27 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 mei 1964 tot vaststelling van de zetel, alsmede van het ambtsgebied en de bevoegdheden van de hypotheekkantoren
Art. 1-17
Artikel 1. In artikel 2, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 mei 1964 tot vaststelling van de zetel, alsmede van het ambtsgebied en de bevoegdheden van de hypotheekkantoren, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 december 1982 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 april 1996, worden de woorden "verzekert, voor dezelfde gemeenten, de dienst van de Deposito- en Consignatiekas; het" en "eveneens", geschrapt.
Art.2. In artikel 2ter, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.3. In artikel 3, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, worden de woorden ", uitgenomen de dienst van de Deposito- en Consignatiekas die, voor dezelfde gemeenten, wordt verzekerd door het speciaal kantoor van de Administratie van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, Registratie en Domeinen beoogd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 oktober 1901," geschrapt.
Art.4. In artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.5. In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 mei 2004, worden de woorden "en het verzekert daarenboven de dienst van Deposito- en Consignatiekas", geschrapt.
Art.6. In artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.7. In artikel 6bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, worden de woorden "; het verzekert, daarenboven, voor dezelfde gemeenten de dienst van Deposito- en Consignatiekas", geschrapt.
Art.8. In artikel 7bis, § 2, van hetzelfde besluit ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.9. In artikel 7ter, § 2, van hetzelfde besluit ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.10. In artikel 8, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, worden de woorden "; het verzekert, daarenboven, voor dezelfde gemeenten de dienst van Deposito- en Consignatiekas", geschrapt.
Art.11. In artikel 8bis, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, worden de woorden "; het verzekert, eveneens, voor alle hierna in deze paragraaf opgesomde gemeenten, de dienst van Deposito- en Consignatiekas", geschrapt.
Art.12. In artikel 9bis, § 2, van hetzelfde besluit ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.13. In artikel 10, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, worden de woorden "; het verzekert, daarenboven, voor dezelfde gemeenten, de dienst van de Deposito- en Consignatiekas", geschrapt.
Art.14. In artikel 10bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit ingevoerd bij het koninklijk besluit van 13 augustus 1970 en vervangen bij het koninklijk besluit van 10 december 1976, worden de woorden "; het verzekert, daarenboven, voor dezelfde gemeenten, de dienst van de Deposito- en Consignatiekas", geschrapt.
Art.15. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.
Art. 17. De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.