Details





Titel:

3 JULI 2016. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 21 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-08-2016 en tekstbijwerking tot 04-11-2019)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019015040 



Artikels:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "wet van 30 november 1998": de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst;
  2° "persoonsgegevens": de persoonsgegevens zoals gedefinieerd in de [1 wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]1;
  3° "verwerking": de verwerking zoals gedefinieerd in de [1 wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]1.
  ----------
  (1)<KB 2019-10-02/08, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 14-11-2019>

Art.2. Voor de toepassing van artikel 21 van de wet van 30 november 1998, onverminderd de regels betreffende de vernietiging van geclassificeerde documenten overeenkomstig de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, worden de persoonsgegevens die door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten verwerkt zijn in het kader van hun opdrachten, vernietigd ten laatste binnen een termijn van vijftig jaar volgend op de laatste verwerking, behalve indien ze:
  1° een door het Rijksarchief erkend historisch karakter hebben, of
  2° nog noodzakelijk zijn voor de doeleinden waarvoor zij werden verwerkt, of
  3° noodzakelijk zijn in het kader van een lopende gerechtelijke procedure.
  Voor het beginpunt van de termijn van vijftig jaar bedoeld in het eerste lid, wordt de loutere bewaring van de persoonsgegevens niet beschouwd als verwerking in de zin van artikel 1, 3°.
  In de gevallen voorzien in het eerste lid, 2° en 3°, wordt de noodzaak van de verdere bewaring van de persoonsgegevens onderzocht door de betrokken dienst op basis van een evaluatie van het verband dat zij nog vertonen met de doeleinden bedoeld in de artikelen 7, 8 en 11 van de wet van 30 november 1998 of met een lopende gerechtelijke procedure.
  Na afloop van de termijn van vijftig jaar en vervolgens om de vijf jaar, evalueren de diensten de noodzaak om de persoonsgegevens te bewaren. De gegevens worden vernietigd vanaf het ogenblik waarop de noodzaak om ze te bewaren verdwenen is.

Art.3. De persoonsgegevens worden vernietigd, naargelang de drager, door middel van de meest passende technische methoden rekening houdend met de evolutie van de technologie ter zake, zodat ze onmogelijk nog geëxploiteerd kunnen worden.

Art.4.De vernietiging van de persoonsgegevens wordt uitgevoerd onder de controle van het betrokken diensthoofd of de persoon die hij hiertoe aanduidt, en in aanwezigheid van de [1 functionaris voor gegevensbescherming aangeduid overeenkomstig artikel 91 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens]1.
  ----------
  (1)<KB 2019-10-02/08, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 14-11-2019>

Art.5. Een proces-verbaal van vernietiging wordt opgesteld door de persoon die de vernietiging heeft uitgevoerd en wordt medeondertekend door de personen bedoeld in artikel 4.
  Overeenkomstig artikel 17, derde lid van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen wordt het in het vorige lid bedoelde proces-verbaal medeondertekend door de veiligheidsofficier wanneer de vernietiging slaat op documenten met een hogere classificatiegraad dan "Vertrouwelijk".
  Het proces-verbaal wordt bewaard binnen de betrokken dienst.

Art. 6. Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Defensie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.