Details





Titel:

8 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van subsidies voor de aanplanting van heggen, houtwallen, boomgaarden, bomenrijen en voor het onderhoud van knotbomen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-09-2016 en tekstbijwerking tot 02-10-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de toekenning van de steun en verplichtingen van de subsidiegerechtigde
Art. 4-11
HOOFDSTUK III. - Indiening van de subsidieaanvraag
Art. 12-13
HOOFDSTUK IV. - Schuldvorderingsaangifte, verificatie en vereffening
Art. 14
HOOFDSTUK V. [1 Hoofdstuk V - Controle en terugbetaling ]1
Art. 15-16
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 17-18
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2008200425 



Uitvoeringsbesluit(en):

2016027275  2020204325  2021040022  2021200627  2024004960  2024008997 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen en toepassingsgebied
Artikel 1.[1 Voor de uitvoering van dit besluit en uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder :
   2° bomenrij : bomen die op één enkele of op een dubbele rij staan;
   2° knotboom : boom waarvan de vorm gewijzigd wordt door het knotten van de stam en het regel- en stelselmatig snoeien van de scheuten vanaf de geknotte stam;
   3° struik : houtvormende plant die geen 7 m hoog reikt op volwassen leeftijd;
   4° Departement : het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
   5° entomofyle soort : plantensoort met bestuiving door insecten;
   6° heg : verzameling inlandse struiken en bomen die op een korte afstand van elkaar geplant worden om een dichtbegroeide strook van hoofdzakelijk struiken te vormen die een perceel afzomen of in dat perceel staan. De heg kan meerdere vormen aannemen :
   a) haag die op een bepaalde breedte en hoogte wordt gehouden door regelmatige snoeibeurten;
   b) heg die in hoogte en breedte variabel is en waarvan de groei enkel beperkt wordt door occasionele snoeibeurten;
  [2 ...]2
   6° de Minister : de Minister die bevoegd is voor het natuurbehoud;
   7° perceel : perceel opgenomen in het kadastraal plan;
   8° rang : rij struiken of bomen;
   9° houtwal : de aanplanting van één of meerdere rangen bomen of struiken, maximum tien meter breed, die via wortelsnoei onderhouden wordt;
   10° boomgaard : aanplanting [2 die niet enkel lineair is]2 van voormalige hoogstammige fruitboomsoorten met een stam waarvan de minimumhoogte één meter tachtig bedraagt.]1
  [2 11° de as van geconcentreerd afvloeiend water: natuurlijke concentratielijn van het afvloeiend water die overeenkomt met een dalweg, vallei of droge vallei volgens de informatie die beschikbaar is op het geoportaal van Wallonië;
   12° het stuk: het deel van een haag, houtwal of een bomenrij, bestaande uit bomen of struiken die ononderbroken op een lijn zijn geplant, welke recht, gebogen, gebroken kan zijn of aftakkingen kan hebben.]2
  [2 Wat 12° betreft, kunnen verschillende stukken beschouwd worden als behorend tot dezelfde haag, houtwal of bomenrij als ze dezelfde structuur en soortensamenstelling hebben.]2
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2)<BWG 2024-02-29/22, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>

Art.2.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt er een subsidie toegekend aan [1 personen bedoeld in artikel 4 van dit besluit]1, voor :
  1° de aanplanting van een heg, een houtwal, een boomgaard of een bomenrij ;
  2° het onderhoud van knotbomen.
  Betreffende 2° bestaat het knotten uit het snoeien, om de vier tot twaalf jaar, van de takken op de afgeknotte kruin, afhankelijk van de soort, evenals uit het vervangen van dode bomen.
  ----------
  (1)<BWG 2024-02-29/22, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>

Art.3.Voor de subsidie bedoeld in artikel 2 komen niet in aanmerking :
  1° [1 het aanplantingsproject, uitgevoerd op een grond gelegen in bosgebied [2 opgenomen op het gewestplan]2;]1
  2° het voornemen tot aanplanting als compensatie- of herstelmaatregel, opgelegd naar aanleiding van het verstrekken van een vergunning of van elke andere beslissing vanwege een bestuurlijke overheid of een rechtbank ;
  3° het voornemen tot aanplanting met als gevolg een negatieve impact op habitats van communautair belang of van erfgoedbelang of op habitats voor beschermde soorten ;
  4° de aanvraag met betrekking tot een tot een subsidiegerechtigde behorend of door hem ingenomen perceel waarop hij [1 ...]1 zonder vergunning binnen de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag een heg van inlandse soorten, een boomgaard, alleenstaande bomen of bomenrijen heeft vernietigd.
  [2 ...]2
  Wanneer de subsidieaanvraag betrekking heeft op handelingen of werken die een stedenbouwkundige vergunning vereisen, kan de subsidie enkel na overlegging van bedoelde vergunning worden toegekend.
  [1 Voor éénzelfde [2 boom of struik]2 heeft de subsidiegerechtigde slechts recht op [2 een enkele]2 subsidie, voortvloeiend uit dit besluit : aanplanting van een heg, een houtwal, een boomgaard of een bomenrij of het onderhoud van knotbomen.
  [2 Het naast elkaar plaatsen van verschillende lineaire projecten, zoals heggen, houtwallen of bomenrijen, wordt alleen gesubsidieerd als ze minstens zes meter uit elkaar staan]2]1.
  [2 De subsidie mag niet worden gebruikt voor het herplanten van elementen van heggen, houtwallen, boomgaarden of bomenrijen die in het verleden al een subsidie hebben ontvangen. ]2
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2)<BWG 2024-02-29/22, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>

HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de toekenning van de steun en verplichtingen van de subsidiegerechtigde
Art.4.Voor de subsidie kan in aanmerking komen :
  1° [1 de natuurlijke persoon die ofwel een eigendomsrecht bezit of houder is van een ander zakelijk recht met gebruik tot gevolg voor het perceel dat het recht op subsidie opent, ofwel de schriftelijke en ondertekende instemming gekregen heeft van de eigenaar of de houder van een ander zakelijk recht met gebruik tot gevolg voor het perceel dat het recht op subsidie opent;]1
  2° de rechtspersoon die tegelijk :
  a) onder haar bestuurders, beheerders, mandatarissen of andere personen die gemachtigd zijn om [1 de rechtspersoon]1 te verbinden, geen personen telt die het verbod opgelegd kregen om een dergelijk ambt uit te oefenen krachtens één of meerdere gerechtelijke beslissingen die in kracht van gewijsde zijn getreden ;
  b) voldoet aan de verplichtingen bepaald bij de wetgeving en reglementering in sociale, fiscale en leefmilieuzaken en die, welke de uitoefening van zijn activiteit bepalen ; zich ertoe verbindt zich in orde te stellen en daar binnen de termijnen, vastgesteld door de bevoegde administratie, het bewijs van levert ;
  c) [1 ofwel een eigendomsrecht bezit of houder is van een ander zakelijk recht met gebruik tot gevolg voor het perceel dat het recht op subsidie opent, ofwel de schriftelijke en ondertekende instemming gekregen heeft van de eigenaar of de houder van een ander zakelijk recht met gebruik tot gevolg voor het perceel dat het recht op subsidie opent.]1
  d) [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>

Art.5.De subsidiegerechtigde :
  1° [1 ziet af van elk gebruik van fytofarmaceutische middelen op minder dan één meter van de voet van en op de heggen, hagen, bomen en struiken waarvoor hij een subsidie krijgt, eveneens tijdens de voorbereidende werken, behoudens in allerlaatste instantie, bij de gelokaliseerde behandeling met spuit- of rugsproeiers tegen Cirsium arvense, Carduus crispus, Cirsium vulgare, Rumex obtusifolius en Rumex crispus, en anderzijds wanneer de inzet van een gelokaliseerde behandeling tegen invasieve uitheemse soorten deel uitmaakt van een bestrijdingsplan gevoerd of opgelegd door de overheid in het kader van het decreet van 2 mei 2019 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;]1
  [1 1°/1 ziet af van het spreiden van ongeacht welke meststof op minder dan één meter van de voet en op de heggen en de bomen en struiken die onder de subsidie vallen;]1
  2° behoudt en onderhoudt de heg, de houtwal, de boomgaard of de bomenrij waarvoor hij een subsidie voor de aanplanting gekregen heeft, behoudens uitzondering, gemachtigd door de inspecteur-generaal van het Departement, tijdens een periode van dertig jaar [2 vanaf het einde van de aanplantingswerken]2;
  3° snoeit of velt bomen noch struiken tussen 1 april en 31 juli, behalve het snoeien van vogelkers en notelaar ;
  4° [2 Indien de aanvrager voor een duur van minder dan dertig jaar houder is van een zakelijk recht met als gevolg het gebruik van het perceel waarvoor een subsidie is aangevraagd, omvat de aanvraag naast de elementen bedoeld in artikel 12, de nadrukkelijke verbintenis van de eigenaar, ten gunste van het Waalse Gewest, dat hij de verplichtingen uit dit besluit gedurende een periode van dertig jaar zal naleven]2;
  [1 5° mag enkel organische meststoffen spreiden tijdens de voorbereidende werkzaamheden en tijdens de drie eerste jaren volgend op de aanplanting.]1
  Bij overdracht tussen levenden of wegens de dood van de eigendom of van een zakelijk recht met als gevolg het gebruik van perceel waarvoor een subsidie is gekregen krachtens dit besluit, verklaren de subsidiegerechtigde of diens rechthebbenden zich gebonden door de verbintenis om ten gunste van het Waalse Gewest de verplichtingen uit dit besluit na te leven.
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2)<BWG 2024-02-29/22, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>

Art.6.De subsidie voor de aanplanting van een heg wordt toegekend als :
  1° de aangeplante soorten uit de door de Minister bepaalde lijst zijn gekozen ;
  2° [2 ...]2
  3° drie het minimumaantal soorten is die de haag vormen en geen enkele soort voor meer dan vijftig percent deel uitmaakt van het aantal planten ;
  4° minstens [2 ...]2 twee derde van het aantal planten worden gekozen uit de lijst entomofyle soorten bepaald door de Minister;
  5° [1 ...]1
  6° de aanplantingen een minimumlengte hebben van honderd meter, aangelegd in één of meerdere stukken van minimum twintig meter ;
  7° [2 De afstand tussen de planten binnen een rang bedraagt maximum zeventig centimeter]2;
  8° de afstand tussen de rangen minstens zeventig centimeter bedraagt en maximum één meter vijftig ;
  9° [2 ...]2
  [2 Wat betreft punt 6°, worden twee delen van eenzelfde haag beschouwd als verschillende stukken als er een onbeplante ruimte van ten minste vijf meter tussen hen bestaat]2
  [2 In afwijking van paragraaf 1, 8°, bedraagt [00e2][0080][008b][00e2][0080][008b]de minimaal toegestane afstand tussen de rangen, wanneer de haag een as van geconcentreerd afvloeiend water doorsnijdt, dertig centimeter over de lengte van het stuk]2
  Wanneer er lokale, traditionele, historische of landschapsgebonden kenmerken voorhanden zijn, kan de samenstelling van de heg na instemming van de inspecteur-generaal van het Departement, afwijken van leden 1°, 3° en 4°.
  [1 In afwijking van lid 1, 6°, bedraagt de lengte van de aanplantingen in woongebied en in woongebied met een landelijk karakter minstens twintig meter.]1
  Voor de toekenning van de subsidie kan een heg uit één of meerdere rangen bestaan.
  De in lid 1 bedoelde subsidiegerechtigde :
  1° voorziet indien nodig in een bescherming tegen vee, wild of fauna ;
  2° gebruikt geen strooisel dat uit niet biologisch afbreekbare stoffen bestaat ;
  3° onderhoudt de heg op een wijze die bij elke snoeibeurt het voortbestaan van de aangeplante haag garandeert.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2)geen nederlandse versie
  (3)<BWG 2024-02-29/22, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>Art.7.De subsidie voor de aanplanting van een houtwal wordt toegekend als:
  1° de aangeplante soorten uit de door de Minister bepaalde lijst zijn gekozen ;
  2° [2 ...]2
  3° drie het minimumaantal soorten is die de houtwal vormen en geen enkele soort voor meer dan vijftig percent deel uitmaakt van het aantal scheuten ;
  4° de aanplantingen een minimumlengte hebben van honderd meter, aangelegd in één of meerdere stukken van minimum [1 vijftig]1 meter ;
  5° de maximumafstand tussen twee scheuten in een rang twee meter bedraagt ;
  6° de afstand tussen de rangen maximum drie meter bedraagt ;
  7° [3 ...]3
  De in lid 1 bedoelde subsidiegerechtigde :
  1° voorziet indien nodig in een bescherming tegen vee, wild of fauna ;
  2° gebruikt geen strooisel dat uit niet biologisch afbreekbare stoffen bestaat ;
  3° onderhoudt de houtwal op volgende wijze :
  a) er wordt tussen twee snoeibeurten van de houtwal een tijdsbestek [3 gelijk aan of van meer dan twee]3 jaar gelaten ;
  b) [3 in elk gedeelte van houtwal wordt bij wortelsnoei minstens vijftig percent van de aangeplante houtwal in stand gehouden en het in stand gehouden deel wordt ten vroegste één jaar na de vroegere snoei kortgesnoeid]3.
  [3 ...]3
  Voor de toekenning van de subsidie kan een aanplanting uit één of meerdere rangen bestaan.
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2) geen nederlandse versie
  (3)<BWG 2024-02-29/22, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>

Art.8.[1 De subsidie voor de aanplanting van een boomgaard wordt toegekend als:
   1° [3 de aangeplante soorten worden gekozen uit de lijst vastgesteld door de Minister. Ten minste vijfenzeventig procent van de bomen moet behoren tot variëteiten die voorkomen op de door de Minister vastgestelde lijst]3;
   2° elke aanplanting bevat minstens vijf variëteiten [3 en geen enkele variëteit vertegenwoordigt meer dan veertig procent van het aantal bomen]3;
   3° [3 de aanvragen omvatten]3 minstens vijftien bomen waarvan de stam een minimumhoogte heeft van één meter tachtig;
   4° [3 de aanplantingsdichtheid ligt vervat tussen vijftig en honderdvijftig bomen per hectare, de afstand tussen de scheuten bedraagt minstens zes, maximum dertig meter.]3
  [3 5° de bomen worden minstens gedurende de eerste twee jaar gestut.]3
  De in lid 1 bedoelde subsidiegerechtigde :
  1° voorziet indien nodig in een bescherming tegen vee, wild of fauna ;
  2° onderhoudt de aangeplante bomen minstens één keer om de tien jaar.
  [3 ...]3
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2) geen nederlandse versie
  (3) <BWG 2024-02-29/22, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024

Art.9.De subsidie voor de aanplanting van een bomenrij wordt toegekend als:
  1° de aangeplante soorten uit de door de Minister bepaalde lijst zijn gekozen ;
  2° de aangeplante bomen een minimumhoogte van één meter [ twintig]1 hebben ;
  3° [3 de aanvraag voor de aanplanting van bomen omvat minstens twintig bomen met stukken van minstens tien bomen. Bij de berekening van het aantal bomen in het stukken kan rekening worden gehouden met reeds bestaande bomen. Twee bomenrijen moeten als verschillende stukken worden beschouwd als er tussen hun twee kronen een boomvrije ruimte van minstens vijftien meter lengte aanwezig is.]3;
  4° [1 de onderlinge afstand tussen de scheuten bedraagt minstens acht, en maximum [3 vijftien]3 meter en de scheuten worden [3 ten minste tijdens de eerste twee jaar]3 gestut; stutten zijn evenwel niet verplicht voor oeverlinten;]1
  5° de in rijen beplante percelen een bomendichtheid hebben die de honderd bomen per hectare niet mag overschrijden.
  [3 Wat 3° betreft, kan bij de berekening van het aantal bomen in het stuk rekening worden gehouden met reeds bestaande bomen. Twee bomenrijen moeten als verschillende stukken worden beschouwd als er tussen hun twee kronen een boomvrije ruimte van minstens vijftien meter lengte aanwezig is.]3
  [3 ...]3
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>
  (2) geen nederlandse versie
  (3) <BWG 2024-02-29/22, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024

Art.10.De subsidie voor het onderhoud van geknotte bomen wordt toegekend als:
  1° het onderhoud bomen beoogt van meer dan dertig jaar oud die reeds langer dan minstens tien jaar geen snoeibeurt meer ondergingen ;
  2° de onderhouden soorten op de lijst, vastgesteld door de Minister, opgenomen zijn ;
  3° het onderhoud minstens tien bomen betreft.
  De subsidiegerechtigde bedoeld in lid 1 onderhoudt de betrokken bomen minstens één keer om de twaalf jaar.
  Eénzelfde boom kan één enkele keer voor de subsidie bedoeld in lid 1 in aanmerking genomen worden.
  De subsidie bedoeld in lid 1 is beperkt tot dertig bomen per jaar en per gerechtigde.
  ----------
  (1) geen nederlandse versie

Art.11.[1 Het bedrag van de subsidie wordt berekend in functie van de forfaitaire bedragen vermeld in bijlage.]1
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>

HOOFDSTUK III. - Indiening van de subsidieaanvraag

Art.12.Wanneer personen eigenaars in onverdeeldheid zijn, wordt de onverdeeldheid als de subsidiegerechtigde beschouwd.    Voor gemene heggen of bomenrijen kan de subsidie enkel aan één der eigenaars toegekend worden, met de schriftelijke toestemming van de andere eigenaar(s).   [2...]2   ----------   (1) BWG 2020-10-15/07, art. 10, 002; inwerkingtreding : 07-11-2020>   (2) BWG 2020-10-15/07, art. 10, 002; inwerkingtreding ueur : 07-11-2020>   (2)
Art.13.De Minister bepaalt de termijnen en de modaliteiten voor de indiening en de behandeling van de subsidieaanvraag.
  ----------
  (1) geen nederlandse versie

HOOFDSTUK IV. - Schuldvorderingsaangifte, verificatie en vereffening

Art.14.Op het einde van de aanplantings- of onderhoudswerken en uiterlijk op een datum, bepaald door de Minister, dient de aanvrager een schuldvorderingsaangifte in, met betrekking tot de gemaakte kosten en samen daarmee dient hij de door het Departement vereiste verantwoordingsstukken in.   Samen met de schuldvorderingsaangifte dient hij minstens vier foto's in, genomen na afloop van de werken waaruit blijkt dat deze weldegelijk zijn uitgevoerd. [1 Daarnaast worden deze foto's onder verschillende invalshoeken genomen en maken ze een totaalaanzicht op het aangeplante element mogelijk, evenals het situeren ervan in de omgeving via kunstmatige topografische elemnten en het zichtbaar maken van de onderlinge aanplantafstanden.]1   [1 Behoudens een negatieve controle door het departement, uitgevoerd krachtens artikel 15, maakt de ontvangst van deze verantwoordingsstukken, in voorkomend geval na invulling en nadere precisering ervan overeenkomstig de instructies van het Departement, de vereffening van de subsidie mogelijk.   [2 Voor elk type subsidie dat uit dit besluit voortvloeit, staat de subsidie slechts definitief vast als]2 volgende voorwaarden verenigd zijn gedurende dertig jaar te rekenen van de aanplanting :    1° [2 werken waarop de subsidie betrekking heeft]2 zijn uitgevoerd;    2° [2 werken waarop de subsidie betrekking heeft]2;    3° de aanplanting verkeert in een goede staat van groei [2 ...]2;    4° de onderhoudswerken zijn erop gericht, de onderhouden soorten een blijvend karakter te verlenen.    Deze voorwaarden kunnen overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 gecontroleerd worden, op dezelfde titel als de andere voorwaarden bepaald bij dit besluit.]1   [1 ...]1   ----------   (1)   (2) geen nederlandse versie   (3)
HOOFDSTUK V. [1 Hoofdstuk V - Controle en terugbetaling ]1
  ----------
  (1)<BWG 2024-02-29/22, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 15-04-2024>

Art.15.[1 Het Departement organiseert administratieve controles en controles ter plaatse inzake de inachtneming van de subsidievoorwaarden.    Door de indiening van zijn aanvraag machtigt de subsidiegerechtigde het Departement ertoe, na eerstgenoemde erover te hebben ingelicht, een plaatsbezoek af te leggen en op het terrein na te gaan of de toekenningsvoorwaarden zijn nageleefd. Het verzet tegen deze controle leidt tot de weigering tot vereffening. Als de subsidie reeds vereffend is, is artikel 61, lid 1, 5°, c), van het decreet van 15 december 2011 van het Waals Parlement van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden van toepassing.]1   ----------   (1)
Art.16.[1 Bij niet-inachtneming van de voorwaarden en verplichtingen bepaald bij dit besluit verzoekt het Departement de subsidiegerechtigde, over te gaan tot een rechtzetting.
   Als deze rechtzetting niet binnen het jaar geschiedt, volgend op het jaar waarin de subsidie is aangevraagd, kan ze niet worden vereffend en, als zij reeds is vereffend, is de subsidiegerechtigde ertoe verplicht het subsidiebedrag onverwijld terug te betalen in de hypotheses en volgens de voorwaarden bepaald bij artikel 61 van het decreet van het Waals Parlement van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden.
   Het terug te betalen bedrag wordt aangepast op grond van het indexcijfer der consumptieprijzen, waarbij het aanvankelijk indexcijfer, het indexcijfer is dat van toepassing was op de datum van de betaling van de subsidie.]1
  ----------
  (1)<BWG 2020-10-15/07, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 07-11-2020>

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art.17. Het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 betreffende de toekenning van toelagen voor de aanplanting en het onderhoud van heggen, boomgaarden en bomenrijen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2001, wordt opgeheven.
Art.18.De Minister van Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.
  ----------
  (1) geen nederlandser versie

BIJLAGE.

Art. N.[1 Forfaitaire bedragen die het Waalse Gewest uitbetaalt voor een aanplanting of een onderhoud door een particulier

 Aanplanting Onderhoud
Bomenrijen en knotbomen 6 euro per boom aangekocht bij een kweker 2 euro per wilgenscheut
  
20 euro per te knotten boom
Boomgaarden 25 euro per boom van een variëtiet die deel uitmaakt van de lijst vastgesteld door de minister krachtens artikel 8, lid 1, 1°
  
 
Hagen 5 euro per meter bij een aanplanting op één rij 7 euro per meter bij een aanplanting op twee rijen 9 euro par meter bij een aanplanting op drie rijen en meer met een maxim van tien meter breedte
  
 
Houtwallen 1,5 euro per meter bij een aanplanting op één rij 3 euro per meter bij een aanplanting op twee rijen 4 euro par meter bij een aanplanting op drie rijen en meer met een maxim van tien meter breedte
De bedragen vermeld in bovenstaande tabel worden met anderhalf vermenigvuldigd indien de werken uitgevoerd worden door een gespecialiseerd bedrijf voor dit type werkzaamheden, zonder tachtig percent van het totaalbedrag van de facturen te mogen overschrijden.]1   ----------   (1)