Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 APRIL 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-04-2016 en tekstbijwerking tot 23-12-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor bepaalde in de ordonnantie opgenomen taken
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Nadere regelen en procedures voor de inhouding, de terugvordering, de niet-vereffening van subsidies
Art. 5-6
HOOFDSTUK 4. - Nadere regelen en procedures voor het indienen van een bezwaarschrift
Art. 7-14
HOOFDSTUK 5. - Overgangsmaatregel
Art. 15
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 16-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016031850  2018040050 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit en zijn uitvoeringsmaatregelen wordt verstaan onder :
  1° "de ordonnantie" : de ordonnantie van 8 oktober 2015 houdende algemene regels betreffende de inhouding, de terugvordering en de niet-vereffening van subsidies op het vlak van werkgelegenheid en economie;
  2° "subsidies" : de subsidies als bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie;
  3° "begunstigde" : de begunstigde als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 van de ordonnantie;
  4° "beslissing van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies" : de beslissing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de ordonnantie;
  5° "werkdag": de weekdag die geen zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.

HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing van de ambtenaren bevoegd voor bepaalde in de ordonnantie opgenomen taken
Art.2. De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd voor de terugvordering als bedoeld in artikel 5 van de ordonnantie.

Art.3. § 1. In aangelegenheden van Economie is de Directeur Diensthoofd van de Dienst Economie van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt bevoegd om de beslissing van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies te nemen.
  § 2. In aangelegenheden van Werkgelegenheid is de Directeur Diensthoofd van de Dienst Werkgelegenheid van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt bevoegd om de beslissing van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies te nemen.

Art.4. De Directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel of de ambtenaar die hij aanduidt is bevoegd voor de behandeling van de bezwaren als bedoeld in artikel 4 van de ordonnantie.

HOOFDSTUK 3. - Nadere regelen en procedures voor de inhouding, de terugvordering, de niet-vereffening van subsidies
Art.5.[1 De directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel en de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit sluiten een protocol dat de wijze regelt waarop de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit in naam en voor rekening van Brussel Economie en Werkgelegenheid overgaat tot de inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies.]1
  De voogdijministers van de overeenkomstsluitende partijen ontvangen een afschrift van het oorspronkelijke protocol en van elke latere wijziging, toevoeging en vervanging.
  Het protocol regelt minstens de volgende zaken:
  1° de rolverdeling tussen beide algemene directies op het vlak van de procedure betreffende de inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies, hierna invordering genaamd;
  2° de financiering van de kosten van de gedwongen invordering van de terug te betalen subsidies;
  3° de vormingsbehoeften van de ambtenaren van beide algemene directies in het kader van de invordering van de terug te betalen subsidies;
  4° de inhoud en de regelmaat van de terugkerende en de gerichte verslaggeving over de werkzaamheden in verband met de gedwongen invordering van de terug te betalen subsidies;
  5° de te gebruiken onderlinge communicatiekanalen;
  6° de nadere regelen tot heronderhandeling van het protocol.
  ----------
  (1)<BESL 2016-12-15/06, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

Art.6. Overeenkomstig artikel 6 van de ordonnantie van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur, vermeldt de beslissing van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies, onverminderd het bepaalde van artikel 4, vierde lid, van de ordonnantie, de instanties bij wie het bezwaar moet worden ingediend, en de vormen en termijnen die moeten worden geëerbiedigd.
  De beslissing wordt aan de begunstigde betekend bij ter post aangetekend schrijven.

HOOFDSTUK 4. - Nadere regelen en procedures voor het indienen van een bezwaarschrift
Art.7. De begunstigde kan binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van de beslissing van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de ambtenaar als bedoeld in artikel 4.
  Het bezwaarschrift is gedagtekend en ondertekend en wordt neergelegd op een van de wijzen als bedoeld in artikel 8.
  Het bezwaarschrift is in voorkomend geval vergezeld van rechtvaardigingstukken.
  Het recht van bezwaar geldt eenmalig per beslissing van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies. Een beslissing die wordt gewijzigd overeenkomstig de bepalingen van artikel 14 kan geen aanleiding geven tot een nieuw bezwaar.

Art.8. De verzending van het bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7 neemt een van de volgende vormen aan :
  1° een ter post aangetekend schrijven;
  2° een zending via private ondernemingen tegen ontvangstbewijs;
  3° de afgifte van het bezwaar tegen ontvangstbewijs.

Art.9. § 1. De termijn als bedoeld in artikel 7 gaat in daags na ontvangst van de per ter post aangetekend schrijven verstuurde beslissing.
  Behoudens bewijs van het tegendeel door de bestemmeling, wordt het aangetekend schrijven geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de datum van verzending.
  § 2. De vervaldag wordt in de termijn meegerekend. Indien deze dag echter op een zaterdag, een zondag of een feestdag valt, wordt hij naar de eerstvolgende werkdag verschoven.

Art.10. Indien de begunstigde wenst gehoord te worden, vooraleer definitief uitspraak wordt gedaan, verzoekt hij daar om in het bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7.
  Hij kan persoonlijk worden gehoord, desgevallend bijgestaan door een persoon van zijn keuze, dan wel door tussenkomst van een daartoe naar behoren gevolmachtigde vertegenwoordiger.
  Indien de begunstigde zonder geldige, vooraf medegedeelde reden niet opdaagt op de plaats en het tijdstip van oproep, spreekt de in artikel 4 bedoelde ambtenaar zich uit over het bezwaarschrift zonder dat de begunstigde werd gehoord.

Art.11. Elk bezwaarschrift dat in een andere vorm of buiten de bepaalde termijn wordt ingediend, of niet beantwoordt aan de voorwaarden als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 10, of niet de gegevens bevat als bedoeld in artikel 4, tweede lid van de ordonnantie, is niet-ontvankelijk.

Art.12. De in artikel 4 bedoelde ambtenaar bezorgt binnen de tien werkdagen na ontvangst een ontvangstmelding aan de begunstigde.
  Hij licht de begunstigde in over het al dan niet ontvankelijk karakter van het bezwaar.
  Bij verzoek om gehoord te worden overeenkomstig artikel 10, wordt de plaats en het uur van de hoorzitting bij dezelfde gelegenheid meegedeeld.

Art.13. Indien het bezwaarschrift ontvankelijk is, wordt de tenuitvoerlegging van de beslissing opgeschort tot op het ogenblik van de kennisgeving van de uitspraak als bedoeld in artikel 14.

Art.14. Binnen de zestig dagen die ingaan daags na ontvangst van het bezwaar, beslist de in artikel 4 bedoelde ambtenaar om de eerdere beslissing te bevestigen dan wel te wijzigen, en geeft hij de betrokkene hier kennis van. In geval van verzoek om hoorzitting wordt deze termijn met dertig dagen verlengd.
  De termijnen als bedoeld in het eerste lid worden verlengd met twintig dagen wanneer het bezwaarschrift wordt ontvangen tussen 15 juni en 15 augustus.
  De beslissing die het voorwerp vormt van het bezwaar wordt van rechtswege bevestigd wanneer de in artikel 4 bedoelde ambtenaar geen uitspraak doet binnen de termijnen als bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 5. - Overgangsmaatregel
Art.15. Artikel 3 van de ordonnantie is niet van toepassing op de beslissingen van inhouding, terugvordering of niet-vereffening van subsidies die werden toegekend voor de inwerkingtreding van dit besluit.

HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.16. Op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad treden in werking :
  1° de ordonnantie;
  2° dit besluit.

Art. 17. De Minister bevoegd voor Tewerkstelling en Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.