28 APRIL 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2016 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaats aan operatoren van gedeelde motorvoertuigen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-05-2016 en tekstbijwerking tot 13-12-2016)
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaats aan operatoren van gedeelde motorvoertuigen
Art. 1-24
HOOFDSTUK II. - Afwijkingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten
Art. 25-28
HOOFDSTUK III. - Afwijkingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 houdende het reglementaire luik van het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan
Art. 29-30
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 31-32
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaats aan operatoren van gedeelde motorvoertuigen
Artikel 1. In het opschrift van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaats aan operatoren van gedeelde motorvoertuigen worden de woorden "voorbehouden parkeerplaats aan" vervangen door de woorden "parkeerplaatsen door".
Art.2. In hetzelfde besluit en de bijlagen 1 en 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "carsharing" wordt telkens vervangen door het woord "autodelen";
2° het woord "carsharingstandplaats" wordt telkens vervangen door het woord "autodeelstandplaats";
3° het woord "carsharingstandplaatsen" wordt telkens vervangen door het woord "autodeelstandplaatsen";
4° het woord "carsharingstations" wordt telkens vervangen door het woord "autodeelstations";
5° het woord "carsharingoperator" wordt telkens vervangen door het woord "autodeeloperator";
6° het woord "carsharingdienst" wordt telkens vervangen door het woord "autodeeldienst";
7° het woord "carsharingvoertuig" wordt telkens vervangen door de woorden "gedeeld voertuig";
8° het woord "carsharingdoelstelling" wordt telkens vervangen door de woorden "doelstelling voor autodelen".
Art.3. De artikelen 1 en 2 van hetzelfde besluit worden samengebracht in een hoofdstuk I luidende "Algemene bepalingen".
Art.4. In artikel 1 van het hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° In de bepaling onder 6° worden de woorden "het Agentschap" vervangen door de woorden de "Administratie" en worden de woorden "om de voorbehouden parkeerplaatsen op de weg in de zin van artikel 2, 2° van de ordonnantie te gebruiken" vervangen door de woorden "om, naar gelang het geval, de voorbehouden parkeerplaatsen op de weg in de zin van artikel 2, 2° van de ordonnantie, of de vrijstellingskaarten voor autodelen in de zin van artikel 6, eerste lid, 3° van de ordonnantie te gebruiken."
2° De bepaling onder 7° wordt vervangen als volgt: " "Voorbehouden parkeerplaats voor autodelen": voorbehouden parkeerplaats in de zin van artikel 2, 2° van de ordonnantie op de openbare weg voor gedeelde motorvoertuigen die toebehoren aan een erkende operator in de zin van hoofdstuk II en die worden gebruikt in een dienst voor autodelen."
3° De bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt: " "Autodeelstandplaats": geheel van één of meer voorbehouden parkeerplaatsen voor autodelen".
4° De bepaling onder 8° /1 wordt ingevoegd, luidende: " "Openbare parkeerplaats": parkeerplaats op de openbare weg die geen voorbehouden parkeerplaats betreft en waarvoor de gebruiker ervan een vrijstellingskaart kan aanwenden."
5° De bepaling onder 17° wordt ingevoegd: " " "vrije vloot" autodelen": een vorm van autodelen waarbij er geen specifieke voorbehouden parkeerplaatsen worden voorzien. De gebruiker kan het betrokken voertuig op openbare parkeerplaatsen of in parkings achterlaten."
Art.5. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd:
1° Paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: "Dit besluit stelt de nadere regels vast voor:
- het gebruik van de voorbehouden parkeerplaatsen voor autodelen die gelegen zijn op de weg op het grondgebied van de 19 gemeenten;
- het gebruik van vrijstellingskaarten voor autodelen.";
2° Paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: "Alleen de operatoren die overeenkomstig hoofdstuk II van dit besluit zijn erkend, beschikken over het recht om de voorbehouden parkeerplaatsen voor autodelen te gebruiken. Deze operatoren beschikken eveneens over het recht om voor hun gedeelde motorvoertuigen vrijstellingskaarten voor de openbare parkeerplaatsen te verkrijgen. Onverminderd artikel 4, § 1, 4°, kan de gebruiker tijdens het gebruik van het gedeelde motorvoertuig van dergelijke vrijstellingskaart gebruik maken om het voertuig op een openbare parkeerplaats te parkeren.";
3° Artikel 2 wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: "De operatoren die overeenkomstig hoofdstuk III van dit besluit als operatoren voor "vrije vloot" autodelen zijn erkend, beschikken over het recht om voor hun gedeelde motorvoertuigen vrijstellingskaarten voor de openbare parkeerplaatsen te verkrijgen."
Art.6. De artikelen 3 tot en met 19 van hetzelfde besluit worden samengebracht in een hoofdstuk II, luidende "Autodelen met gebruik van voorbehouden parkeerplaatsen".
Art.7. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd:
1° De woorden "op de weg" worden vervangen door de woorden "voor autodelen",
2° De woorden "het Agentschap" worden vervangen door de woorden "de Administratie".
Art.8. Artikel 4, § 1 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd:
1° De zin "Om te worden erkend, moet de operator van gedeelde motorvoertuigen aan de volgende voorwaarden voldoen:" wordt vervangen als volgt: "Om door de Administratie te worden erkend voor het gebruik van de voorbehouden parkeerplaatsen voor autodelen, moet de operator aan de volgende voorwaarden voldoen:".
2° De bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt: "de gebruikskost is evenredig met de afstand en de gebruiksduur, aan de hand van duidelijk opgestelde en gecommuniceerde parameters;"
3° In de Nederlandse versie van de bepaling onder 10° wordt het woord "bedrijfswagens" vervangen door het woord "bedrijfsvoertuigen".
4° De bepaling onder 11° wordt vervangen als volgt: "de Ecoscore-drempel op datum van ingebruikname van het voertuig voor de autodeeldienst wordt vastgelegd op:
- 72 voor de voertuigen van het type stadswagen en de voertuigen van het type gezinswagen, van de categorie M1, type AA, AB, AC, AD, AE zoals bepaald in artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Vanaf 2020 betreft de Ecoscore-drempel voor deze categorieën voertuigen 75.
- 64 voor de voertuigen van het type stadswagen en de voertuigen van het type gezinswagen, van de categorie M1 en AF zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Vanaf 2020 betreft de Ecoscore-drempel voor deze categorieën voertuigen 69.
- 64 voor de voertuigen van het type bedrijfsvoertuig, van de categorie N1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Vanaf 2020 betreft de Ecoscore-drempel voor deze categorieën voertuigen 69.
5° De bepaling onder 14° wordt vervangen als volgt: "De operator voorziet een eenvoudig toegankelijk reservatiesysteem voor het gebruik van de gedeelde motorvoertuigen. De operator kan deze voertuigen ook zonder reservatieverplichting onmiddellijk aan de gebruiker ter beschikking stellen."
6° In de bepaling onder 18° wordt het woord "verplichte" opgeheven.
7° De bepalingen onder 5°, 8° en 16° worden opgeheven.
Art.9. In artikel 4, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "het weigeren of het intrekken van de door het Agentschap verleende erkenning" vervangen door de woorden "het weigeren van de erkenning, het schorsen of intrekken van de door de Administratie verleende erkenning, of het schorsen van de vrijstellingskaarten voor de gedeelde motorvoertuigen van de operator".
Art.10. § 1. In artikel 5 van de Nederlandse versie van hetzelfde besluit worden de woorden "een dienst voor" telkens ingevoegd tussen de woorden "De operatoren van" en de woorden "gedeelde motorvoertuigen".
§ 2. In artikel 5 van de Franse versie van hetzelfde besluit worden de woorden "opérateurs de voitures partagées" vervangen door de woorden "opérateurs d'un service de véhicules à moteur partagés".
Art.11. In artikel 6, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "het Agentschap" vervangen door de woorden "het Agentschap en de Administratie".
Art.12. Artikel 7 wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: "De operator bezorgt de ingevulde enquête aan het Agentschap en de Administratie."
Art.13. § 1. In artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "het Agentschap" vervangen door de woorden "de Administratie".
§ 2. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt:
" § 2. Wanneer de situatie niet binnen de drie maanden werd geregulariseerd, kan de Administratie de erkenning schorsen alsook de vrijstellingskaarten voor de gedeelde motorvoertuigen van de operator schorsen, nadat de operator vooraf werd gehoord.
Van zodra de operator de situatie regulariseert en hier de Administratie van op de hoogte brengt, zal de Administratie, na vast te stellen dat de situatie effectief is geregulariseerd, de schorsing van de erkenning of de schorsing van de vrijstellingskaarten opheffen.
Wanneer de situatie niet binnen de drie maanden na de schorsing van de erkenning of de schorsing van de vrijstellingskaarten werd geregulariseerd, kan de Administratie de erkenning intrekken, nadat de operator vooraf werd gehoord. De intrekking van de erkenning heeft van rechtswege de intrekking van de vrijstellingskaarten voor de gedeelde motorvoertuigen van de operator als gevolg.
De operator mag de kostprijs van de forfaitaire retributies die verschuldigd zijn tijdens de schorsing of na de intrekking van een vrijstellingskaart, omdat het geparkeerde motorvoertuig niet over een geldige en niet-geschorste vrijstellingskaart beschikt, niet op de gebruiker verhalen, voor zover de gebruiker de overige gebruiksvoorwaarden van deze vrijstellingskaart heeft nageleefd."
Art.14. In artikel 13, § 1, van de Nederlandse versie van hetzelfde besluit wordt het woord "zal" vervangen door het woord "zullen".
Art.15. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk III ingevoegd, luidende " "Vrije vloot" autodelen met gebruik van de vrijstellingskaart voor autodelen op openbare parkeerplaatsen".
Art.16. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/1 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/1. De aanvraag tot erkenning voor het gebruik van de vrijstellingskaarten voor "vrije vloot" autodelen op openbare parkeerplaatsen moet worden ingediend bij de Administratie."
Art.17. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/2 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/2. § 1. Om door de Administratie te worden erkend voor het gebruik van vrijstellingskaarten voor "vrije vloot" autodelen op openbare parkeerplaatsen, moet de operator aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° in het tarief zijn alle kosten van de dienst inbegrepen: brandstof, onderhoud, herstellingen, verzekeringen, en andere kosten;
2° de dienst wordt opengesteld voor alle gebruikers met inachtneming van het principe van gelijke toegang onverminderd de voorwaarden opgelegd door de operatoren betreffende het bezit en de duur van het rijbewijs;
De voorwaarden opgelegd door de operatoren betreffende het bezit van het rijbewijs van categorie B mogen de 2 jaar niet overschrijden;
3° de gebruikskost is evenredig met de afstand en de gebruiksduur, aan de hand van duidelijk opgestelde en gecommuniceerde parameters;
4° binnen het jaar dat volgt op de toekenning van de erkenning moet elk motorvoertuig dat wordt ter beschikking gesteld door een operator voorzien zijn van een abonnement dat de mogelijkheid geeft ongelimiteerd in de tijd te parkeren in minstens tien publiek of privaat uitgebate parkings, verspreid over minstens vier gemeenten;
5° binnen de vijf jaar die volgen op de toekenning van de erkenning, moet de operator het aantal van 75 gedeelde motorvoertuigen hebben bereikt;
6° teneinde de dienst voor gedeelde motorvoertuigen een alternatieve oplossing voor elke gebruikelijke verplaatsing met een privéwagen aanbiedt, mag de vloot aan voertuigen verschillende types voertuigen bevatten: stadswagens, gezinswagens en bedrijfswagens;
7° de Ecoscore-drempel op datum van ingebruikname van het voertuig voor de autodeeldienst wordt vastgelegd op:
- 72 voor de voertuigen van het type stadswagen en de voertuigen van het type gezinswagen, van de categorie M1, type AA, AB, AC, AD, AE zoals bepaald in artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Vanaf 2020 betreft de Ecoscore-drempel voor deze categorieën voertuigen 75.
- 64 voor de voertuigen van het type stadswagen en de voertuigen van het type gezinswagen, van de categorie M1 en AF zoals gedefinieerd in artikel 1, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Vanaf 2020 betreft de Ecoscore-drempel voor deze categorieën voertuigen 69.
- 64 voor de voertuigen van het type bedrijfsvoertuig, van de categorie N1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. Vanaf 2020 betreft de Ecoscore-drempel voor deze categorieën voertuigen 69.
8° de gebruiker heeft autonoom toegang tot de gedeelde motorvoertuigen;
9° reclame aan de buitenkant van de gedeelde motorvoertuigen is verboden. Alleen vermeldingen met betrekking tot de gedeelde motorvoertuigen, de naam van de operator en de sponsor(s) zijn toegelaten;
De vermeldingen m.b.t. de naam van de sponsor(s) zullen de maximale afmeting van 1500 cm per voertuig moeten respecteren;
10° de operator voorziet een eenvoudig toegankelijk reservatiesysteem voor het gebruik van de gedeelde motorvoertuigen. De operator kan deze voertuigen ook zonder reservatieverplichting onmiddellijk aan de gebruiker ter beschikking stellen;
11° de reservatie, het gebruik en de telefonische bijstand zijn 24u/24, 7d/7 beschikbaar;
12° de klanten beschikken over een volledige en duidelijke handleiding, waarin de procedures voor het melden van problemen en klachten worden omschreven. De operator zal een informatiesessie geven aan de gebruikers.
§ 2. De in § 1 bedoelde voorwaarden zijn cumulatief. Het niet naleven van één van deze voorwaarden leidt tot het weigeren van de erkenning of het schorsen of intrekken van de door de Administratie verleende erkenning."
Art.18. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/3 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/3. De operatoren van een dienst voor gedeelde motorvoertuigen en de MIVB ontwikkelen een gecombineerd aanbod "autodelen + MIVB".
De operatoren van een dienst voor gedeelde motorvoertuigen, spelers van de Brusselse mobiliteit en de Brusselse overheid promoten eveneens een gecombineerd gebruik van de verschillende aangeboden autodelen-diensten onderling en van de andere diensten van vervoer."
Art.19. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/4 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/4. § 1. De operator voor gedeelde motorvoertuigen die voldoet aan de voorwaarden van artikel 19/2, § 1, bezorgt aan het Agentschap en de Administratie één maal per jaar gegevens over de exploitatie, over het aantal gedeelde motorvoertuigen, het aantal klanten, het aantal reservaties en de kenmerken van afgelegd traject en de dekkingsgraad van de vraag (percentage tussen vraag en aanbod).
De erkende operator verstrekt eenmaal per jaar een statistische verwerking van de exploitatiegegevens over de kenmerken van afgelegde trajecten (afstand, duur), het type van klanten (gebruiksfrequentie, afstanden en gebruiksduur), en het gebruik van de gedeelde motorvoertuigen (gebruiksaantal, afstand en gebruiksduur per dag).
Voor elk gegeven verstrekt de operator een opsplitsing per categorie alsook de gemiddelden.
§ 2. Het Agentschap verstrekt de operator een bestand waarin andere gegevens kunnen worden gespecificeerd."
Art.20. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/5 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/5. § 1. De erkende operator werkt eenmaal per jaar mee aan de enquête bij de gebruikers, die wordt gestandaardiseerd en georganiseerd door het Agentschap. De enquête peilt naar de evolutie van het bezit van de wagen, de evolutie van het gebruik van de wagen en de andere vervoerswijzen en de tevredenheidgraad van de gebruikers.
§ 2. Een standaarddocument wordt door het Agentschap bezorgd aan de operator die andere gegevens zal kunnen specifiëren.
§ 3. De operator bezorgt de ingevulde enquête aan het Agentschap en de Administratie".
Art.21. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/6 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/6. Het Agentschap bezorgt de Administratie jaarlijks samenvattende follow-upverslagen die toelaten de gewestelijke dekking te evalueren, alsook resultaten die per gemeente zijn opgesplitst, en dit op basis van de exploitatiegegevens die door de erkende operatoren werden verstrekt."
Art.22. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/7 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/7. Aan elke operator voor gedeelde motorvoertuigen wordt een erkenning verleend voor een duur van vijf jaar, die hernieuwbaar is voor dezelfde periode bij naleving van de voorwaarden voorzien in artikel 19/2, § 1, door de operatoren."
Art.23. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 19/8 ingevoegd, luidende:
"Art. 19/8. § 1. Bij niet-naleving van één van de voorwaarden voor erkenning en follow-up die worden beschreven in de artikelen 19/2 tot 19/5, brengt de Administratie dit ter kennis aan de erkende operator. Laatstgenoemde beschikt over een termijn van drie maanden om zijn situatie te regulariseren.
§ 2. Wanneer de situatie niet binnen de drie maanden werd geregulariseerd, kan de Administratie de erkenning schorsen, nadat de operator vooraf werd gehoord. De schorsing van de erkenning heeft van rechtswege de schorsing van de vrijstellingskaarten voor de gedeelde motorvoertuigen van de operator als gevolg.
Van zodra de operator de situatie regulariseert en hier de Administratie van op de hoogte brengt, zal de Administratie, na vast te stellen dat de situatie effectief is geregulariseerd, de schorsing van de erkenning van de operator opheffen. Hierdoor wordt de schorsing van de vrijstellingskaarten voor de gedeelde motorvoertuigen van de operator van rechtswege opgeheven.
Wanneer de situatie niet binnen de drie maanden na de schorsing van de erkenning werd geregulariseerd, kan de Administratie de erkenning intrekken, nadat de operator vooraf werd gehoord. De intrekking van de erkenning heeft van rechtswege de intrekking van de vrijstellingskaarten voor de gedeelde motorvoertuigen van de operator als gevolg.
De operator mag de kostprijs van de forfaitaire retributies die verschuldigd zijn tijdens de schorsing of na de intrekking van een vrijstellingskaart, omdat het geparkeerde motorvoertuig niet over een geldige en niet-geschorste vrijstellingskaart beschikt, niet op de gebruiker verhalen, voor zover de gebruiker de overige gebruiksvoorwaarden van deze vrijstellingskaart heeft nageleefd."
Art.24. De artikelen 20 en 21 van hetzelfde besluit worden samengebracht in een hoofdstuk IV luidende "Slotbepalingen".
HOOFDSTUK II. - Afwijkingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten
Art.25.
<Opgeheven bij BESL 2016-10-27/18, art. 83, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.26.
<Opgeheven bij BESL 2016-10-27/18, art. 83, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.27.
<Opgeheven bij BESL 2016-10-27/18, art. 83, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.28.
<Opgeheven bij BESL 2016-10-27/18, art. 83, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
HOOFDSTUK III. - Afwijkingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2013 houdende het reglementaire luik van het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan
Art.29.
<Opgeheven bij BESL 2016-10-27/17, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art.30.
<Opgeheven bij BESL 2016-10-27/17, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.31. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2016.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel 8, 4°, in werking zes maanden nadat de overige bepalingen van dit besluit in werking zijn getreden, voor wat betreft de operatoren die op de in het eerste lid bedoelde datum reeds erkend zijn.
Art. 32. De minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.