Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

16 AUGUSTUS 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 2007 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007022188  2016022101 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 maart 2007 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren, wordt vervangen als volgt:
  "Artikel 1, § 1. Er wordt een regeling van sociale voordelen ingesteld tot vestiging van hetzij een rente of een pensioen in geval van rust, hetzij een rente of een pensioen bij overlijden, hetzij een rente of een pensioen ingeval van invaliditeit, hetzij verscheidene van die renten of pensioenen, voor de artsen die door het feit dat zij geen weigering tot toetreding betekend hebben tot het hen betreffende akkoord beoogd in artikel 50, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, geacht worden tot dat akkoord te zijn toegetreden, hetzij voor de uitoefening van hun volledige beroepsactiviteit, hetzij onder de voorwaarden inzake tijd en plaats die aan de zetel van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen (Dienst geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) zijn medegedeeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 50, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.
  § 2. De artsen kunnen van de sociale voordelen slechts genieten voor de jaren tijdens dewelke ze gedurende het volledige jaar zijn toegetreden tot voornoemd akkoord en effectief een activiteit hebben uitgeoefend in het kader van de bovengenoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 uitoefenden.
  § 3. Aan de in § 2 vastgelegde voorwaarde dat de toetreding en activiteit betrekking hebben op het gehele jaar dient evenwel niet te worden voldaan voor het jaar waarin:
  - de arts voor de eerste keer tot het akkoord toetreedt bij de toekenning van zijn eerste RIZIV-nummer;
  - de arts overlijdt of met wettelijk rustpensioen gaat;
  - een langdurige arbeidsongeschiktheid een aanvang neemt. Artsen die volledig arbeidsongeschikt blijven, kunnen verder genieten van de sociale voordelen voor elk jaar waarin zij arbeidsongeschikt blijven op voorwaarde dat zij het akkoord niet geweigerd hebben in het jaar waarin de arbeidsongeschiktheid ontstaan is, of bij ontstentenis van een akkoord in het jaar van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid, in het laatste jaar waarin een akkoord in hun gewest in werking was getreden;
  - een stage wordt gelopen in het buitenland en dit voor zover de dienst waar de arts zijn stage vervult, voorzien is in zijn stageplan goedgekeurd door de bevoegde instantie.
  § 4. Worden geacht de in § 2 vastgelegde voorwaarde inzake effectieve uitoefening van een activiteit in het kader van de bovengenoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 te hebben vervuld, de artsen die in het jaar waarop de aanvraag voor de sociale voordelen betrekking heeft geneeskundige verstrekkingen hebben verleend opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en in het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag voor de sociale voordelen betrekking heeft (= referentiejaar) een activiteitsdrempel hebben bereikt; dat wil zeggen voor wie een minimumbedrag aan terugbetalingen van verstrekkingen, opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, is geboekt in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Dit bedrag is opgenomen in bijlage I van dit koninklijk besluit.
  § 5. De artsen die gedurende het referentiejaar effectief de forfaitgeneeskunde uitgeoefend hebben in de zin van artikel 52 van de bovengenoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994, worden geacht te voldoen aan de in § 4. vastgelegde voorwaarde inzake activiteitsdrempel, op voorwaarde dat ze een schriftelijke verklaring op erewoord leveren dat ze in het referentiejaar een activiteitsdrempel hebben bereikt equivalent aan de in § 4 bedoelde drempel. Deze verklaring kan a posteriori gecontroleerd worden aan de hand van de gegevens verzameld in het kader van de profielen door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en/of aan de hand van de registratie van de gegevens, zoals bepaald in de regels betreffende het sluiten van de akkoorden met het oog op de forfaitaire betaling van de verstrekkingen.
  § 6. Worden alleszins niet geacht de in § 2 vastgelegde voorwaarde inzake effectieve uitoefening van een activiteit in het kader van de bovengenoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 te hebben vervuld, de artsen die, in de loop van het jaar waarop de aanvraag voor de sociale voordelen betrekking heeft, voor een periode van meer dan vijftien kalenderdagen:
  - het voorwerp hebben uitgemaakt van een definitief geworden beslissing van het Comité van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering of van een Kamer van beroep ingesteld bij vorengenoemde Dienst;
  - door een Provinciale raad of een Raad van beroep van de Orde der geneesheren, een schorsing (definitieve beslissing) van het recht tot uitoefening van de geneeskunst hebben opgelopen;
  - door een rechter zijn veroordeeld (definitieve beslissing) tot een tijdelijk verbod tot uitoefening van de geneeskunst.
  § 7. Worden niet onderworpen aan de in § 4 vastgelegde voorwaarde inzake activiteitsdrempel, de artsen die in het referentiejaar:
  - de basisopleiding tot arts volgen;
  - gemachtigd zijn de geneeskunde in België uit te oefenen en die beschikken over een stageplan goedgekeurd door de bevoegde instantie;
  minder dan 5 jaar beschikken over een RIZIV-nummer voorbehouden voor de erkende huisarts of geneesheer-specialist.
  § 8. De activiteitsdrempel bedoeld in § 4 wordt verminderd als het referentiejaar dagen inactiviteit bevatte; het verminderings-percentage is gelijk aan het percentage dagen inactiviteit in verhouding tot 222 dagen theoretische activiteit per jaar. Onder dagen inactiviteit worden verstaan de dagen die worden gelijkgesteld met de dagen voor de berekening van het wettelijk pensioen die voortvloeien uit :
  - een ziekte, een arbeidsongeval of een beroepsziekte die een ongeschiktheid tot gevolg heeft als bedoeld in de genoemde gecoördineerde wet of in het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
  - de dagen inactiviteit ten gevolge van de in artikel 32, eerste lid, 4°, van bovengenoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994 bedoelde zwangerschapsrust;
  - vaderschapsverlof bedoeld in artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
  Dit wordt gestaafd door een schriftelijke verklaring op erewoord en door een kopie van de erkenning van de arbeidsongeschiktheid door de adviserend geneesheer, van de wetsverzekeraar of van het fonds voor beroepsziekten.
  § 9. De in dit artikel vastgelegde voorwaarden worden gecontroleerd door de bovengenoemde Dienst voor Geneeskundige Verzorging. Indien deze voorwaarden niet vervuld zijn, wordt het bedrag van de sociale voordelen niet toegekend of teruggevorderd in geval het bedrag reeds onrechtmatig is toegekend. De betrokken arts wordt van deze beslissing schriftelijk in kennis gesteld en heeft de mogelijkheid om deze beslissing te betwisten, op straffe van onontvankelijkheid, per aangetekende brief aan de leidend ambtenaar van de Dienst Geneeskundige Verzorging van het RIZIV binnen de zestig dagen te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving van de beslissing.
  § 10. Bovengenoemde Dienst voor Geneeskundige Verzorging stelt een rapport op betreffende de betwistingen bedoeld in § 9 ten behoeve van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, die de betwistingen onderzoekt en binnen de zes maanden een advies uitbrengt."

Art.2. In artikel 2 § 1, eerste lid, a), van voornoemd koninklijk besluit van 6 maart 2007 worden de woorden "waarvan het bedrag door Ons wordt vastgesteld na advies van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen" opgeheven.

Art.3. In artikel 2 § 2. van voornoemd koninklijk besluit van 6 maart 2007 wordt het woord "bijlage" vervangen door de woorden "bijlage II".

Art.4. Het eerste lid van artikel 3 van voornoemd koninklijk besluit van 6 maart 2007 wordt vervangen als volgt:
  "Voor zover een eerste keer gereserveerd voor aanvang van het jaar 2017, kan elke in artikel 1 bedoelde arts genieten van een bij de Dienst voor geneeskundige verzorging gereserveerd recht op hetzij een pensioen ingeval van rust, hetzij een pensioen bij overlijden, hetzij beide pensioenen."

Art.5. In het voornoemde koninklijk besluit van 6 maart 2007 wordt een artikel 5bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
  " § 1. De in artikel 2, § 1, a) beoogde jaarlijkse bijdrage wordt voor 2017 vastgesteld respectievelijk op
  1° 4.790,23 EUR enerzijds voor de artsen die van rechtswege geacht worden volledig tot het geldende nationaal akkoord artsen - ziekenfondsen te zijn toegetreden en die de in bijlage I opgenomen activiteitsdrempel behalen of die door dit besluit worden vrijgesteld van de voorwaarde inzake activiteitsdrempel, en
  2° 2.259,67 EUR anderzijds voor de artsen die van rechtswege geacht worden volledig tot het geldende nationaal akkoord artsen - ziekenfondsen te zijn toegetreden en die de in bijlage I opgenomen, verlaagde activiteitsdrempel halen en voor de artsen die gedeeltelijk tot dit akkoord zijn toegetreden, die de in bijlage I opgenomen activiteitsdrempel behalen en die binnen de dertig dagen na de bekendmaking van voornoemd akkoord in het Belgisch Staatsblad aan de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen de voorwaarden inzake tijd en plaats hebben meegedeeld waaronder zij overeenkomstig de bedingen van dit akkoord de daarin vastgestelde honorariumbedragen respectievelijk wel en niet zullen toepassen, en waarbij de beroepsactiviteit beantwoordt aan de volgende bepalingen :
  * voor de huisartsen :
  - de afwijkingen van de honorariumbedragen gelden uitsluitend voor de raadplegingen, afspraken en verstrekkingen in de spreekkamer, buiten de bedingen van het akkoord, maximum driemaal per week per blok van maximum vier aaneengesloten uren;
  - de rest van de praktijk vertegenwoordigt minstens drie vierden van het totaal van de praktijk;
  * voor de geneesheren-specialisten :
  - de afwijkingen van de honorariumbedragen gelden uitsluitend voor de verstrekkingen (raadplegingen, afspraken, technische verstrekkingen,...) voor de ambulante patiënten (niet-gehospitaliseerde patiënten en patiënten buiten het dagziekenhuis of forfait) maximum viermaal per week per blok van maximum vier aaneengesloten uren;
  - de helft van al de verstrekkingen voor de ambulante patiënten moeten worden verricht tegen de vastgestelde honorariumbedragen.
  § 2. Voor de arts die voor de eerste keer tot het akkoord toetreedt bij de toekenning van zijn eerste RIZIV-nummer en die niet beschikt over een stageplan goedgekeurd door de bevoegde instantie, wordt het genot van de sociale voordelen proportioneel toegekend in verhouding tot de periode van toetreding tot dat akkoord.
  § 3. De basisbedragen van het in artikel 4 bedoelde rustpensioen enerzijds en van het in artikel 5 van hetzelfde besluit bedoelde overlevingspensioen anderzijds zijn sinds 1 januari 2017 vastgesteld op respectievelijk 5.558,66 EUR en 4.632,34 EUR per jaar. Deze bedragen worden toegekend volgens dezelfde voorwaarden dan die hierboven worden vermeld inzake de activiteitsdrempel.

Art.6. De bijlage bij voornoemd koninklijk besluit van 6 maart 2007 wordt vervangen door de bijlagen die bij dit besluit zijn gevoegd.

Art.7. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 februari 2016 tot vaststelling van de door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor sommige geneesheren te storten jaarlijkse bijdrage voor het jaar 2015 en tot aanpassing van de basisbedragen van de rust- en overlevingspensioenen, bedoeld in het koninklijk besluit van 6 maart 2007 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren, wordt opgeheven.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Art.9. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Minimumbedragen aan terugbetalingen van verstrekkingen, opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, geboekt in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging


Bijzondere beroepstitels/ Residuaire categorie Activiteitsdrempel Verlaagde activiteitsdrempel
Huisarts 25.000,00 € 12.500,00 €
Geneesheer-specialist in de anesthesie-reanimatie 56.393,89 € 28.196,94 €
Geneesheer-specialist in de heelkunde 51.498,05 € 25.749,02 €
Geneesheer-specialist in de neurochirurgie 64.757,77 € 32.378,89 €
Geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde 25.000,00 € 12.500,00 €
Geneesheer-specialist in de geriatrie 51.879,60 € 25.939,80 €
Geneesheer-specialist in de gynaecologie-verloskunde 44.455,33 € 22.227,66 €
Geneesheer-specialist in de oftalmologie 55.607,11 € 27.803,56 €
Geneesheer-specialist in de otorhinolaryngologie 56.272,26 € 28.136,13 €
Geneesheer-specialist in de urologie 57.193,42 € 28.596,71 €
Geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde 59.471,30 € 29.735,65 €
Geneesheer-specialist in de stomatologie 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de dermato-venereologie 28.812,57 € 14.406,29 €
Geneesheer-specialist in medische oncologie 28.574,68 € 14.287,34 €
Geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde 40.661,02 € 20.330,51 €
Geneesheer-specialist in de pneumologie 52.310,07 € 26.155,03 €
Geneesheer-specialist in de gastro-enterologie 67.362,07 € 33.681,03 €
Geneesheer-specialist in de pediatrie 25.000,00 € 12.500,00 €
Geneesheer-specialist in de cardiologie 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de neuropsychiatrie 25.000,00 € 12.500,00 €
Geneesheer-specialist in de neurologie 41.522,06 € 20.761,03 €
Geneesheer-specialist in de psychiatrie 25.000,00 € 12.500,00 €
Geneesheer-specialist in de reumatologie 34.191,67 € 17.095,83 €
Geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de klinische biologie 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de pathologische anatomie 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de röntgendiagnose 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie 75.000,00 € 37.500,00 €
Geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde 75.000,00 € 37.500,00 €
geneesheer-specialist in de acute geneeskunde 25.000,00 € 12.500,00 €
geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde 28.619,02 € 14.309,51 €
Huisarts op basis van verworven rechten zoals bedoeld in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen 25.000,00 € 12.500,00 €
Arts zonder bijzondere beroepstitel en zonder verworven rechten 25.000,00 € 12.500,00 €
Art. N2. Bijlage 2. - Aanvraag van de sociale voordelen voor sommige artsen voor het jaar 2017
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 26-09-2016, p. 66924)