3 AUGUSTUS 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat de gebouwen voor leerlingenbegeleiding betreft (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij W2017-10-22/13, art. 16)
Art. 1-3
Artikel 1.Rubriek XL van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 2015 wordt vervangen als volgt :
"XL. Gebouwen bestemd voor onderwijs en leerlingenbegeleiding
Het verlaagd tarief van zes pct. is van toepassing op :
1° de leveringen van gebouwen, bestemd voor het school- of universitair onderwijs dat op grond van artikel 44, § 2, 4°, a), van het Wetboek is vrijgesteld, alsook de vestigingen, overdrachten en wederoverdrachten van zakelijke rechten op zulke goederen die niet overeenkomstig artikel 44, § 3, 1°, van het Wetboek van de belasting zijn vrijgesteld;
2° de levering van gebouwen bestemd voor de psycho-medisch-sociale centra en de centra voor leerlingenbegeleiding, die op grond van artikel 44, § 2, 2°, tweede lid, zesde streepje, van het Wetboek zijn vrijgesteld alsook de vestigingen, overdrachten en wederoverdrachten van zakelijke rechten op zulke goederen die niet overeenkomstig artikel 44, § 3, 1°, van het Wetboek van de belasting zijn vrijgesteld;
3° het werk in onroerende staat in de zin van artikel 19, § 2, tweede lid, van het Wetboek, met uitsluiting van de reiniging, en de andere handelingen bedoeld in rubriek XXXI, § 3, 3° tot 6°, met betrekking tot de onder 1° en 2° genoemde gebouwen;
4° de in artikel 44, § 3, 2°, b), van het Wetboek bedoelde onroerende [financieringshuur] of onroerende leasing die betrekking heeft op de in de bepalingen onder 1° en 2° genoemde gebouwen.". <ERRATUM, zie B.St. 31-08-2016, p. 59029>
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.
Art. 3. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.