Details





Titel:

16 JUNI 2016. - Koninklijk besluit houdende de functie van huisbewaarder in de gebouwen betrokken door de Federale Overheidsdienst Financiën(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-07-2016 en tekstbijwerking tot 24-09-2019)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Aanstelling van huisbewaarders
Art. 2-7
HOOFDSTUK 3. - Contractuele indienstneming van huisbewaarders in hoofdberoep
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Voordelen, rechten en plichten van de huisbewaarders en hun tijdelijke vervanging
Art. 9-11
HOOFDSTUK 5. - Beëindiging van de aanstelling in de functie van huisbewaarder
Art. 12-15
HOOFDSTUK 6. - Evaluatie
Art. 16
HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtredings- en slotbepalingen
Art. 17-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016003183  2019041941  2019041942 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit en zijn uitvoeringsbesluiten, dient te worden verstaan onder :
  1° FOD : Federale Overheidsdienst Financiën;
  2° functionele chef : de functionele chef van de huisbewaarder in zijn hoedanigheid van huisbewaarder, die wordt aangesteld door de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde.
  § 2. Het gebruik van de mannelijke vorm in dit besluit is gemeenslachtig.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

HOOFDSTUK 2. - Aanstelling van huisbewaarders
Art.2.Een functie van huisbewaarder wordt opgericht in de gebouwen die worden betrokken door de FOD, wanneer de noodzaak hiertoe wordt vastgesteld door de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1.
  [1 De Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole of zijn gemachtigde stelt de huisbewaarder aan.]1
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

Art.3.De oproep tot de kandidaten voor een aanstelling tot huisbewaarder bevat een functiebeschrijving en het gewenste profiel met de vereiste competenties.
  De oproep wordt door de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde gericht aan alle personeelsleden van de FOD die in aanmerking komen om de functie van huisbewaarder uit te oefenen.
  De oproep wordt bekendgemaakt op het intranet van de FOD. De [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde kan beslissen om bijkomende communicatiemiddelen aan te wenden.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

Art.4. Kunnen een functie van huisbewaarder postuleren, de statutaire ambtenaren en de personeelsleden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, behorend tot de FOD, die cumulatief volgende voorwaarden vervullen :
  1° geen functie uitoefenen van het niveau A;
  2° tewerkgesteld zijn in het dienstgebouw waar de functie te begeven is, of in een dienstgebouw van waaruit de taken van huisbewaarder, rekening houdende met de verplaatsingsmogelijkheden, zo nodig binnen korte tijd kunnen worden opgenomen en de dienstverlening kan worden verzekerd tijdens en buiten de openingsuren van het dienstgebouw waar de functie te begeven is;
  3° bereid zijn om ononderbroken de functie van huisbewaarder uit te oefenen, behoudens wanneer wordt toegelaten om zich te laten vervangen;
  4° geen vermelding "onvoldoende" hebben verkregen op het einde van hun laatste evaluatieperiode;
  5° over de vereiste competenties beschikken om de functie van huisbewaarder uit te oefenen;
  6° een gezinssamenstelling hebben die de bewoning van de huisbewaarderswoning toelaat.

Art.5.§ 1. Alle kandidaten worden uitgenodigd voor een gesprek met een selectiecomité, teneinde de vereiste competenties van de kandidaten te beoordelen, alsook de beschikbaarheid om de functie van huisbewaarder ononderbroken uit te oefenen.
  Na het gesprek worden de kandidaten door het selectiecomité ingedeeld, hetzij in groep A "zeer geschikt", hetzij in groep B "geschikt", hetzij in groep C "niet geschikt". Deze indeling wordt gemotiveerd.
  § 2. Het selectiecomité is samengesteld uit ten minste drie personen die worden aangewezen door de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde.
  Wanneer voor een betrekking van huisbewaarder, in overeenstemming met de taalwetgeving, zowel Nederlandstalige als Franstalige personeelsleden zich kandidaat stellen, bevat het selectiecomité minstens één persoon van elke taalgroep en is minstens één persoon geslaagd voor het taalexamen bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 of werd hiervan vrijgesteld door deAfgevaardigd bestuurder van het Selectiebureau van de Federale Overheid.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

Art.6. De functie van huisbewaarder wordt toegekend aan één van de kandidaten in de volgende orde van voorrang :
  1° de kandidaat ingedeeld door het selectiecomité in groep A of, bij gebrek hieraan, de kandidaat ingedeeld in groep B;
  2° indien meerdere kandidaten werden ingedeeld in eenzelfde groep, het personeelslid dat het beste aantoont dat het op permanente wijze de taken van huisbewaarder op zich kan nemen, zoals bepaald bij artikel 4, 2°, 3° en 5° ;
  3° bij gelijke rangschikking overeenkomstig 2° wordt voorrang verleend aan de kandidaat behorend tot het laagste niveau;
  4° bij gelijke rangschikking overeenkomstig 3° , het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit;
  5° bij gelijke dienstanciënniteit, het oudste personeelslid.
  De dienstanciënniteit van de contractuele personeelsleden wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het rijkspersoneel.

Art.7. De aanstelling als huisbewaarder creëert noch voor de betrokkene, noch voor een persoon waarmee hij samenwoont, indien deze een personeelslid is van de FOD, een recht op verandering van standplaats of wijziging van de functie.

HOOFDSTUK 3. - Contractuele indienstneming van huisbewaarders in hoofdberoep
Art.8. § 1. Bij gebrek aan kandidaten voor een aanstelling als huisbewaarder of zo geen van de kandidaten kon worden ingedeeld in de groepen A of B als bedoeld in artikel 5, § 1, kan worden overgegaan tot contractuele indienstneming van een huisbewaarder in hoofdberoep.
  In afwijking van artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten, zijn de selectiecriteria en de selectieprocedure opgenomen in de artikelen 4, 3°, 5° en 6°, 5 en 6 van toepassing.
  Met de kandidaat die het best gerangschikt is, wordt een arbeidsovereenkomst aangegaan overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
  De bepalingen van onderhavig besluit en zijn uitvoeringsbesluiten zijn in voorkomend geval van toepassing op de contractuele huisbewaarders en hun gezinsleden, voor zover zij niet in strijd zijn met de voormelde wet van 3 juli 1978.
  § 2. De functie van huisbewaarder is een bijkomende opdracht in de zin van artikel 4, § 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

HOOFDSTUK 4. - Voordelen, rechten en plichten van de huisbewaarders en hun tijdelijke vervanging
Art.9. § 1. Als tegenprestatie voor de uitgeoefende functie heeft de aangestelde huisbewaarder alleen voordelen in natura, zijnde kosteloze huisvesting, verwarming, watervoorziening en verlichting in een woning, die aan de hedendaagse comfortnormen voldoet.
  De administratie draagt de kosten van het totale verbruik van water, huisbrandolie, gas, elektriciteit en vaste telefoon voor binnenlands telefoonverkeer, in de mate dat deze kosten binnen de normale perken blijven, rekening houdend met de samenstelling van het gezin.
  Zo wordt overgegaan tot indienstneming van een huisbewaarder bij arbeidsovereenkomst in hoofdberoep wordt hem bij zijn indienstneming de weddeschaal DC 1 toegekend. De geldelijke loopbaan van de in dienst genomen huisbewaarder ontwikkelt zich overeenkomstig het koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
  De voordelen in natura worden in voorkomend geval op zijn wedde aangerekend.
  § 2. De verhuiskosten van het eigen meubilair komen altijd ten laste van de huisbewaarder, behalve wanneer de diensten het gebouw verlaten en zich vestigen in een ander dienstgebouw waar de huisbewaarder verder wordt aangesteld.

Art.10. § 1. Een toelage wordt toegekend aan het personeelslid van de FOD dat, met instemming van de functionele chef, de huisbewaarder vervangt tijdens een afwezigheidsperiode.
  De toelage wordt per dag toegekend. Elke dag wordt gelijkgesteld met een prestatie van 7 uur 36 minuten en verloond op basis van het minimumuurloon vastgesteld in weddeschaal DC 1.
  § 2. Indien de huisbewaarder, met instemming van de functionele chef, wordt vervangen door een persoon die niet behoort tot de FOD wordt hiermee een vervangingsovereenkomst afgesloten. De plaatsvervangend huisbewaarder wordt bezoldigd in de weddeschaal DC1, zonder dat er een deel van de wedde in natura wordt uitbetaald.
  In afwijking van artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 25 april 2005 tot vaststelling van de voorwaarden voor de indienstneming bij arbeidsovereenkomst in sommige overheidsdiensten, dient de plaatsvervangend huisbewaarder niet geslaagd te zijn voor een door het Selectiebureau van de Federale Overheid georganiseerd vergelijkend wervingsexamen, een vergelijkende selectie of een selectietest.
  § 3. De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op een indienstneming van een plaatsvervangend huisbewaarder als bedoeld in de paragrafen 1 en 2.

Art.11. De Minister van Financiën bepaalt de rechten en de plichten van de personeelsleden en hun gezinsleden met betrekking tot de uitoefening van de functie van huisbewaarder en het recht op bewonen van het gebouw waarin deze functie wordt uitgeoefend.

HOOFDSTUK 5. - Beëindiging van de aanstelling in de functie van huisbewaarder
Art.12.§ 1. De aanstelling van de huisbewaarder bedoeld in hoofdstuk 2 eindigt :
  1° bij zijn pensionering;
  2° als hij ontslag neemt uit zijn hoofdambt of hoofdberoep bij de FOD;
  3° als hij ontslagen wordt uit zijn hoofdambt of hoofdberoep bij de FOD;
  4° indien de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde de functie van huisbewaarder in het gebouw afschaft of indien de FOD het gebouw verlaat en een verdere aanstelling in een nieuw dienstgebouw onnodig is;
  5° in geval van een zware fout of lichte fouten die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomen en die het noodzakelijk maken dat er een einde wordt gesteld aan de uitoefening van de functie als huisbewaarder;
  6° in geval van overlijden of van ernstige ziekte die hem definitief niet meer toelaat zijn taken als huisbewaarder uit te oefenen;
  7° als de huisbewaarder wordt belast met een functie van niveau A of niet langer op permanente basis de taken van huisbewaarder op zich kan nemen, zoals bepaald in artikel 4, 2° en 3° ;
  8° als hij niet deelneemt aan door de Minister van Financiën bepaalde opleidingen voor de huisbewaarders of na twee deelnames aan eenzelfde opleiding die niet met vrucht werd afgesloten.
  In de gevallen bedoeld onder 1°, 2° en 7°, is de huisbewaarder ertoe gehouden om de functionele chef zo vroeg mogelijk op de hoogte te brengen van zijn pensionering, ontslag, aanstelling als leidinggevende of van het feit dat hij de taken van huisbewaarder, zoals bepaald in artikel 4, 2° en 3°, niet langer op zich kan nemen.
  De huisbewaarder en samenwonenden, of bij overlijden de gezinsleden, krijgen zes maanden de tijd om de woning te verlaten.
  De termijn gaat in de eerste werkdag van de week na deze van de betekening van het schrijven waarin de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde de reden van beëindiging van het dienstverband mededeelt.
  De tekortkoming als bedoeld onder 5° wordt vastgesteld door de functionele chef. De functionele chef nodigt de huisbewaarder schriftelijk uit om gehoord te worden met vermelding van de feiten, die hem ten laste worden gelegd. De huisbewaarder mag zich laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze.
  [1 Na de huisbewaarder te hebben gehoord, stuurt de functionele chef onverwijld zijn verslag, met de eventuele schriftelijke opmerkingen van de huisbewaarder, door aan de Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole of zijn gemachtigde. De beslissing tot ontslag wordt genomen door de Directeur van de stafdienst Begroting en Beheeerscontrole of zijn gemachtigde.]1
  § 2. Tijdens het onderzoek van een tekortkoming bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 5°, en het vijfde lid, kan de huisbewaarder in zijn functie worden geschorst door de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde, mits de huisbewaarder voorafgaandelijk te hebben gehoord over de feiten die hem ten laste worden gelegd.
  Tijdens de duur van de schorsing behoudt hij de voordelen bedoeld in artikel 9.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

Art.13.De in artikel 12, § 1, bedoelde termijn voor het verlaten van de woning kan door de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde om sociale redenen worden verlengd.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

Art.14. Aan de aanstelling van de huisbewaarder kan, benevens de gevallen opgesomd in artikel 12, § 1, tevens een einde worden gesteld met een opzeggingstermijn van zes maanden, die ingaat op de in artikel 12, § 1, vierde lid, bepaalde datum.

Art.15.Het personeelslid dat zijn functie als huisbewaarder wenst te beëindigen, moet de [1 Directeur van de stafdienst Begroting en Beheerscontrole]1 of zijn gemachtigde hiervan ten minste zes maanden voorafgaand aan de ontslagdatum bij aangetekend schrijven in kennis stellen, behalve in geval van overmacht.
  ----------
  (1)<KB 2019-09-10/08, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2019>

HOOFDSTUK 6. - Evaluatie
Art.16. Het contractuele personeelslid dat de functie van huisbewaarder uitoefent in hoofdberoep wordt in deze functie geëvalueerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt.

HOOFDSTUK 7. - Inwerkingtredings- en slotbepalingen
Art.17. Dit besluit is van toepassing op de reeds in dienst zijnde huisbewaarders.

Art.18. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 19. De minister bevoegd voor de Financiën en de minister belast met de Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.