1 JULI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 tot uitvoering van artikel 36 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat betreft de zorgtrajecten worden de woorden "voor een initiële periode van vier jaar" opgeheven.
Art.2. In artikel 9, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 4ter van het koninklijk besluit van 15 september 2006" vervangen door de woorden " artikel 9 van het koninklijk besluit van 23 maart 2012 ".
Art.3. Het opschrift van hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : " Forfaitaire honoraria voor de artsen en afschaffing van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden vanaf het tweede jaar van het zorgtraject ".
Art.4. In artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in eerste lid, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt :
" 3° na verloop van elk jaar na het tweede jaar te rekenen vanaf het begin van het zorgtraject zoals bedoeld in artikel 6, en op voorwaarde dat enerzijds in het voorgaande jaar twee raadplegingen of bezoeken door de huisartsen bedoeld in artikel 9, eerste lid, 1° of 2°, aan de rechthebbende werden aangerekend en anderzijds in het vorig jaar een raadpleging werd aangerekend door een geneesheer-specialist zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, 3°, voor de rechthebbenden met een pathologie zoals bedoeld in artikel 3, 1°, en door een geneesheer-specialist zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, 4°, voor de rechthebbenden zoals bedoeld in artikel 3, 2°, betaalt de verzekeringsinstelling het forfaitair honorarium zoals bedoeld in artikel 11 voor het volgende jaar aan de huisarts en de geneesheer-specialist binnen de dertig dagen na de verjaardag van het begin van het zorgtraject en verlengt ze de periode waarover de rechthebbende geen persoonlijk aandeel verschuldigd is op de honoraria bedoeld in artikel 9, tot het einde van het volgende kalenderjaar. ";
b) wordt het tweede lid vervangen als volgt :
" Voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 3, 2°, wordt als aanrekening van een raadpleging van de geneesheer-specialist eveneens in aanmerking genomen de aanrekening :
1° van een forfait voor hemodialyse met de code 761272-761283 of 761515-761526 zoals bepaald volgens het koninklijk besluit van 23 juni 2003 tot uitvoering van artikel 71bis, §§ 1en 2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
2° van het honorarium voor de prestatie 470433-470444 of 470374-470385 zoals bepaald in artikel 20 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 3, 1° en 2°, wordt als aanrekening van een raadpleging van de geneesheer-specialist eveneens in aanmerking genomen de aanrekening van de honoraria voor de prestaties 598404, 598146, 598706,598205,598721, 598743, 599782, 599804, 597763, 599384, 598323, 599406, 599421, 597785 zoals bepaald in artikel 25 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. ".
Art.5. In artikel 11, §§ 1 en 2, van hetzelfde besluit worden de woorden " voor het tweede, derde en vierde jaar " vervangen door de woorden " vanaf het tweede jaar ".
Art.6. In hetzelfde besluit wordt een artikel 16/1 ingevoegd, luidende :
" Art. 16/1. De verzekeringsinstelling brengt de rechthebbende, de huisarts en de geneesheer-specialist binnen de maand schriftelijk op de hoogte van de vaststelling dat niet is voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 10.
In dat geval kan met de rechthebbende een nieuw zorgtrajectcontract gesloten worden. ".
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2009.
Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.