12 APRIL 2016. - Koninklijk besluit betreffende het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen van marktdeelnemers
Afdeling 1. - Verplichtingen van de fabrikanten
Art. 5
Afdeling 2. - Gemachtigden
Art. 6
Afdeling 3. - Verplichtingen van importeurs
Art. 7
Afdeling 4. - Verplichtingen van distributeurs
Art. 8
Afdeling 5. - Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs
Art. 9
Afdeling 6. Identificatie van marktdeelnemers
Art. 10
HOOFDSTUK 3. - Beveiligingsbepalingen
Art. 11
HOOFDSTUK 4. - Conformiteit van het explosief
Art. 12-16
HOOFDSTUK 5. - Taalverplichtingen
Art. 17
HOOFDSTUK 6. - Conformiteitsbeoordelingsinstanties
Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden voor aangemelde instanties
Art. 18-29
Afdeling 2. - Dochterondernemingen van en uitbesteding door aangemelde instanties
Art. 30-33
Afdeling 3. - Aanmeldingsprocedure
Art. 34-36
Afdeling 4. - Toezicht en sancties
Art. 37-42
Afdeling 5. - Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
Art. 43-48
Afdeling 6. - Informatieverplichting voor aangemelde instanties
Art. 49
HOOFDSTUK 7. - Explosieven die op nationaal niveau een risico vertonen
Art. 50
HOOFDSTUK 8. - Conforme explosieven die toch een risico meebrengen
Art. 51
HOOFDSTUK 9. - Formele niet-conformiteit
Art. 52
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art. 53-55
BIJLAGEN.
Art. N1-N4
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
Artikel 1. Dit besluit strekt tot gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2014/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik.
Art.2. Dit besluit is van toepassing op explosieven voor civiel gebruik die in de aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen als explosieven worden omschreven en aldaar zijn ingedeeld in klasse 1.
Dit besluit is niet van toepassing op:
1° explosieven, met inbegrip van munitie, die bestemd zijn om overeenkomstig de nationale wetgeving te worden gebruikt door de strijdkrachten of de politie;
2° pyrotechnische artikelen die onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 20 oktober 2015 betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen vallen;
3° munitie.
Bijlage 1 bevat een niet-uitputtende lijst van pyrotechnische artikelen en munitie als bedoeld in het tweede lid, 2° en 3°, geïdentificeerd ingevolge de aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen.
Art.3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "explosieven": alle stoffen en voorwerpen die in de aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen als explosieven worden omschreven en aldaar zijn ingedeeld in klasse 1;
2° "munitie": projectielen met of zonder drijfladingen, alsmede losse flodders die worden gebruikt in draagbare vuurwapens, artillerie en andere vuurwapens;
3° "veiligheid": voorkoming van ongevallen en, indien zulks onmogelijk is, het beperken van de gevolgen daarvan;
4° "beveiliging": voorkoming van gebruik voor doeleinden die strijdig zijn met de openbare orde;
5° "overbrengingsvergunning": het besluit dat wordt genomen aangaande geplande overbrengingen van explosieven binnen de Unie;
6° "overbrenging": materiële verplaatsing van explosieven binnen de Unie, met uitzondering van verplaatsingen die op hetzelfde terrein worden uitgevoerd;
7° "op de markt aanbieden": het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een explosief met het oog op distributie of gebruik op de markt van de Unie;
8° "in de handel brengen": het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een explosief;
9° "fabrikant": een natuurlijke of rechtspersoon die een explosief vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en dat explosief onder zijn naam of handelsmerk verhandelt of het gebruikt voor eigen doeleinden;
10° "gemachtigde": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;
11° "importeur": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een explosief uit een derde land in de Unie in de handel brengt;
12° "distributeur": een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de importeur, die een explosief op de markt aanbiedt;
13° "marktdeelnemers": de fabrikant, de gemachtigde, de importeur, de distributeur en elke natuurlijke of rechtspersoon die explosieven opslaat, gebruikt, overbrengt, invoert, uitvoert of verhandelt;
14° "technische specificaties": een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan een explosief moet voldoen;
15° "geharmoniseerde norm": een geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad;
16° "accreditatie": accreditatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad;
17° "nationale accreditatie-instantie": nationale accreditatie-instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad;
18° "conformiteitsbeoordeling": het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële veiligheidseisen van dit besluit met betrekking tot een explosief;
19° "conformiteitsbeoordelingsinstantie": een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;
20° "terugroepen": maatregel waarmee wordt beoogd een explosief te doen terugkeren dat al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld;
21° "uit de handel nemen": maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een explosief dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;
22° "harmonisatiewetgeving van de Unie": alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert;
23° "CE-markering": een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het explosief in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Unie die in het aanbrengen ervan voorziet;
24° "gemachtigde van de minister": de directeur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
25° "overheidsdienst": de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
26° "markttoezicht" : activiteiten en maatregelen van overheidsinstanties om ervoor te zorgen dat producten voldoen aan de eisen die zijn opgenomen in de ter zake doende harmonisatiewetgeving van de Europese Unie;
27° "markttoezichtautoriteit" : de autoriteit of autoriteiten van een lidstaat verantwoordelijk voor het uitvoeren van markttoezicht op het eigen grondgebied.
Art.4. De Belgische markttoezichtautoriteiten zijn deze vermeld in het ministerieel besluit van 25 april 2014 tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht.
De bevoegde Belgische autoriteit is de Overheidsdienst.
HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen van marktdeelnemers
Afdeling 1. - Verplichtingen van de fabrikanten
Art.5. § 1. Wanneer zij hun explosieven in de handel brengen of gebruiken voor eigen doeleinden, waarborgen fabrikanten dat deze explosieven werden ontworpen en vervaardigd overeenkomstig de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2.
§ 2. Fabrikanten stellen de in bijlage 3 genoemde technische documentatie op en laten de in artikel 13 bedoelde toepasselijke conformiteits-beoordelingsprocedure uitvoeren.
Wanneer met die procedure is aangetoond dat het explosief aan de toepasselijke eisen voldoet, stellen fabrikanten een EU-conformiteitsverklaring op en brengen zij de CE-markering aan.
§ 3. Fabrikanten bewaren de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht.
§ 4. Fabrikanten zorgen ervoor dat zij beschikken over procedures om de conformiteit van hun serieproductie met dit besluit te blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met veranderingen in het ontwerp of in de kenmerken van het explosief en met veranderingen in de geharmoniseerde normen of in andere technische specificaties waarnaar in de conformiteitsverklaring van het explosief is verwezen.
§ 5. Fabrikanten zorgen ervoor dat op explosieven die zij in de handel hebben gebracht een unieke identificatie is aangebracht overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 april 2009 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van springstoffen voor civiel gebruik. Voor explosieven die uitgezonderd zijn van dat systeem:
1° zorgen fabrikanten ervoor dat op explosieven die zij in de handel hebben gebracht een type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel is aangebracht, of wanneer dit vanwege de geringe omvang, de vorm of het ontwerp van het explosief niet mogelijk is, dat de vereiste informatie op de verpakking of in een bij het explosief gevoegd document is vermeld;
2° vermelden fabrikanten op het explosief, of wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij het explosief gevoegd document, hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde handelsmerk en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen. Het adres vermeldt één enkel punt waar contact met de fabrikant opgenomen kan worden. De contactgegevens worden gesteld in een voor eindgebruikers en markttoezichtautoriteiten gemakkelijk te begrijpen taal.
§ 6. Fabrikanten zien erop toe dat explosieven die zij op de markt hebben gebracht, vergezeld gaan van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen. Die instructies en informatie aangaande de veiligheid, alsmede eventuele etikettering, moeten duidelijk en begrijpelijk zijn.
§ 7. Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht explosief niet in overeenstemming is met dit besluit, nemen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om dat explosief in overeenstemming te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen fabrikanten, indien het explosief een risico vertoont, de overheidsdienst en de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het explosief op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
§ 8. Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van de overheidsdienst of een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het explosief met dit besluit aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van de overheidsdienst of Belgische markttoezichtsautoriteiten worden deze ten minste in het Nederlands, in het Frans of in het Duits vertaald. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen om de risico's van de door hen in de handel gebrachte explosieven uit te sluiten.
Afdeling 2. - Gemachtigden
Art.6. § 1. Een fabrikant kan via een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen.
De verplichtingen uit hoofde van artikel 5, § 1, en de in artikel 5, § 2, bedoelde verplichting om technische documentatie op te stellen maken geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde.
§ 2. Een gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te verrichten:
1° hij houdt de EU-conformiteitsverklaring en de technische documentatie gedurende tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht ter beschikking van de nationale markttoezichtautoriteiten;
2° hij verstrekt de overheidsdienst of een bevoegde nationale autoriteit op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van een explosief aan te tonen;
3° hij verleent op verzoek van de overheidsdienst of van de bevoegde nationale autoriteiten medewerking aan eventueel genomen maatregelen om de risico's van explosieven die onder het mandaat van de gemachtigde vallen uit te sluiten.
Afdeling 3. - Verplichtingen van importeurs
Art.7. § 1. Importeurs brengen alleen explosieven in de handel die aan de gestelde eisen voldoen.
§ 2. Alvorens een explosief in de handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de juiste conformiteitsbeoordelingsprocedure als bedoeld in artikel 13 heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld, dat het explosief voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de voorgeschreven documenten, en dat de fabrikant aan de eisen van artikel 5, § 5, heeft voldaan.
Wanneer een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een explosief niet in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2, mag hij het explosief niet in de handel brengen alvorens het in overeenstemming is gemaakt. Wanneer het explosief een risico vertoont, brengt de importeur de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten hiervan bovendien op de hoogte.
§ 3. Importeurs vermelden op het explosief, of wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij het explosief gevoegd document, hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde handelsmerk en het postadres waarop contact met hen kan worden opgenomen. De contactgegevens worden gesteld in een voor eindgebruikers en markttoezichtautoriteiten gemakkelijk te begrijpen taal.
§ 4. Importeurs zien erop toe dat het explosief vergezeld gaat van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen.
§ 5. Importeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het explosief verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden van het explosief dat de conformiteit ervan met de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2 niet in het gedrang komt.
§ 6. Importeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht explosief niet in overeenstemming is met dit besluit, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het explosief in overeenstemming te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen importeurs, indien het explosief een risico vertoont, de overheidsdienst en bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het explosief op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
§ 7. Importeurs houden gedurende tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht, een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt.
§ 8. Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van de overheidsdienst of een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van een explosief aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van de overheidsdienst of Belgische markttoezichts-autoriteiten worden deze ten minste in het Nederlands, in het Frans of in het Duits vertaald. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen om de risico's van de door hen in de handel gebrachte explosieven uit te sluiten.
Afdeling 4. - Verplichtingen van distributeurs
Art.8. § 1. Distributeurs die een explosief op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid in verband met de eisen van dit besluit.
§ 2. Alvorens een explosief op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of het explosief voorzien is van de CE- markering en vergezeld gaat van de voorgeschreven documenten en van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een taal die de eindgebruikers in de lidstaat waar het explosief op de markt wordt aangeboden, gemakkelijk kunnen begrijpen, en of de fabrikant en de importeur aan de eisen van respectievelijk artikel 5, § 5 en artikel 7, § 3, hebben voldaan.
Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een explosief niet in overeenstemming is met de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2, mag hij het explosief pas op de markt aanbieden nadat het in overeenstemming is gemaakt. Wanneer het explosief een risico vertoont, brengt de distributeur de fabrikant of de importeur hiervan bovendien op de hoogte, evenals de markttoezichtautoriteiten.
§ 3. Distributeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het explosief verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden van het explosief dat de conformiteit ervan met de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2 niet in het gedrang komt.
§ 4. Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen op de markt aangeboden explosief niet in overeenstemming is met dit besluit, zien erop toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om het explosief in overeenstemming te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen distributeurs, indien het explosief een risico vertoont, de overheidsdienst en de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het explosief op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
§ 5. Distributeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van de overheidsdienst of een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit op papier of elektronisch alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van een explosief aan te tonen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen om de risico's van de door hen op de markt aangeboden explosieven uit te sluiten.
Afdeling 5. - Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs
Art.9. Een importeur of distributeur wordt voor de toepassing van dit besluit als een fabrikant beschouwd en hij moet aan de in artikel 5 vermelde verplichtingen van de fabrikant voldoen wanneer hij een explosief onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of een reeds in de handel gebracht explosief zodanig wijzigt dat de conformiteit met dit besluit in het gedrang kan komen.
Afdeling 6. Identificatie van marktdeelnemers
Art.10. Voor explosieven die niet vallen onder het koninklijk besluit van 26 april 2009 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van springstoffen voor civiel gebruik, delen marktdeelnemers, op verzoek, aan de markttoezichtautoriteiten mee:
1° welke marktdeelnemer een explosief aan hen heeft geleverd;
2° aan welke marktdeelnemer zij een explosief hebben geleverd.
Marktdeelnemers zijn in de mogelijkheid tot tien jaar nadat het explosief aan hen is geleverd en tot tien jaar nadat zij het explosief hebben geleverd, om de in het eerste lid bedoelde informatie te kunnen verstrekken.
HOOFDSTUK 3. - Beveiligingsbepalingen
Art.11. Om explosieven te mogen overbrengen tussen verschillende lidstaten moet de ontvanger van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming een overbrengingsvergunning hebben gekregen. De doorvoer van explosieven over het grondgebied van een lidstaat wordt door de voor de overbrenging verantwoordelijke marktdeelnemer gemeld aan de bevoegde autoriteiten van die lidstaat, die de overbrenging voorafgaandelijk moeten goedkeuren.
Het document van intracommunautaire overbrenging van explosieven vergezelt de explosieven tot aan de beoogde plaats van bestemming van de explosieven. Het wordt op verzoek van de bevoegde autoriteiten overgelegd. Een kopie van dat document wordt bewaard door de ontvanger en deze legt het aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de ontvanger voor indien deze het wenst te onderzoeken.
Wanneer een intracommunautaire overbrenging van explosieven wordt aangevraagd, verstrekt de ontvanger de volgende gegevens:
1° naam en adres van de betrokken marktdeelnemers;
2° aantal en hoeveelheid van de overgebrachte explosieven;
3° een volledige beschrijving van de betrokken explosieven en de middelen waarmee deze kunnen worden geïdentificeerd, met inbegrip van het identificatienummer van de Verenigde Naties;
4° de gegevens met betrekking tot de inachtneming van de voorwaarden voor het in de handel brengen, voor zover de explosieven in de handel worden gebracht;
5° de wijze van overbrenging en de route;
6° de geplande data van vertrek en aankomst;
7° zo nodig, de precieze plaats waar de explosieven in de lidstaten worden binnengebracht, respectievelijk de lidstaten verlaten.
De gegevens bedoeld in het derde lid, 1°, zijn voldoende gedetailleerd om het voor de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken met de betrokken marktdeelnemers contact op te nemen en de bevestiging te krijgen dat de betrokken marktdeelnemers gemachtigd zijn om de zending in ontvangst te nemen.
De intracommunautaire overbrengingsvergunning kan te allen tijde bij een met redenen omkleed besluit worden geschorst of ingetrokken.
Op verzoek, zenden de ontvangers van de explosieven en de betrokken marktdeelnemers alle te hunner beschikking staande relevante gegevens over overbrengingen van explosieven toe aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vertrek en aan die van de lidstaten van doorvoer.
Geen enkele marktdeelnemer mag explosieven overbrengen tussen verschillende lidstaten zolang de ontvanger van de explosieven niet in het bezit is van de vergunningen die daartoe op grond van dit artikel vereist zijn.
HOOFDSTUK 4. - Conformiteit van het explosief
Art.12. Explosieven die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht in overeenstemming te zijn met de in bijlage 2 beschreven essentiële veiligheidseisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken.
Art.13. Voor de beoordeling van de conformiteit van explosieven volgt de fabrikant een van de volgende procedures van bijlage 3:
1° het EU-typeonderzoek (module B), en naar keuze van de fabrikant een van de volgende procedures:
a) conformiteit met het type op basis van interne productiecontrole plus productcontroles onder toezicht met willekeurige tussenpozen (module C2);
b) conformiteit met het type op basis van kwaliteitsborging van het productieproces (module D);
c) conformiteit met het type op basis van productkwaliteitsborging (module E);
d) conformiteit met het type op basis van productkeuring (module F);
2° conformiteit op basis van eenheidskeuring (module G).
Art.14. In de EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2 is voldaan.
De EU-conformiteitsverklaring komt overeen met het model van bijlage 4, bevat de in de desbetreffende modules van bijlage 3 vermelde elementen en wordt voortdurend bijgewerkt. Zij wordt vertaald in de taal of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar het explosief in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden.
Wanneer meer dan één handeling van de Unie voor een explosief een EU-conformiteitsverklaring vereist, wordt één EU-conformiteitsverklaring met betrekking tot al die handelingen van de Unie opgesteld. In die verklaring wordt duidelijk aangegeven om welke handelingen van de Unie het gaat, met vermelding van de publicatiereferenties ervan.
Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het explosief met de eisen van dit besluit op zich.
Art.15. De CE-markering is onderworpen aan de algemene beginselen die zijn vastgesteld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008.
Art.16. § 1. De CE-markering wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar op het explosief aangebracht. Wanneer dit gezien de aard van het explosief niet mogelijk of niet gerechtvaardigd is, wordt de CE-markering aangebracht op de verpakking en in de begeleidende documenten.
§ 2. De CE-markering wordt aangebracht voordat het explosief in de handel wordt gebracht.
§ 3. De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie wanneer die instantie betrokken is bij de productiecontrolefase.
Het identificatienummer van de aangemelde instantie wordt aangebracht door die instantie zelf dan wel overeenkomstig haar instructies door de fabrikant of diens gemachtigde.
§ 4. De CE-markering en, indien van toepassing, het identificatienummer van de aangemelde instantie, kunnen worden gevolgd door een ander teken dat een bijzonder risico of gebruik aanduidt.
§ 5. Bij voor eigen gebruik vervaardigde explosieven, explosieven die onverpakt of in Mobile Explosives Manufacturing Units (MEMUs) worden vervoerd en geleverd om rechtstreeks in het schietgat te worden gelost of explosieven die worden vervaardigd op de plaats waar zij tot ontploffing worden gebracht en die nadat zij geproduceerd zijn, onmiddellijk worden geladen (productie ter plaatse), wordt de CE-markering op de begeleidende documenten aangebracht.
HOOFDSTUK 5. - Taalverplichtingen
Art.17. Conform artikel IX.9 van het Wetboek van economisch recht worden de instructies en informatie, zoals bepaald in de artikelen 5, § 6, 7, §§ 3 en 4, en 8 § 2, betreffende de explosieven bestemd om op de markt te worden aangeboden, ten minste opgesteld in de taal of talen van het taalgebied waar de explosieven op de markt worden aangeboden (het Franse taalgebied, het Nederlandse taalgebied, het Duitse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad).
HOOFDSTUK 6. - Conformiteitsbeoordelingsinstanties
Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden voor aangemelde instanties
Art.18. De conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar Belgisch recht opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid.
Art.19. De conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties of explosieven.
Art.20. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is geaccrediteerd voor de conformiteits-beoordelingstaken die ze verricht overeenkomstig de voormelde Verordening (EG) nr. 765/2008.
Art.21. De conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de explosieven, noch de vertegenwoordiger van een van deze partijen. Dit belet echter niet het gebruik van explosieven die nodig zijn voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of het gebruik van dergelijke explosieven voor persoonlijke doeleinden.
De conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen, installeren, gebruiken of onderhouden van explosieven. Zij oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor zij zijn aangemeld in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt met name voor adviesdiensten.
Conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van hun dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten.
Art.22. Conformiteitsbeoordelingsinstanties en hun personeel voeren de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied en zij zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten kunnen beïnvloeden, met name van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze activiteiten.
Art.23. De conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten die in bijlage 3 aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij is aangemeld, ongeacht of deze taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.
De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt te allen tijde, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort of elke categorie explosieven waarvoor zij is aangemeld over:
1° het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten;
2° de beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot reproductie van deze procedures worden gewaarborgd. Zij beschikt over een gepast beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten;
3° procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, de structuur ervan, de relatieve complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt over de middelen die nodig zijn om de technische en administratieve taken in verband met de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.
Art.24. Het voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordelingstaken verantwoordelijke personeel beschikt over:
1° een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld;
2° een bevredigende kennis van de eisen inzake de beoordelingen die het verricht en voldoende bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren;
3° voldoende kennis over en inzicht in essentiële veiligheidseisen in bijlage 2, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Unie en de Belgische wetgeving;
4° de bekwaamheid om certificaten, verslagen en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht.
Art.25. De onpartijdigheid van de conformiteitsbeoordelingsinstanties, hun hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht wordt gewaarborgd.
De verloning van de hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken van een conformiteitsbeoordelingsinstantie verricht, hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.
Art.26. Conformiteitsbeoordelingsinstanties sluiten een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering af.
Art.27. Het personeel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie behandelt vertrouwelijk alle informatie waarvan het kennisneemt bij de uitoefening van haar taken uit hoofde van bijlage 3 of bepalingen van nationaal recht die daaraan uitvoering geven. Deze informatie kan enkel worden meegedeeld met de gemachtigde van de minister en de bevoegde instanties van de lidstaat waarin de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden beschermd.
Art.28. Conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen deel aan, of zorgen ervoor dat het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, op de hoogte is van de desbetreffende normalisatieactiviteiten en de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht uit hoofde van de desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Unie, en hanteren de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten als algemene richtsnoeren.
Art.29. Wanneer een conformiteits-beoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen in de artikelen 18, 19 en 21 tot en met 28 te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen deze eisen dekken.
Afdeling 2. - Dochterondernemingen van en uitbesteding door aangemelde instanties
Art.30. Wanneer de aangemelde instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming aan de eisen in artikelen 18 tot 28 voldoet, en brengt zij de gemachtigde van de minister hiervan op de hoogte.
Art.31. Aangemelde instanties nemen de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door onderaannemers of dochterondernemingen, ongeacht waar deze gevestigd zijn.
Art.32. Activiteiten mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.
Art.33. Aangemelde instanties houden de relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of de dochteronderneming en over de door de onderaannemer of dochteronderneming uit hoofde van bijlage 3 uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van de gemachtigde van de minister.
Afdeling 3. - Aanmeldingsprocedure
Art.34. De conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij de gemachtigde van de minister.
Het verzoek gaat vergezeld van een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s), de explosieven waarvoor de instantie wenst aangemeld te worden en het accreditatiecertificaat dat is afgegeven door de accreditatieinstelling BELAC of van een accreditatie-instantie die het akkoord van wederzijdse erkenning (MLA - MultiLateral Agreements) inzake accreditatie van de EA (European Co-operation for Accreditation) heeft ondertekend, waarin wordt verklaard dat de conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen van de artikelen 18 tot 28.
Art.35. De aanmeldingsaanvraag wordt onderzocht door de overheidsdienst. Dit onderzoek is gesteund op de bij het aanvraagdossier gevoegde stukken, iedere beschikbare informatie alsook op elk nodig geacht onderzoek ter plaatse.
De overheidsdienst onderzoekt de ontvankelijkheid en volledigheid van de aanvraag en stelt de aanvrager hiervan in kennis. Hij deelt hem mee welke stukken en inlichtingen er nog ontbreken.
Na de vaststelling van de volledigheid van het dossier neemt de gemachtigde van de minister een beslissing om al dan niet de instantie aan te melden bij de Europese Commissie. Deze beslissing heeft slechts uitwerking vijftien dagen na de aanmelding bij de Europese Commissie overeenkomstig artikel 36, en voor zover er door de Europese Commissie of de andere lidstaten geen bezwaren werden ingediend binnen twee weken na de aanmelding.
Art.36. § 1. In geval van een positieve beslissing meldt de gemachtigde van de minister de erkende instantie onverwijld aan bij de Europese Commissie.
De gemachtigde van de minister stelt de betrokken instantie in kennis van de beslissing en van het feit of er eventuele bezwaren werden ingediend door de Europese Commissie of de andere lidstaten binnen twee weken na de aanmelding.
§ 2. In geval van een negatieve beslissing wordt deze onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken instantie door de gemachtigde van de minister.
§ 3. Voor de toepassing van dit besluit worden de instanties die aangemeld zijn bij de Europese Commissie door een van de lidstaten overeenkomstig voormelde Richtlijn 2014/28/EU gelijkgesteld met de instanties aangemeld overeenkomstig dit besluit.
Afdeling 4. - Toezicht en sancties
Art.37. De aangemelde instanties verlenen vrije toegang tot hun lokalen aan de ambtenaren die door de gemachtigde van de minister werden belast met een onderzoek of een audit om te controleren of de werking van de aangemelde instantie in overeenstemming is met de bepalingen van dit besluit en om te controleren of de erkenningsvoorwaarden nageleefd zijn. Zij stellen alle documenten en gegevens welke nodig zijn voor het uitvoeren van de opdracht ter beschikking van deze ambtenaren. Op aanvraag worden deze documenten of een kopie ervan, aan deze ambtenaren toevertrouwd.
Art.38. Onverminderd de controlemodaliteiten die zijn voorzien in het koninklijk besluit van 27 april 2007 ter bepaling van de werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen, kan de minister de erkenning beperken, schorsen of intrekken indien de met het toezicht belaste ambtenaren vaststellen dat een van de eisen van de artikelen 18 tot 28 niet meer wordt nageleefd of indien de aangemelde instantie zich niet houdt aan de uit de bepalingen van de artikelen 43 tot 47 voortvloeiende verplichtingen. De minister neemt de beslissing om erkenningen te beperken, te schorsen of in te trekken op basis van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen.
De minister kan de erkenning eveneens beperken of intrekken indien, na een periode van drie jaar te rekenen vanaf de datum van de in artikel 36 bedoelde aanmelding, blijkt dat de instantie geen enkele activiteit heeft uitgeoefend in het domein waarop de erkenning betrekking heeft of dat deze activiteit verwaarloosbaar is.
Art.39. De beslissingen genomen in uitvoering van de bepalingen van het artikel 38 worden aan de betrokken instantie medegedeeld.
Indien de beslissing de beperking, schorsing of de intrekking van de erkenning als gevolg heeft, treedt zij in werking op de datum van de mededeling.
Art.40. De erkenning wordt van rechtswege ingetrokken indien de in artikel 20 bedoelde accreditatie door de accreditatieinstelling werd ingetrokken of niet werd hernieuwd. De intrekking van de erkenning treedt in werking wanneer, na verloop van de procedure die volgt uit het bij de accreditatieinstelling eventueel ingediend beroep, deze instelling de intrekking of niet hernieuwing van de accreditatie bevestigt.
Art.41. In afwijking van hetgeen wordt bepaald in artikel 20 en 34, tweede lid kan een conformiteits-beoordelingsinstantie worden aangemeld tot 30 april 2018 wanneer ze op 30 april 2016 een aanvraag tot accreditatie heeft ingediend bij de accreditatieinstelling maar de aanvraag tot accreditatie nog niet werd afgerond.
Art.42. De gemachtigde van de minister wijzigt onverwijld de aanmelding bij de Commissie van de Europese Unie om deze in overeenstemming te brengen met de beperking, schorsing of intrekking in uitvoering van de artikelen 36 tot 38, en brengt de Commissie en de andere lidstaten hiervan onmiddellijk op de hoogte.
Wanneer de aanmelding wordt beperkt, opgeschort of ingetrokken of de aangemelde instantie haar activiteiten staakt, dan kan de gemachtigde van de minister opdragen dat de dossiers worden overgedragen aan een andere aangemelde instantie, dan wel op een andere manier ter beschikking worden gehouden voor inzage op verzoek door de verantwoordelijke aanmeldende autoriteiten en markttoezichtautoriteiten.
Afdeling 5. - Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
Art.43. Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures in bijlage 3.
Art.44. De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt de marktdeelnemers onnodig te belasten. De conformiteitsbeoordelingsinstantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve technologische complexiteit van de producten en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
Hierbij eerbiedigt zij echter de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat het explosief voldoet aan dit besluit.
Art.45. Wanneer een aangemelde instantie vaststelt dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële veiligheidseisen in bijlage 2 of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen of andere technische specificaties, verzoekt zij die fabrikant passende corrigerende maatregelen te nemen en verleent zij geen conformiteitscertificaat.
Art.46. Wanneer een aangemelde instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat vaststelt dat een explosief niet meer in overeenstemming is, verzoekt zij die fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schorst zij het certificaat of trekt zij dit in.
Art.47. Wanneer geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.
Art.48. De aangemelde instantie voorziet een beroepsprocedure met betrekking tot haar beslissingen.
Afdeling 6. - Informatieverplichting voor aangemelde instanties
Art.49. De aangemelde instanties brengen de gemachtigde van de minister op de hoogte van:
1° elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten;
2° omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van of de voorwaarden voor aanmelding;
3° informatieverzoeken over conformiteits-beoordelingsactiviteiten die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen;
4° elke wijziging van de statuten van de instantie;
5° een jaarlijks verslag omvattende een financieel verslag alsook een syntheseverslag betreffende hun activiteiten als aangemelde instantie;
6° op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.
Aangemelde instanties verstrekken de andere uit hoofde van dit besluit aangemelde instanties die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor dezelfde explosieven verrichten, relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten, en op verzoek ook over positieve conformiteits-beoordelingsresultaten.
HOOFDSTUK 7. - Explosieven die op nationaal niveau een risico vertonen
Art.50. § 1. Wanneer markttoezichtautoriteiten voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een explosief een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen, of voor eigendommen of het milieu vormt, voeren zij een beoordeling van het explosief uit in het licht van alle relevante in dit besluit vastgestelde eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken hiertoe op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.
Wanneer markttoezichtautoriteiten bij de in het eerste lid bedoelde beoordeling vaststellen dat het explosief niet aan de eisen van dit besluit voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij passende corrigerende maatregelen neemt om het explosief met deze eisen in overeenstemming te maken of binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de desbetreffende aangemelde instantie hiervan op de hoogte.
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in het tweede lid genoemde maatregelen.
§ 2. Wanneer markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd.
§ 3. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken explosieven die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
§ 4. Wanneer de desbetreffende marktdeelnemer niet binnen de in § 1, tweede lid, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun nationale markt aanbieden van het explosief te verbieden of te beperken, dan wel het explosief in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.
§ 5. De in § 4, tweede lid, bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het niet-conforme explosief te identificeren en om de oorsprong van het explosief, de aard van de beweerde niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de desbetreffende marktdeelnemer. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de niet-conformiteit een van de volgende redenen heeft:
1° het explosief voldoet niet aan de eisen ten aanzien van de gezondheid of veiligheid van personen, of van de bescherming van eigendommen of van het milieu; of
2° tekortkomingen in de geharmoniseerde normen waarnaar in artikel 12 wordt verwezen als normen die een vermoeden van conformiteit vestigen.
§ 6. Indien binnen drie maanden na de ontvangst van de in § 4, tweede lid, bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de Commissie, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.
§ 7. De overheidsdienst zorgt ervoor dat ten aanzien van het betrokken explosief onmiddellijk passende beperkende maatregelen worden genomen, zoals het uit de handel nemen van dit explosief.
HOOFDSTUK 8. - Conforme explosieven die toch een risico meebrengen
Art.51. Wanneer de overheidsdienst na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 50, § 1, vaststelt dat een explosief dat in overeenstemming is met dit besluit toch een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen, of voor eigendommen of het milieu meebrengt, verlangt hij van de desbetreffende marktdeelnemer dat hij alle passende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het explosief dat risico niet meer meebrengt wanneer het in de handel wordt gebracht, of om het explosief binnen een door de lidstaat vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen.
De marktdeelnemer zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken explosieven die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
De overheidsdienst brengt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte. Die informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het explosief te identificeren en om de oorsprong en de toeleveringsketen van het explosief, de aard van het risico en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen.
HOOFDSTUK 9. - Formele niet-conformiteit
Art.52. Onverminderd toepasbare maatregelen voor explosieven die een risico vertonen, genomen overeenkomstig de boeken IX en XV van het Wetboek van economisch recht, manen de ambtenaren die hiertoe bevoegd zijn op grond van het ministerieel besluit van 25 april 2014 tot aanstelling van de ambtenaren die belast zijn met de opsporing en vaststelling van de inbreuken bepaald in artikel XV.2 van het Wetboek van economisch recht, de betrokken marktdeelnemer aan om een einde te stellen aan de niet-conformiteit, wanneer zij een van volgende vaststellingen doen:
1° de CE-markering is in strijd met artikel 30 van voornoemde Verordening (EG) nr. 765/2008 of artikel 16 van dit besluit aangebracht;
2° de CE-markering is niet aangebracht;
3° het identificatienummer van de aangemelde instantie, wanneer die instantie betrokken is bij de productiecontrolefase, is niet volgens de voorschriften van artikel 16 aangebracht of is niet aangebracht;
4° de EU-conformiteitsverklaring is niet opgesteld;
5° de EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld;
6° technische documentatie is niet beschikbaar of onvolledig;
7° de gegevens als bedoeld in artikel 5, § 5, of artikel 7, § 3, ontbreken, zijn onjuist of zijn onvolledig;
8° er is niet voldaan aan een ander administratief voorschrift van artikel 5 of artikel 7.
Wanneer de in het eerste lid bedoelde niet-conformiteit voortduurt, neemt de overheidsdienst alle passende maatregelen om het op de markt aanbieden van het explosief te beperken of te verbieden, of het explosief terug te roepen of uit de handel te nemen.
HOOFDSTUK 10. - Slotbepalingen
Art.53. Het ministerieel besluit van 17 januari 1995 houdende ambtelijke erkenning van de explosieven voor civiel gebruik, met EG-merkteken gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 12 maart 2003 en 18 november 2004 wordt opgeheven op 20 april 2016.
Art.54. Dit besluit treedt in werking op 20 april 2016.
Art.55. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - VOORWERPEN DIE IN DE BETREFFENDE AANBEVELINGEN VAN DE VERENIGDE NATIES ALS PYROTECHNISCH OF MUNITIE BESCHOUWD WORDEN
VN- nr. | BENAMING EN OMSCHRIJVING | KLASSE/ DIVISIE | VERKLARENDE WOORDENLIJST (slechts ter informatie) |
0009 | Brandmunitie, met verspreidings-, uitstoot- of drijvende lading | 1.2 G | Munitie Algemene term die vooral verwijst naar voorwerpen met een militaire toepassing: alle soorten bommen, granaten, raketten, mijnen, projectielen en dergelijke. Brandmunitie Munitie die een brandstichtende stof bevat. Voor zover de brandstichtende stof zelf geen ontplofbare stof is, bevat deze munitie bovendien één of meer van de volgende componenten: een voortdrijvende lading met ontsteker en aanvuurlading; een buis met verspreidings- of uitstootlading. |
0010 | Brandmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0009 |
0015 | Rookmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.2 G | Rookmunitie Munitie die een rookverwekkende stof bevat. Voor zover de rookverwekkende stof zelf geen ontplofbare stof is, bevat de munitie bovendien één of meer van de volgende componenten: een voortdrijvende lading met ontsteker en aanvuurlading; een buis met verspreidings- of uitstootlading. |
0016 | Rookmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0015 |
0018 | Traanverwekkende munitie, met verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.2 G | Traanverwekkende munitie, met verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading Munitie die een traanverwekkende stof bevat. Ze bevat ook één of meer van de volgende bestanddelen: een pyrotechnische stof, een voortdrijvende lading met ontsteker en aanvuurlading; een buis met verspreidings- of uitstootlading. |
0019 | Traanverwekkende munitie, met verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0018 |
0039 | Flitslichtbommen | 1.2 G | Flitslichtbommen Ontplofbare voorwerpen die uit een vliegtuig worden geworpen met het doel om een kortstondige, intense verlichting voor fotografische doeleinden te bewerkstelligen. Ze bevatten een flitslichtmengsel. |
0049 | Flitslichtpatronen | 1.1 G | Flitslichtpatronen Voorwerpen bestaande uit een huls, een ontsteker en flitslicht sas. De voorwerpen zijn gereed om te worden afgevuurd. |
0050 | Flitslichtpatronen | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0049 |
0054 | Seinpatronen | 1.3 G | Seinpatronen Voorwerpen ontworpen om gekleurde lichtsignalen of andere signalen af te vuren uit seinpistolen, enz. |
0066 | Snelkoord | 1.4 G | Snelkoord Voorwerp bestaande uit textieldraden die zijn bedekt met zwart buskruit of met een ander snelbrandend pyrotechnisch mengsel en zijn voorzien van een buigzaam beschermend omhulsel, of bestaande uit een kern van zwart buskruit in een buigzame textielbekleding. Het voorwerp verbrandt in de lengterichting met een uitwendige vlam en dient om de ontsteking van een ontstekingsinrichting over te brengen op een lading of een ontsteker. |
0092 | Grondfakkels | 1.3 G | Fakkels Voorwerpen die samengesteld zijn uit pyrotechnische stoffen en die ontworpen zijn te verlichten, te identificeren, te seinen of te waarschuwen. |
0093 | Fakkels voor vliegtuigen | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0092 |
0101 | Gezwinde lont, niet detonerend | 1.3 G | Lont In het Engels worden fuse en fuze soms door elkaar gebruikt; beide woorden hebben dezelfde Franse oorsprong (fusée, fusil), maar het is beter om onderscheid te maken tussen fuse, een koordachtig ontstekingsmechanisme, en fuze, een onderdeel van munitie, dat mechanische, elektrische, chemische of hydrostatische onderdelen bevat, en wordt gebruikt om een ontstekingsketen op gang te brengen d.m.v. deflagratie of ontploffing. Gezwinde lont, niet detonerend Voorwerp bestaande uit katoendraden, geïmpregneerd met fijn zwart buskruit. Het brandt met een uitwendige vlam en wordt gebruikt in de ontstekingsketens voor vuurwerk, enz. |
0103 | Vuurkoord, kokervormig, met metalen bekleding | 1.4 G | Vuurkoord, kokervormig, met metalen bekleding Voorwerp bestaande uit een metalen koker die een kern van deflagrerende ontplofbare stof bevat. |
0171 | Lichtmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.2 G | Lichtmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading Munitie ontworpen om één enkele bron van intens licht voort te brengen, teneinde een gebied te verlichten. Onder deze benaming vallen lichtpatronen, lichtgranaten en lichtprojectielen, alsmede verlichtings- en doelmarkeringsbommen. |
0191 | Handseinmiddelen | 1.4 G | Voorwerpen die zijn bedoeld om signalen te produceren. |
0192 | Knalseinen voor spoorwegdoeleinden | 1.1 G | Zie bij VN-nr. 0191 |
0194 | Scheepsnoodsignalen | 1.1 G | Zie bij VN-nr. 0191 |
0195 | Scheepsnoodsignalen | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0191 |
0196 | Rooksignalen | 1.1 G | Zie bij VN-nr. 0191 |
0197 | Rooksignalen | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0191 |
0212 | Lichtspoorelementen voor munitie | 1.3 G | Lichtspoorelementen voor munitie Gesloten voorwerpen die pyrotechnische stoffen bevatten, ontworpen om de baan van een projectiel zichtbaar te maken. |
0254 | Lichtmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0171 |
0297 | Lichtmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0254 |
0299 | Flitslichtbommen | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0039 |
0300 | Brandmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0009 |
0301 | Traanverwekkende munitie, met verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0018 |
0303 | Rookmunitie, met of zonder verspreidings-, uitstoot- of voortdrijvende lading | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0015 |
0306 | Lichtspoorelementen voor munitie | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0212 |
0312 | Seinpatronen | 1.4 G | Seinpatronen Voorwerpen ontworpen om gekleurde lichtsignalen of andere signalen af te vuren uit seinpistolen enz. |
0313 | Rooksignalen | 1.2 G | Zie bij VN-nr. 0195 |
0318 | Oefengranaten, hand- of geweer- | 1.3 G | Granaten, hand- of geweer- Voorwerpen zonder hoofdspringlading, ontworpen om met de hand te worden geworpen of met een vuurwapen te worden afgevuurd. Ze bevatten het ontstekingsmechanisme en kunnen een markeringslading bevatten. |
0319 | Ontstekingsdoppen | 1.3 G | Ontstekingsdoppen Voorwerpen die bestaan uit een ontstekingsmiddel en een deflagrerende hulplading, zoals zwart buskruit. Ze worden gebruikt om de voortdrijvende lading te ontsteken in de hulzen van geschutsmunitie, enz. |
0320 | Ontstekingsdoppen | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0319 |
0333 | Vuurwerk | 1.1 G | Vuurwerk Pyrotechnische voorwerpen bestemd voor amusementsdoeleinden. |
0334 | Vuurwerk | 1.2 G | Zie bij VN-nr. 0333 |
0335 | Vuurwerk | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0333 |
0336 | Vuurwerk | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0333 |
0362 | Oefenmunitie | 1.4 G | Oefenmunitie Munitie die geen hoofdspringlading bevat, maar wel een verspreidings- of uitstootlading. Gewoonlijk is de munitie ook voorzien van een buis en een voortdrijvende lading. |
0363 | Munitie voor beproevingen | 1.4 G | Munitie voor beproevingen Munitie die een pyrotechnische stof bevat en gebruikt wordt om de doelmatigheid of de kracht van nieuwe munitie of nieuwe onderdelen van wapens of wapensystemen te testen. |
0372 | Oefengranaten, hand- of geweer- | 1.2 G | Zie bij VN-nr. 0318 |
0373 | Handseinmiddelen | 1.4 S | Zie bij VN-nr. 0191 |
0403 | Fakkels voor vliegtuigen | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0092 |
0418 | Grondfakkels | 1.2 G | Zie bij VN-nr. 0092 |
0419 | Grondfakkels | 1.1 G | Zie bij VN-nr. 0092 |
0420 | Fakkels voor vliegtuigen | 1.1 G | Zie bij VN-nr. 0092 |
0421 | Fakkels voor vliegtuigen | 1.2 G | Zie bij VN-nr. 0092 |
0424 | Projectielen, inert met lichtspoorelementen | 1.3 G | Projectielen Voorwerpen zoals granaten of kogels die worden verschoten uit een kanon, een ander stuk geschut, een geweer of een ander kleinkaliberwapen. |
0425 | Projectielen, inert met lichtspoorelementen | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0424 |
0428 | Pyrotechnische voorwerpen voor technische doeleinden | 1.1 G | Pyrotechnische voorwerpen voor technische doeleinden Voorwerpen die pyrotechnische stoffen bevatten en die bestemd zijn voor pyrotechnische doeleinden, zoals ontwikkeling van warmte of gassen, toneeleffecten, enz. De volgende voorwerpen vallen niet onder deze benaming: elke soort munitie; seinpatronen; explosieve kabelsnijders; vuurwerk; fakkels voor vliegtuigen; grondfakkels; explosieve ontspanningsontstekers; klinknagelpatronen; handseinmiddelen; noodsignalen; knalseinen voor spoorwegdoeleinden; rooksignalen. |
0429 | Pyrotechnische voorwerpen voor technische doeleinden | 1.2 G | Zie bij VN-nr. 0428 |
0430 | Pyrotechnische voorwerpen voor technische doeleinden | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0428 |
0431 | Pyrotechnische voorwerpen voor technische doeleinden | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0428 |
0434 | Projectielen met verpreidings- of uitstootlading | 1.2 G | Projectielen Voorwerpen zoals granaten of kogels die worden verschoten uit een kanon, een ander stuk geschut, een geweer of een ander kleinkaliberwapen. |
0435 | Projectielen met verpreidings- of uitstootlading | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0434 |
0452 | Oefengranaten, hand- of geweer- | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0372 |
0487 | Rooksignalen | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0194 |
0488 | Oefenmunitie | 1.3 G | Oefenmunitie Munitie die geen hoofdspringlading bevat, maar wel een verspreidings- of uitstootlading. Gewoonlijk is de munitie ook voorzien van een buis en een voortdrijvende lading. Onder deze benaming vallen niet oefengranaten, deze zijn apart in de lijst opgenomen. |
0492 | Knalseinen voor spoorwegdoeleinden | 1.3 G | Zie bij VN-nr. 0194 |
0493 | Knalseinen voor spoorwegdoeleinden | 1.4 G | Zie bij VN-nr. 0194 |
0503 | Gasgeneratoren voor airbags of airbagmodules of aanspaninrichtingen voor veiligheidsgordels | 1.4 G | |
0110 | Oefengranaten, hand- of geweer- | 1.4 S | Zie bij VN-nr. 0318 |
0193 | Knalseinen voor spoorwegdoeleinden | 1.4 S | Zie bij VN-nr. 0194 |
0337 | Vuurwerk | 1.4 S | Zie bij VN-nr. 0334 |
0345 | Projectielen, inert met lichtspoorelement | 1.4 S | Projectielen Voorwerpen zoals granaten of kogels die worden verschoten uit een kanon, een ander stuk geschut, een geweer of een ander kleinkaliberwapen. |
0376 | Ontstekingsdoppen | 1.4 S | Zie bij VN-nr. 0319 |
0404 | Fakkels voor vliegtuigen | 1.4 S | Zie bij VN-nr. 0092 |
0405 | Seinpatronen | 1.4 S | Seinpatronen Voorwerpen ontworpen om gekleurde lichtsignalen of andere signalen af te vuren uit seinpistolen, enz. |
0432 | Pyrotechnische voorwerpen voor technische doeleinden | 1.4 S |