeld in artikel 4, § 1, en worden in overeenstemming met deze bepaling meegedeeld.

HOOFDSTUK IV. - Subsidies
Art.6.[1 § 1 Binnen de perken van de beschikbare middelen en voor de uitvoering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de opdrachten bedoeld in artikel 2, verleent de Regering jaarlijks, volgens de in dit hoofdstuk vastgelegde voorwaarden, aan de erkende verenigingen de subsidies bedoeld in artikel 187, en in voorkomend geval artikel 188 van de Code.
   De VIH's dienen een subsidieaanvraag in die gebaseerd is op de volgende elementen:
   1° het aantal VTE's dat nodig is voor de uitvoering van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde opdrachten waaraan de vereniging werkt op de dag van de indiening van haar aanvraag, en de manier waarop ze van plan is die te verwezenlijken. De vereniging moet zich daarbij baseren op haar paritaire comité om de bezoldiging van haar VTE(`s) te bepalen;
   2° de aan het einde van de vorige subsidieperiode of, in voorkomend geval, van het vorige meerjarenprogramma vastgestelde doelstellingen en de gebruikte nadere bepalingen voor de uitvoering van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde basistaken;
   3° het aantal en de omvang van de projecten waaraan de vereniging deelneemt in het kader van de uitvoering van de in artikel 2 van dit besluit bedoelde basisopdrachten. De deelname aan deze projecten wordt beoordeeld aan de hand van de hiervoor gebruikte menselijke, materiële en financiële middelen.
   § 2. De in de voorgaande paragraaf bedoelde subsidie dekt enkel activiteiten die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgeoefend worden.
   § 3. Het hoofdbedrag van de subsidie zal met 20% worden verhoogd om de algemene werkingskosten te dekken.
   § 4. Behalve indien de vereniging erkend is bij wijze van proef en zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in paragraaf 1, is het hoofdbedrag bij het toekennen van een subsidie in elk geval niet minder dan 20.000 euro.
   Behalve indien de vereniging erkend is bij wijze van proef en zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in paragraaf 1, wordt geen enkele subsidie toegekend wanneer de voorlopige begroting die betrekking heeft op activiteiten uitgeoefend in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet minstens 20.000 euro bedraagt.
   De minister kan de lijst met elementen die worden bepaald om het subsidiebedrag vast te stellen en hun controlemethodes nader omschrijven.
   § 5. In het kader van een subsidieverlenging zoals bedoeld in artikel 7, § 2, en onverminderd het bepaalde in paragraaf 1, het deel van de subsidie dat aan de vereniging wordt toegekend om de salarissen te betalen, zal jaarlijks worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex van augustus, binnen de grenzen van de beschikbare kredieten.]1
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

Art.7.§ 1. De VIH dient haar subsidieaanvraag ten laatste in tegen 31 augustus van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de aanvraag verricht wordt. Behalve wanneer de vereniging op proef erkend is, wordt deze aanvraag in het kader van een meerjarenprogramma geformuleerd.
  De minister omschrijft nader de elementen die verplicht in het meerjarenprogramma opgenomen moeten worden.
  De aanvraag, via aangetekende zending aan het Bestuur verzonden, bevat de volgende informatie :
  1° de benaming van de vereniging;
  2° de beschrijving van het grondgebied waar het project gepland is;
  3° een voorstelling van het of de project(en) dat of die, in voorkomend geval, in een meerjarenprogramma fungeert of fungeren met betrekking tot een of meerdere opdrachten bedoeld [1 in artikel 2]1 alsook de opsomming van de opdrachten als bedoeld [1 in artikel 2]1 waartoe de vereniging zich verbindt ze na te streven. Deze voorstelling geeft met name, in voorkomend geval, een overzicht van de partners met wie de vereniging de verwezenlijking van haar project wil nastreven alsook de beoogde doelstellingen en bereikte resultaten bij het verstrijken van de voorgaande subsidieperiode of, in voorkomend geval, van het voorgaande meerjarenprogramma bij de voltooiing van de opdrachten bedoeld [1 in artikel 2]1 van dit besluit;
  4° het aantal personen dat door de vereniging met dit doel tewerkgesteld wordt, hun kwalificatieniveau alsook de aard van het werk dat ieder van hen al dan niet voltijds dient te verrichten;
  5° een voorlopige begroting van het jaar waarvoor de subsidies gevraagd worden;
  6° de aard en het bedrag van de gevraagde subsidie;
  7° de bankrekening waarop de subsidie gestort moet worden;
  8° [2 in]2 voorkomend geval, de aanduiding van de andere publieke financieringsbronnen waarover de vereniging beschikt en de projecten waarmee deze financieringen verband houden.
  9° [2 wanneer]2 de vereniging huisvesting aan bestaansonzekere personen biedt, het toewijzingsreglement van deze woningen en ook het register van de bijbehorende toewijzingen. De minister kan de elementen die in deze documenten moeten staan, nader omschrijven;
  10° [2 ...]2.
  Voor zover de aangebrachte verduidelijkingen en aanvullingen betrekking hebben op de subsidievoorwaarden vastgesteld door dit besluit, kan de minister de te leveren vermeldingen en documenten ter ondersteuning van de aanvraag alsook hun wijze van overmaken verduidelijken of aanvullen. . De aanvraag wordt opgesteld volgens het model bepaald door de minister en wordt overgemaakt op een informaticadrager die met de gebruikelijke software verenigbaar is.
  § 2. De subsidieaanvraag moet elk jaar ingediend worden. Wanneer de aanvraag echter geformuleerd wordt voor een jaar dat door een lopend meerjarenprogramma gedekt is, neemt deze aanvraag de vorm aan van een brief met een aanvraag voor subsidieverlenging. . In dit geval moet de in toepassing van de voorgaande paragraaf vereiste informatie slechts aan de administratie meegedeeld worden wanneer ze sinds het verstrekken ervan gewijzigd zou zijn.
  Deze brief moet binnen de in de eerste paragraaf gestelde termijn ingediend worden.
  Elk nieuw meerjarenprogramma moet bij het bestuur in toepassing van paragraaf 1 ingediend worden.
  § 3. De subsidieaanvraag kan tezelfdertijd als de erkenningsaanvraag ingediend worden.
  Indien de aanvraag onnauwkeurig of onvolledig is, licht het Bestuur de vereniging hierover in binnen de zestig kalenderdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag. In dit geval wordt de termijn bedoeld in paragraaf 4 geschorst tot de ontvangst van de ontbrekende documenten.
  § 4. De minister maakt zijn beslissing bekend binnen zes maanden van de ontvangst van de aanvraag door het Bestuur. Bij ontstentenis wordt de subsidie of de subsidieverlenging verondersteld geweigerd te zijn.
  In geval van weigering kan de aanvrager in overeenstemming met artikel 9 van dit besluit dit bij de Regering aanhangig maken.
  § 5. De toegekende subsidies worden in twee schijven uitbetaald.
  De eerste schijf die met 80 % van het toegewezen bedrag overeenstemt, wordt uitbetaald op basis van een verklaring van schuldvordering die vanaf de ontvangst van de beslissing van toekenning voorgelegd mag worden.
  De tweede schijf die met maximum 20 % van de toegekende som overeenstemt, wordt uitbetaald op voorlegging :
  - van een verklaring van schuldvordering
  - van rekeningen en balansen van het boekjaar gedekt door de subsidie waarvan het model door de minister kan worden vastgesteld;
  - van een activiteitenverslag waarvan het model door de minister kan worden vastgesteld;
  - van de bewijsstukken betreffende de kosten en uitgaven die voortvloeien uit de uitoefening van de opdrachten voorzien in het kader van dit besluit met betrekking tot het jaar dat door de subsidie gedekt is;
  De subsidie wordt ten belope van het niet-verantwoorde bedrag verminderd. In voorkomend geval is de vereniging ertoe gehouden om het niet-verantwoorde bedrag van de subsidie die ze reeds ontving, terug te betalen.
  In het kader van het onderzoek van de informatie verstrekt door de VIH in het licht van de verantwoording van haar subsidie, en vóór elke definitieve beslissing over het verantwoorde karakter van het gehele of gedeeltelijke bedrag van de subsidie, laat het Bestuur de VIH een redelijke termijn om de eventuele ontbrekende informatie of die als onvolledig of niet afdoend geacht wordt, aan te vullen of te preciseren.
  De minister kan de te leveren informatie en documenten alsook hun wijze van overmaken
  nader omschrijven en aanvullen.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>
  (2)<BESL 2023-09-14/06, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

HOOFDSTUK V. - Intrekking, schorsing of niet-hernieuwing van de erkenning, beroep en toezicht
Art.8.§ 1. De minister kan de erkenning van een vereniging intrekken of opschorten :
  1. wanneer deze de bepalingen van de Code of van dit besluit niet of niet meer naleeft.
  2. wanneer de activiteiten ervan niet meer overeenstemmen met haar sociaal oogmerk of wanneer zij ernstige tekortkomingen pleegt in het uitoefenen van haar activiteit waardoor de verwezenlijking van de opdrachten bedoeld [1 in artikel 2]1 in gevaar wordt gebracht;
  § 2. De minister kan weigeren de erkenning van een vereniging te hernieuwen;
  § 3. Voorafgaand aan de intrekking, de schorsing of de niet-hernieuwing van de erkenning van een vereniging brengt de minister de betrokken vereniging op de hoogte van de redenen van de beslissing.
  Binnen de vijftien dagen die volgen op de kennisgeving van deze brief, kan de vereniging haar argumenten schriftelijk meedelen en/of aan de minister haar wens meedelen om door de minister, zijn vertegenwoordiger of de gedelegeerd ambtenaar met dit doeleinde gehoord te worden.
  De intrekking of de schorsing van de erkenning wordt per aangetekend schrijven middels een opzeg van drie maanden aan de vereniging betekend.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

Art.9. Tegen elke beslissing tot weigering, schorsing of intrekking van de erkenning, alsook elke beslissing tot weigering van de subsidie kan gemotiveerd beroep bij de Regering ingesteld worden.
  Dit beroep wordt ten laatste binnen de drie maanden volgend op de dag van de kennisgeving van de betwiste beslissing of, in afwezigheid van kennisgeving, volgend op de dag die volgt op het verstrijken van de termijn bepaald in de artikelen 4, § 4 en 7 § 4 van het besluit ingesteld, door middel van aangetekende zending tegen ontvangstbewijs naar de Regering.
  Het beroep dat ingesteld wordt tegen een schorsing of een intrekking van de erkenning is opschortend.
  De Regering brengt haar beslissing over het beroep binnen de vier maanden na de ontvangst ervan ter kennis. Bij ontstentenis wordt de beslissing die het voorwerp van het beroep uitmaakte bevestigd.

Art.10. Het Bestuur controleert de toepassingsregels van dit besluit. In dit kader kan ze elk stuk dat noodzakelijk is voor de uitoefening van deze controle vorderen.

HOOFDSTUK VI. - Begeleidingscomité
Art.11.Een begeleidingscomité is belast met het opvolgen van de evolutie van de VIH. Het kan alle adviezen of aanbevelingen aan de minister verstrekken die het nodig acht.
  Dit comité is samengesteld uit :
  1° een afgevaardigde van de minister die het comité voorzit;
  2° een vertegenwoordiger van het Bestuur;
  Een vertegenwoordiger per VIH vertegenwoordigd binnen de Adviesraad voor huisvesting en stadsvernieuwing wordt uitgenodigd om aan de vergaderingen van dit comité deel te nemen.
  Het comité kan zich laten bijstaan door externe deskundigen en een beroep doen op de deelname van een vertegenwoordiger van een of meerdere VIH behoudens die bedoeld in het voorgaande lid, wanneer het dit noodzakelijk acht.
  Het comité vergadert minstens [1 vier]1 maal per jaar.
  Tijdens elke vergadering wordt er een proces-verbaal opgemaakt dat in voorkomend geval door het bestuur opgesteld wordt, door het begeleidingscomité goedgekeurd dient te worden en [1 vervolgens]1 aan de minister overgemaakt wordt.
  ----------
  (1)<BESL 2023-09-14/06, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en slot- en overgangsbepalingen
Art.12. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1992 betreffende de toekenning van subsidies ten behoeve van de vereniging die ijvert voor de inschakeling via de huisvesting, is opgeheven.
  De toegekende erkenningen onder de auspiciën van deze regelgeving blijven evenwel geldig voor de duur waarvoor ze uitgereikt zijn.

Art.13.
  <Opgeheven bij BESL 2023-09-14/06, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 10-10-2023>

Art. 14. De minister bevoegd voor Huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.