Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 JUNI 2016. - Wet tot wijziging van de artikelen 2, 3, 8, 13, 14 en 15 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1971040101 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. Artikel 2 van de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1996 en de wetten van 15 januari 1999 en 20 juli 1999, wordt vervangen als volgt:
  " Art. 2. § 1. De Regie is ermee belast de terreinen, gebouwen en aanhorigheden ervan, die noodzakelijk zijn voor de diensten van de Staat, voor de door de Staat beheerde openbare diensten, voor de uitvoering van de internationale verplichtingen van de Staat inzake immobiliën, evenals voor de huisvesting van sommige categorieën van het door de Staat bezoldigd personeel, ter beschikking van de Staat te stellen en te beheren als een goede huisvader met inbegrip van de tijdelijke terbeschikkingstelling aan derden indien een goed tijdelijk niet nuttig is voor de Staat en de hierboven genoemde diensten.
  § 2. De Koning kan, onverminderd de uitvoering door de Regie der Gebouwen van haar in paragraaf 1 bedoelde opdrachten, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de toepassing van deze wet uitbreiden tot de gebouwen die ressorteren onder:
  1° federale instellingen al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige openbare instellingen;
  2° de in België gevestigde internationale instellingen en internationale scholen.
  De kosten voor de prestaties van de Regie der Gebouwen ten bate van de in 1° bedoelde federale instellingen vallen ten laste van deze instellingen.
  § 3. Om het doel bepaald in paragraaf 1 te realiseren zal de Regie der Gebouwen :
  1° gebouwen oprichten, renoveren, inrichten en onderhouden;
  2° onroerende goederen verwerven via aankoop, onteigening of het verwerven van zakelijke rechten;
  3° onroerende goederen verkopen of er zakelijke rechten op vestigen;
  4° onroerende goederen huren, verhuren en voor korte of voor langere tijd ter beschikking stellen van derden, al dan niet in afwachting van een herbestemming van het betrokken onroerend goed;
  5° alle handelingen verrichten die betrekking hebben op het doel dat zij nastreeft of die van aard zijn de verwezenlijking hiervan te vergemakkelijken, met inbegrip van het afsluiten van alle contracten die betrekking hebben op persoonlijke of zakelijke rechten, het opstellen van basisakten en authentieke akten. Deze verrichtingen worden op loyale, zorgvuldige en integere wijze uitgevoerd ten name en voor rekening van de Staat of van de openbare instelling overeenkomstig artikel 15 en rekening houdend met de belangen van alle daarbij betrokken partijen.
  § 4. Nadat zij ertoe gemachtigd is bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, kan de Regie der Gebouwen, met het oog op de verwezenlijking van de in paragraaf 3 bedoelde verrichtingen, kapitaalparticipaties nemen of zich verenigen met één of meer natuurlijke of rechtspersonen naar publiek- of privaatrecht met het oog op het oprichten van een rechtspersoon of een publiek-private samenwerking.
  § 5. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, aan de Regie der Gebouwen toestemming verlenen om de onroerende goederen, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, een andere bestemming te geven dan de huisvesting van bovenvermelde diensten.
  Die toestemming wordt slechts in uitzonderlijke gevallen verleend. De bestemming moet materieel mogelijk zijn in het betrokken onroerende goed, het algemeen belang ten goede komen.
  Het koninklijk besluit bepaalt de investeringen waartoe de Regie der Gebouwen wordt gemachtigd en de voorwaarden waaronder die onroerende goederen ter beschikking worden gesteld.
  Binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit wordt bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een verslag ingediend dat de tekst van het besluit overneemt. "

Art.3. Artikel 3, 2de lid, van dezelfde wet wordt als volgt vervangen :
  " De Minister is bevoegd om alle daden van beschikking en beheer te stellen. "

Art.4. Artikel 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij de programmawet van 22 december 1989, wordt vervangen als volgt:
  " De middelen waarover de Regie der Gebouwen beschikt zijn kapitaalmiddelen en inkomsten.
  Worden inzonderheid beschouwd als kapitaalmiddelen:
  1° de aanvangsdotatie;
  2° elke aanvullende dotatie die ieder jaar door de Staat wordt toegekend en die een eigen inspanning van de Staat tot vermeerdering van zijn onroerend bezit vertegenwoordigt;
  3° de invorderbare thesaurievoorschotten van de Staat;
  4° de opbrengst van alle uitgevoerde onroerende verrichtingen.
  Worden inzonderheid beschouwd als inkomsten:
  1° de huurgelden en retributies die zij int;
  2° de inkomsten uit de onroerende goederen die ze beheert. "

Art.5. Het artikel 13 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 november 1996, wordt opgeheven.

Art.6. Artikel 14 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 7. Het artikel 15 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
  " Art. 15. § 1. Voor de organisatie en de afhandeling van de vastgoedverrichtingen en samenhangende daden met betrekking tot de goederen waarvoor de Regie der Gebouwen bevoegd is, heeft de Regie der Gebouwen de keuze om hiervoor beroep te doen op:
  1° hetzij de diensten van het Federaal Aankoopcomité waarbij de ambtenaren van dat Comité gemachtigd zijn om te handelen in naam en voor rekening van de Regie der Gebouwen;
  2° hetzij de eigen diensten en personeelsleden van de Regie der Gebouwen, eventueel met bijstand van de diensten van het Federaal Aankoopcomité of van andere derden die zij aanstelt voor het geheel, een gedeelte of specifieke onderdelen van de vastgoedverrichtingen die ze beoogt te organiseren en af te handelen.
  Onder vastgoedverrichtingen wordt verstaan de aankoop, de verkoop, de onteigening evenals het verwerven en het toekennen van zakelijke rechten.
  Onder samenhangende daden wordt onder andere verstaan het opmaken van waardebepalingen, het voorbereiden van het verkoopdossier, het bekendmaken of het in mededinging stellen en het overgaan tot bezoeken.
  § 2. De vastgoedverrichtingen vereisen telkens het voorafgaand akkoord van de Inspectie van Financiën. Iedere voltrokken verrichting wordt medegedeeld aan de Minister van Financiën. Aan de Ministerraad wordt jaarlijks een lijst van de voltrokken verrichtingen medegedeeld.
  De Koning bepaalt, via een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, de voorwaarden en de modaliteiten betreffende de toepassing van deze controlemaatregelen.
  § 3. De verkopen van onroerende goederen en zakelijke rechten dienen hetzij via een openbare procedure met passende bekendmaking hetzij via een onderhandse procedure met een transparant biedproces te geschieden waarbij alle geïnteresseerden een gelijke kans tot deelname krijgen. Elke verkoop zal slechts gebeuren na ruime bekendmaking in de pers of op een vergelijkbare wijze.
  § 4. De opbrengst van de wederverkoop van onroerende goederen en zakelijke rechten die niet in het openbaar domein worden opgenomen evenals enigerlei ontvangst afkomstig van de aangekochte onroerende goederen worden aan de Regie der Gebouwen toegekend.
  § 5. De ambtenaren van de Algemene administratie van de Inning en de Invordering zijn bevoegd om op te treden namens de Regie der Gebouwen om uitstaande schulden in te vorderen.
  De voorzitter van het Federale Aankoopcomité is bevoegd om de Regie der Gebouwen daarbij in rechte te vertegenwoordigen. "