Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

8 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen tot vrijstelling van de beursstudenten en -onderzoekers van de retributie



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1981001949 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1/1, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd door het koninklijk besluit van 16 februari 2015, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 1/1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk dient onder beurs te worden verstaan : de toelage om een studie te volgen en/of onderzoekswerk te verrichten, geheel of gedeeltelijk toegekend door of voor rekening van :
  1° de Belgische Staat, door of krachtens de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, of organisaties naar Belgisch recht die hij daartoe financiert krachtens artikel 27, § 5, van deze wet of krachtens artikel 5, § 2, 5° van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht;
  2° de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en de gemeenten;
  3° de instellingen voor hoger onderwijs, georganiseerd, erkend of gesubsidieerd op grond van de federale of gemeenschapswetgeving;
  4° de internationale organisaties van publiek recht waarvan België lid is;
  5° de bij koninklijk besluit erkende stichtingen van openbaar nut."

Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1/1/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 1/1/1. § 1. Onder voorbehoud van paragraaf 2, wordt het bedrag van de retributie bedoeld in artikel 1/1, van de wet, vastgelegd als volgt :
  1° de vreemdeling jonger dan 18 jaar : gratis;
  2° de vreemdeling die 18 jaar of ouder is :
  de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 1°, 2°, 5°, 9° en 10°, van de wet : 215 euro;
  de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 3°, 4°, 6° en 7°, van de wet : 160 euro;
  de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 8°, van de wet : 60 euro.
  § 2. De afwijkingen van de betaling van de bedragen bedoeld in paragraaf 1, zijn vastgelegd als volgt :
  1° de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 3° en 4°, van de wet, ingediend door een vreemdeling bedoeld in artikel 10, § 1, 6°, van de wet : gratis;
  2° de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 3° en 4°, van de wet, ingediend door de familieleden van een vreemdeling met de status van langdurig ingezetene in een andere lidstaat, voor zover zij deel uitmaakten van zijn gezin in de andere lidstaat : 60 euro;
  3° de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 6°, van de wet, ingediend door een alleenstaand gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar, voor zover het een attest voorlegt dat uitgaat van een door de Belgische diplomatieke of consulaire post erkende arts dat aantoont dat het wegens zijn handicap niet in zijn eigen behoeften kan voorzien : gratis;
  4° de aanvragen bedoeld in artikel 1/1, § 2, 1°, 2°, 7°, 8° en 9°, van de wet, ingediend door een vreemdeling die een beurs geniet zoals bedoeld in artikel 1/1 : gratis. Daartoe moet de vreemdeling het bewijs voorleggen dat hij houder is van een beurs die is toegekend door een instelling of een overheid bedoeld in artikel 1/1, door middel van een standaardformulier waarvan het model is vastgesteld door de minister of met een attest afgegeven door de Algemene Directie Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
  § 3. De bedragen bedoeld in de paragrafen 1 en 2 zijn per aanvraag en per persoon.
  De betaling van het bedrag bedoeld in de paragrafen 1 en 2 wordt uitgevoerd door overschrijving op bankrekening BE57 6792 0060 9235.
  De persoon die de betaling uitvoert vermeldt in de mededeling bij de overschrijving de naam en voornaam van de vreemdeling, zijn geboortedatum en nationaliteit, volgens deze structuur : "NaamVoornaamNationaliteitDDMMJJJJ".".

Art.3. In artikel 1/2, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 16 februari 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid, worden de woorden "uit te voeren en er het bewijs van te leveren" ingevoegd tussen het woord "bedrag" en de woorden "binnen een termijn" en worden de woorden "uit te voeren" geschrapt;
  2° in het derde lid, worden de woorden "1/1, § 2" vervangen door de woorden "1/1/1, § 3".

Art.4. In bijlage 42, bij hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 16 februari 2015, worden de woorden "artikel 1/1, van het koninklijk besluit" vervangen door de woorden "artikel 1/1/1, van het koninklijk besluit" en worden de woorden ", en hij heeft er het bewijs niet van geleverd" ingevoegd na de woorden "geïnformeerd werd uitgevoerd".

Art. 5. De minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.