30 JUNI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot bevordering van de arbeidsmogelijkheden, de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden of de organisatie van de arbeid van oudere werknemers in het kader van het Ervaringsfonds en tot vervanging van de desbetreffende bijlagen
Art. 1-18
BIJLAGEN.
Art. N
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot bevordering van de arbeidsmogelijkheden, de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden of de organisatie van de arbeid van oudere werknemers in het kader van het ervaringsfonds worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) punt 6° wordt vervangen als volgt:
" 6° oudere werknemer : de werknemer bedoeld in artikel 22, eerste lid, 2°, van de wet ; "
ba) punt 8° wordt vervangen als volgt:
8° de Administratie : de " Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi; " ;
c) er wordt een punt 9° toegevoegd, luidend als volgt:
" 9° Beheerscomité : het Beheerscomité van het " Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi ; " ;
d) er wordt een punt 10° toegevoegd, luidend als volgt:
" 10° materiaalkosten : de kosten voor de aankoop van materiaal zoals voorzien in het project ; " ;
e) er wordt een punt 11° toegevoegd, luidend als volgt:
" 11° vormingskosten : de kosten voor de organisatie van vorming vermeld op de facturen uitgaand van de instellingen die de vorming geven. ".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " binnen de grenzen van de beschikbare financiële middelen zoals vastgesteld in artikel 33 van de wet " vervangen door de woorden " binnen de jaarlijks vastgelegde specifieke begrotingsgrenzen zoals bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de wet ".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid, 1° en 2°, worden de woorden " de Vaste Operationele Commissie opgericht in de Hoge Raad voor Preventie en bescherming op het werk die belast is met de opdrachten bedoeld in artikel 44 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk " telkens vervangen door de woorden " het Beheerscomité " ;
2° er wordt een vierde lid toegevoegd, luidend als volgt:
" Wat betreft de adviesbevoegdheid bedoeld in het tweede lid, kan het Beheerscomité een beroep doen op deskundigen en technici onder de voorwaarden waarin het in zijn huishoudelijk reglement voorziet. ".
Art.4. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" Art. 6. § 1. Het bedrag van de toelage verleend voor het gebruik van een meetinstrument voor de werkbaarheid van de oudere werknemer of van een diagnose-instrument, bedoeld in artikel 3, tweede lid, 1° of 2°, is vastgelegd op 12 euro per werknemer en mag niet hoger zijn dan zeventig percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten.
Het bedrag van de toelage verleend voor verbeteringsprojecten bedoeld in artikel 3, tweede lid, 3°, is vastgelegd :
1° voor materiaal van minder dan 250 euro stuk, excl. btw, alsook voor vormingskosten : op vijftig percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten ;
2° voor materiaal van minder dan 250 euro stuk, excl. btw, alsook voor vormingskosten als minstens één instrument dat door de Administratie is goedgekeurd het verbeteringsproject vergezelt of tot stand gebracht wordt binnen twaalf maanden voorafgaand aan de toelageaanvraag of tijdens de looptijd van het project tot stand gebracht zal worden : op zeventig percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten ;
3° voor materiaal van 250 euro stuk, excl. btw, of meer ; vijftig percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten voor de eerste 249 euro en tien percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten vanaf 250 euro ;
4° voor materiaal van 250 euro stuk, excl. btw, of meer als minstens één instrument dat door de Administratie is goedgekeurd het verbeteringsproject vergezelt of tot stand is gebracht binnen twaalf maanden voorafgaand aan de toelageaanvraag of tijdens de looptijd van het project tot stand gebracht zal worden : zeventig percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten voor de eerste 249 euro en veertien percent van de door de begunstigde gerechtvaardigde kosten vanaf 250 euro.
De financiële tegemoetkoming die resulteert uit de optelling van de sommen bedoeld in dit artikel is niet hoger dan 30.000 euro per project per jaar.
Art.5. In artikel 10, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2010, worden de woorden " en/of de wet- en regelgevingen betreffende het tewerkstellingsbeleid zoals bedoeld in artikel 6, § 1, IX, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen " ingevoegd tussen de woorden " de sociale wetgeving bedoeld in artikel 1bis van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten " en " , gedurende de laatste twee jaar voor de aanvraag ".
Art.6. Artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" De verzenddatum bepaalt de volgorde waarin de aanvragen worden onderzocht. ".
Art.7. In artikel 15, tweede en derde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " de Vaste Operationele Commissie opgericht in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk " worden telkens vervangen door de woorden " het Beheerscomité " ;
2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidend als volgt:
" Wat betreft de adviesbevoegdheid bedoeld in het derde lid, kan het Beheerscomité een beroep doen op deskundigen en technici onder de voorwaarden waarin het in zijn huishoudelijk reglement voorziet. ".
Art.8. Artikel 16, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" De Minister beslist over de aanvraag binnen een termijn van twee maanden, met ingang op de datum van kennisgeving van het advies van de Administratie bedoeld in artikel 14 of van het advies van het Beheerscomité bedoeld in artikel 15 ".
Art.9. In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden " de Vaste Operationele Commissie opgericht in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk " vervangen door de woorden " het Beheerscomité " ;
2° in het derde lid worden de woorden " de Vaste Operationele Commissie opgericht in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk " vervangen door de woorden " het Beheerscomité " ;
3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidend als volgt:
" Wat betreft de adviesbevoegdheid bedoeld in het derde lid, kan het Beheerscomité een beroep doen op deskundigen en technici onder de voorwaarden waarin het in zijn huishoudelijk reglement voorziet. ".
Art.10. Artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" De Minister beslist over de aanvraag binnen een termijn van twee maanden, met ingang op de datum van kennisgeving van het advies van de Administratie bedoeld in artikel 20 of van het advies van het Beheerscomité bedoeld in artikel 21 ".
Art.11. Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" Art. 24. § 1. De actie of het project kan opgestart worden na officiële ontvangst van de toelageaanvraag.
Het project loopt minimum twaalf maanden na de officiële indiening van de toelageaanvraag en maximum vierentwintig maanden.
§ 2. De toelage wordt betaald na afloop van het project en na overlegging van :
1° de aan de begunstigde gerichte facturen waaruit blijkt dat de voorziene investeringen zijn verricht, zowel qua soort als qua aantal ;
2° de verklaring op erewoord m.b.t. het einde van het project ;
3° een afschrift van de DIMONA-aangifte daterend van de maand waarin het project van de werkenmers van 45 jaar en meer die niet meer bij de toelageaanvraag betrokken zijn, eindigt ;
4° het resultaat (de resultaten) als één of meer instrumenten tot stand zijn gebracht.
De facturen die voorafgaan aan de datum van de officiële ontvangst van de toelageaanvraag worden niet als bewijsstukken aanvaard. Een grotere hoeveelheid aankopen t.a.v. hetgeen aanvankelijk in het project was voorzien wordt niet in de boeken opgenomen.
De bewijsstukken worden aan de Administratie gestuurd uiterlijk zes maanden na afloop van het project.
Het bedrag van de toelage wordt opnieuw berekend op basis van de opgelopen uitgaven. Het wordt berekend op basis van de facturen, van het aantal werknemers die daadwerkelijk deelgenomen hebben aan het project en van het al dan niet valideren van het instrument (de instrumenten). Het aldus berekende bedrag van de toelage wordt aan de begunstigde gestort en mag niet hoger zijn dan het voorziene bedrag. ".
Art.12. In artikel 25 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden " toezichthoudende " en " toezichthoudende opdracht " respectievelijk vervangen door de woorden " controlerend " en " controle-opdracht " ;
2° in het vierde lid worden de woorden " De werkgever of de andere aanvragers betalen de ten onrechte ontvangen toelage terug " vervangen door de woorden " De aanvrager betaalt de ten onrechte ontvangen toelage terug ".
Art.13. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.14. In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het derde lid worden de woorden " Nationale Arbeidsraad " vervangen door de woorden " Conseil économique et social de Wallonie ".
2° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
" Het verslag wordt samen met het advies van de " Conseil économique et social de Wallonie " (Sociaal-economische raad van Wallonië) aan de Regering gericht. ".
Art.15. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, met het opschrift " Model van aanvraagformulieren " wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit, met het opschrift " Model van aanvraagformulier voor de werkgevers ".
Art.16. Bijlage 2 bij hetzelfde besluit, met het opschrift " Model van samenwerkingsprotocol " wordt vervangen door bijlage 2 bij dit besluit, met het opschrift " Model van samenwerkingsprotocol voor de paritaire vormingscentra en -fondsen ".
Art.17. De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op de toelageaanvragen die voor de inwerkingtreding van dit besluit bij de Administratie worden ingediend overeenkomstig artikel 11 van het koninklijk besluit van 1 juli 2006 tot bevordering van de arbeidsmogelijkheden, de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden of de organisatie van de arbeid van oudere werknemers in het kader van het ervaringsfonds.
Art.18. De Minister van Tewerkstelling is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N. Bijlagen.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-07-2016, p. 45457)