5 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van Koninklijk besluit van 20 september 2005 houdende uitvoering van artikel 5bis van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn, op 22 juni 1979
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 1 van Koninklijk besluit van 20 september 2005 houdende uitvoering van artikel 5bis van de wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979 worden de woorden "geldsom die een einde maakt aan de strafvordering," vervangen door "bestuurlijke geldboete, vermeerderd met de eventuele kosten,".
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 1. De in artikel 1 bedoelde ambtenaar geeft, binnen dertig kalenderdagen nadat de procureur des Konings van de strafvervolging afziet of verzuimt van zijn beslissing kennis te geven binnen de in artikel 7, § 4, lid 4, van hoger vermelde wet van 28 juli 1981 voorziene gestelde termijn of op de dag van het verzoek van de procureur des Konings in de gevallen waarin laatstgenoemde van de strafvervolging afziet in geval van inbreuken vastgesteld door alle personen in artikel 7, § 1, 1° en 2° ; bij aangetekende brief kennis aan de betrokkene van zijn voornemen een administratieve boete voor te stellen. In deze brief verzoekt hij de betrokkene, binnen een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de betrokkene zijn woonplaats is aangeboden, zijn verweermiddelen bij aangetekende brief in te dienen op het erin vermeld adres.
§ 2. Indien het administratief dossier dat naar aanleiding van de inbreuk werd samengesteld nog andere stukken bevat dan het proces-verbaal en de eventuele kennisgeving van de procureur des Konings, vermeldt de in het eerste lid bedoelde brief eveneens dat de betrokkene het dossier mag komen raadplegen.
§ 3. De betrokkene heeft het recht te vragen om gehoord te worden."
Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Na onderzoek van de verweermiddelen en in voorkomend geval na de betrokkene te hebben gehoord, neemt de in artikel 1 bedoelde ambtenaar een met redenen omklede beslissing. De beslissing wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij aangetekende brief binnen een termijn van negentig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van de in artikel 2, § 1, bedoelde brief, eventueel vergezeld van een verzoek tot betaling van de bestuurlijk geldboete en eventuele kosten en een document voor overschrijving of storting. Indien de betrokkene wordt gehoord, wordt deze termijn verlengd met dertig kalenderdagen."
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "dertig dagen" vervangen door "zestig kalenderdagen".
Art.5. Artikel 5 en artikel 6 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7. De minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.