Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot oprichting van het overlegcomité inzake collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten en inzake audiovisuele aangelegenheden



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Samenstelling en beraadslaging
Art. 2-11
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 12-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011011199 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het Wetboek : het Wetboek van economisch recht;
  2° het overlegcomité : het overlegcomité, opgericht bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie overeenkomstig artikel XI.282 van het Wetboek;
  3° de minister : de minister bevoegd voor het auteursrecht.

HOOFDSTUK 2. - Samenstelling en beraadslaging
Art.2. Onverminderd de artikelen 3 en 4 omvat het overlegcomité :
  1° vertegenwoordigers van de beheersvennootschappen die overeenkomstig artikel XI.259 van het Wetboek, of de artikelen 67 en 72 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten vergund zijn om hun activiteiten op het Belgische grondgebied uit te oefenen;
  2° vertegenwoordigers van de organisaties die :
  a) de auteurs, uitvoerende kunstenaars of producenten van audiovisuele werken vertegenwoordigen,
  b) representatief zijn, en
  c) door de minister zijn aangewezen;
  3° vertegenwoordigers van
  a) de omroeporganisaties die hun audiovisuele uitzendingen ten minste over het volledige grondgebied van een gemeenschap uitzenden, en/of
  b) een overkoepelende organisatie die de lokale omroeporganisaties van een of meerdere gemeenschappen vertegenwoordigt, en
  c) door de minister zijn aangewezen;
  4° vertegenwoordigers van organisaties die :
  a) de debiteuren van de rechten vertegenwoordigen,
  b) representatief zijn, en
  c) door de minister zijn aangewezen;
  5° vertegenwoordigers van organisaties die :
  a) de consumenten vertegenwoordigen,
  b) representatief zijn, en
  c) door de minister zijn aangewezen;
  6° vertegenwoordigers van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren;
  7° vertegenwoordigers van de Commissie voor boekhoudkundige normen.

Art.3. § 1. Voor de opdrachten bedoeld in artikel XI.282, § 1, 1°, van het Wetboek, komt het overlegcomité bijeen met de categorieën van leden bedoeld in artikel 2, 1° en 4° tot 7° van dit besluit.
  § 2. Elke categorie van leden bedoeld in § 1 is binnen het overlegcomité vertegenwoordigd door :
  1° maximum twee afgevaardigden per beheersvennootschap die, overeenkomstig artikel XI.259 van het Wetboek of de artikelen 67 en 72 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, vergund is om haar activiteiten op het Belgische grondgebied uit te oefenen;
  2° maximum twee afgevaardigden per organisatie die :
  a) de debiteuren van de rechten vertegenwoordigt,
  b) representatief is, en
  c) door de minister is aangewezen;
  3° maximum twee afgevaardigden per organisatie die :
  a) de consumenten vertegenwoordigt,
  b) representatief is, en
  c) door de minister is aangewezen;
  4° maximum drie afgevaardigden van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren;
  5° maximum drie afgevaardigden van de Commissie voor de boekhoudkundige normen.
  § 3. Onverminderd artikel 4, kunnen de in § 2, 2° en 3° vermelde organisaties slechts deelnemen aan de vergaderingen van het overlegcomité die als onderwerp de bespreking van de uitvoeringsmaatregelen bedoeld in artikel XI.253 van het Wetboek hebben.

Art.4. § 1. Voor de uitvoering van de taken vermeld in artikel XI.282, § 3, van het Wetboek, komt het overlegcomité bijeen met de leden, bedoeld in artikel 2, 1° tot 5° van dit besluit, met dien verstande dat :
  1° de in artikel 2, 1° bedoelde beheersvennootschappen als statutair doel het beheer van de rechten van audiovisuele werken moeten hebben, voor rekening van :
  a) hetzij de auteurs;
  b) hetzij de uitvoerende kunstenaars;
  c) hetzij de producenten van audiovisuele werken;
  2° de debiteuren van de rechten, zijnde onder meer de kabelmaatschappijen en de representatieve organisaties van de telecomoperatoren die audiovisuele diensten aanbieden, omvatten.
  § 2. Elke categorie van leden bepaald in paragraaf 1 wordt binnen de audiovisuele afdeling door een beperkt aantal afgevaardigden vertegenwoordigd.
  Voor de uitvoering van de taken vermeld in artikel XI.282, § 3, van het Wetboek, omvat het overlegcomité, audiovisuele afdeling :
  1° maximum vier afgevaardigden van de beheersvennootschappen als volgt verdeeld :
  a) twee afgevaardigden van beheersvennootschappen die de auteurs vertegenwoordigen;
  b) één afgevaardigde van beheersvennootschappen die de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen;
  c) één afgevaardigde van beheersvennootschappen die de producenten van audiovisuele werken vertegenwoordigen;
  2° maximum vijf afgevaardigden van representatieve organisaties die de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van audiovisuele werken bepaald in § 1 vertegenwoordigen, als volgt verdeeld :
  a) twee afgevaardigden van representatieve organisaties die de auteurs vertegenwoordigen;
  b) één afgevaardigde van representatieve organisaties die de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen;
  c) twee afgevaardigden van representatieve organisaties die de producenten van audiovisuele werken vertegenwoordigen;
  3° vier tot zes afgevaardigden van organisaties die de omroeporganisaties bepaald in § 1 vertegenwoordigen;
  4° tussen vier en acht afgevaardigden van kabelmaatschappijen en representatieve organisaties van de debiteuren van de rechten, bepaald in § 1, 4°, verdeeld als volgt :
  a) twee afgevaardigden van de kabelmaatschappijen;
  b) twee afgevaardigden van de telecommunicatieoperatoren die audiovisuele diensten aanbieden;
  c) tussen één en vier afgevaardigden van andere representatieve organisaties van de debiteuren;
  5° maximum twee afgevaardigden van representatieve organisaties van de consumenten bepaald in § 1, 5°.
  § 3. Voor elk van de betrokken categorieën van leden van het overlegcomité bedoeld in artikel 2, 1° tot 5°, duidt de minister de afgevaardigden aan :
  a) ofwel op gemeenschappelijk voorstel van de leden van het overlegcomité van elke betrokken categorie van leden;
  b) ofwel, bij gebreke aan akkoord tussen de leden van het overlegcomité van de betrokken categorie, uit eigen beweging, op voorstel van de leden van de betrokken categorie.
  § 4. Elke gemeenschap mag vertegenwoordigd zijn door één lid, in de hoedanigheid van waarnemer tijdens de vergaderingen van het overlegcomité in uitvoering van de taken bepaald in artikel XI.282, § 3 van het Wetboek.

Art.5. § 1. Het overlegcomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de minister.
  § 2. De voorzitter stelt de agenda van de vergadering op. Indien een meerderheid van de categorieën van leden van het overlegcomité ten minste zeven dagen voor de vergadering de voorzitter verzoekt om een punt op de agenda toe te voegen, is de voorzitter verplicht om dit punt op te nemen. De andere leden zullen van dit nieuwe punt op de agenda verwittigd worden.
  De uitnodiging en de agenda worden minstens vijftien dagen voor de vergadering per elektronische post verstuurd. Indien er een nieuw punt op de agenda wordt toegevoegd, op verzoek van een meerderheid van de categorieën van leden van het overlegcomité, wordt dit onverwijld per elektronische post medegedeeld aan de andere leden.
  De documenten betreffende de te bespreken agendapunten worden minstens vijf dagen voor de vergadering per elektronische post verstuurd.
  Van deze termijnen kan worden afgeweken in geval van dringende of onvoorziene omstandigheden.
  Met consensus tussen de leden van het overlegcomité kan de voorzitter een agendapunt ter zitting toevoegen aan de agenda.
  § 3. Het overlegcomité kan slechts een advies geven over de punten die op de agenda van de zitting ingeschreven zijn.
  § 4. Het overlegcomité kan adviezen geven ongeacht het aantal personen aanwezig op de vergadering.
  § 5. De adviezen worden bij consensus aangenomen. Bij gebrek aan consensus herneemt het advies de verschillende standpunten.

Art.6. Het secretariaat van het overlegcomité wordt verzorgd door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom.

Art.7. De vergaderingen van het overlegcomité zijn niet openbaar.

Art.8. Het staat het overlegcomité vrij om externe deskundigen of alle personen waarvan de medewerking nuttig is voor de werkzaamheden uit te nodigen.
  De leden, de deskundigen en elke andere genodigde zijn geheimhouding verschuldigd wat betreft de vertrouwelijke documenten en informatie en de inhoud van het debat waarvan zij kennis genomen hebben. De voorzitter kan een lid ter orde roepen na het gehoord te hebben.

Art.9. De ambtenaren van de Dienst voor de Intellectuele Eigendom en van de Controledienst van de beheersvennootschappen, alsook de deskundigen die door hen aangeduid worden, hebben het recht de vergaderingen van het overlegcomité bij te wonen.

Art.10. De standpunten uitgedrukt tijdens de zittingen van het overlegcomité, evenals de conclusies van de debatten, worden opgenomen in een verslag.
  Het ontwerp van verslag wordt naar de leden van het overlegcomité gestuurd en wordt tijdens de volgende zitting goedgekeurd.

Art.11. Wanneer het overlegcomité besluit een ad hoc werkgroep op te richten, dan bepaalt hij de samenstelling van de groep.
  Het overlegcomité kan ofwel de eventuele deskundigen en personen waarop de ad hoc groep een beroep kan doen, aanduiden, ofwel de ad hoc groep machtigen om de eventuele deskundigen en personen aan te duiden. In dit laatste geval dient de aanduiding door de ad hoc groep te worden bekrachtigd, naargelang het geval, door het overlegcomité tijdens de eerstvolgende vergadering na de aanduiding.
  De ad hoc werkgroep bereidt de werken van het overlegcomité voor en formuleert hierover een verslag en andere nuttige voorstellen.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.12. Het koninklijk besluit van 26 mei 2011 tot oprichting van het overlegcomité inzake collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten wordt opgeheven.

Art.13. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 14. De minister bevoegd voor het auteursrecht is belast met de uitvoering van dit besluit.