Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 JUNI 2015. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 18 november 2010 tot invoering van bepaalde afwijkingen voor de toelating van de groentegewassen die traditioneel geteelt worden in specifieke streken of die geen handelswaarde hebben, alsook voor het in de handel brengen van de zaden van die soorten



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Instandhoudingsrassen
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Rassen gecreëerd om bijzondere teeltvoorwaarden te vervullen
Art. 6-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Instandhoudingsrassen
Artikel 1. § 1. Een instandhoudingsras wordt in de catalogus opgenomen op aanvraag van de natuurlijke of rechtspersoon die instaat voor de instandhoudingsselectie van dat ras op het grondgebied van het Waalse Gewest. De aanvraag wordt aan de Dienst gericht in de vorm van een dossier met alle gegevens vereist bij artikel 6 van het besluit van de Waalse Regering van 18 november 2010 tot invoering van bepaalde afwijkingen voor de toelating van de groentegewassen die traditioneel geteelt worden in specifieke streken of die geen handelswaaarde hebben, alsook voor het in de handel brengen van de zaden van die soorten, hierna het besluit van de Regering. De kennis opgedaan op basis van praktische ervaring tijdens de teelt, de vermeerdering en het gebruik omvat de gegevens waarmee de gekende oudste oorsprong van het beschikbare zaad getraceerd en geverifieerd kan worden voor de instandhouding of de productie van het ras. De aanvraag is effectief zodra de Dienst de voor de indiening van de inschrijvingsaanvraag aan het Fonds te storten bijdrage in ontvangst genomen heeft. De datum van ontvangst van de betaling van de bijdrage geldt als referentiedatum van de aanvraag.
  § 2. De Dienst gaat na of het instandhoudingsras daadwerkelijk gehandhaafd wordt en of het aan de voorgestelde beschrijving beantwoordt. De effectieve handhaving impliceert de teelt van het ras op het grondgebied van het Waalse Gewest, met inachtneming van de regels van de instandhoudingsselectie aanbevolen voor bedoeld ras en volgens de modaliteiten die in artikel 2 vastliggen.
  § 3. De Dienst beslist over de toelating van het ras tot de catalogus binnen een termijn van maximum zestig dagen volgend op de referentiedatum van de aanvraag. De toelating van het ras tot de catalogus wordt geacht te zijn verworven als de Dienst niet binnen de voorgeschreven termijn over de aanvraag heeft beslist. De Dienst kan verzoeken om het advies van elke wetenschappelijke instelling, van elk orgaan actief in de instandhouding van de biodiversiteit van gekweekte plantenrassen of van het " Comité wallon pour l'élaboration du catalogue des variétés des espèces de légumes " (Waals Comité voor de vaststelling van de catalogus van de rassen van landbouwgewassen). De weigering van toelating van het ras tot de catalogus wordt met redenen omkleed aan de indiener van de aanvraag gericht Een instandhoudingsras blijft in de catalogus opgenomen zolang de instandhoudingsselectie overeenkomstig artikel 2 waargenomen wordt door minstens één bij de Dienst geregistreerde verantwoordelijke persoon en zolang zaad beschikbaar is voor de commercialisering van het ras.
  § 4.Wanneer een ras als instandhoudingsras opgenomen is in de catalogus van een buurland en de streek van oorsprong ervan zich tot op het grondgebied van het Waalse Gewest uitstrekt in het kader van de overeenkomst bedoeld in artikel 9 van het besluit van de Regering, wordt dat ras automatisch in de catalogus opgenomen. De instandhoudingsselectie op het grondgebied van het Waalse Gewest wordt niet vereist als het ras daadwerkelijk gehandhaafd wordt in het buurland.

Art.2. De personen die instaan voor de instandhoudingsselectie van een ras op het grondgebied van het Waalse Gewest worden als dusdanig door de Dienst geregistreerd onder de financiële voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen, verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin- en bosbouw.
  De personen belast met de instandhoudingsselectie van instandhoudingssrassen leggen jaarlijks voor elk van de betrokken rassen het instandhoudingsprogramma schriftelijk aan de Dienst voor en vermelden daarbij de toegepaste methode, de ligging en de oppervlakte van de percelen, de hoeveelheden geproduceerd zaad en de bestemming hiervan.
  De Dienst kan ter plaatse en zonder voorafgaande kennisgeving elke nodig geachte controle voeren i.v.m. de instandhoudingsselectie en de beschikbaarheid van het zaad met het oog op de commercialisering ervan.

Art.3. De leverancier van zaad van instandhoudingsrassen is bij de Dienst geregistreerd.
  De Dienst geeft de leverancier van zaad van instandhoudingsrassen toestemming om zijn activiteit uit te oefenen na te hebben vastgesteld dat hij beschikt over reine, droge, goed verluchte en verlichte lokalen waarvan de oppervlakte strookt met de zaadvolumes die hij overweegt te produceren. De leverancier beschikt over de nodige middelen en apparatuur m.b.t. het zaadvolume dat hij overweegt te produceren, alsook over het nodige materiaal voor de verpakking en de etikettering van het zaad. Er is minstens één weegschaal voorhanden zodat het verpakte zaad met voldoende precisie gewogen kan worden. De leverancier wijst een natuurlijke persoon aan die verantwoordelijk is voor het productieproces.
  De toestemming wordt verleend voor één jaar en is stilzwijgend hernieuwbaar voor zover de gestelde voorwaarden vervuld blijven, de productie conform de wetgeving is en de leverancier zijn verplichtingen jegens de Dienst nakomt. De toestemming wordt door de Dienst ingetrokken als de voorwaarden niet meer vervuld zijn.

Art.4. De Dienst controleert de installaties van de leverancier minstens één keer per jaar.
  De leverancier houdt een voorraadboekhouding van zijn activiteit die hij op verzoek aan de Dienst voorlegt. Die boekhouding vermeldt, per soort en per instandhoudingsras, de volgende gegevens over het zaad bij de ingang :
  1° de ingangsdatum;
  2° de naam van het soort en van het instandhoudingsras;
  3° het referentienummer van de partij;
  4° het nummer van het monster dat geanalyseerd werd overeenkomstig artikel 12, § 2, van het besluit van de Regering;
  5° de hoeveelheid;
  6° elke relevante bemerking of vaststelling.
  Die boekhouding vermeldt, per soort en per instandhoudingsras, de volgende gegevens over het zaad bij de uitgang :
  1° de uitgangsdatum;
  2° het aantal verpakkingen per gewichtscategorie;
  3° de totale hoeveelheid;
  4° het referentienummer van de leverancier in verband met het referentienummer van de uitgaande partij.

Art.5. § 1. Uiterlijk 15 mei voor de jaarlijkse teelten, 15 september voor het eerste jaar van een tweejarige teelt en 15 mei voor het tweede jaar van een tweejarige teel geeft de leverancier van zaad van instandhoudingsrassen de Dienst volgens de modaliteiten die hij bepaalt kennis van de ligging van de aangelegde vermeerderingspercelen alsook van de identiteit en de persoonsgegevens van de persoon belast met de opvolging van die vermeerderingen. De Dienst heeft vrije toegang tot de vermeerderingspercelen. Voor zijn bezoek verwittigt de Dienst de persoon belast met de opvolging van de vermeerderingen.
  § 2. De Dienst heeft tijdens de openingsuren van de installaties van de leverancier vrije toegang tot de voorraad geoogst zaad. De Dienst kan elk monster nemen dat hij nodig acht. De overeenkomstig artikel 19 van het besluit van de Regering gevoerde controle kan ondermeer dienen om de gevolgen van ter plaatse verrichte vaststellingen voor de kwaliteit van het zaad na te gaan of kan vereist worden door eventuele problemen meegedeeld aan de Dienst of vastgesteld door de Dienst bij het gebruik van het geproduceerde zaad. De leverancier legt de Dienst gedurende minstens 2 jaar, met ingang op de datum van afsluiting van de analyse, een monster ter beschikking van de in de handel gebrachte partijen zaad genalyseerd overeenkomstig artikel 12, § 2, van het besluit van de Regering, en geeft hem kennis van de uitslagen van de verrichte analyses.

HOOFDSTUK II. - Rassen gecreëerd om bijzondere teeltvoorwaarden te vervullen
Art.6. § 1. Een ras gecreëerd om bijzondere teeltvoorwaarden te vervullen wordt in de catalogus opgenomen op aanvraag van een natuurlijke of rechtspersoon die dat ras in de handel wil brengen op het grondgebied van het Waalse Gewest. De aanvraag wordt aan de Dienst gericht in de vorm van een dossier met alle gegevens vereist bij artikel 25 van het besluit van de Regering. De kennis opgedaan op basis van praktische ervaring tijdens de teelt, de vermeerdering en het gebruik omvat de gegevens waarmee de gekende oudste oorsprong van het beschikbare zaad getraceerd en geverifieerd kan worden voor de instandhouding of de productie van het zaad van het ras. De aanvraag is effectief zodra de Dienst de voor de indiening van de inschrijvingsaanvraag aan het Fonds te storten bijdrage in ontvangst genomen heeft. De datum van ontvangst van de betaling van de bijdrage geldt als referentiedatum van de aanvraag. De Dienst verifieert de beschikbaarheid aan zaad of gaat na of de vermeerdering conform is de omschrijving van het gecreëerde ras om bijzondere voorwaarden te vervullen op het grondgebied van het Waalse Gewest.
  § 2. De Dienst beslist over de toelating van het ras tot de catalogus binnen een termijn van maximum zestig dagen volgend op de referentiedatum van de aanvraag. De toelating van het ras wordt geacht te zijn verworven als de Dienst niet binnen de voorgeschreven termijn over de aanvraag heeft beslist. De Dienst kan verzoeken om het advies van elke wetenschappelijke instelling, van elk orgaan actief in de instandhouding van de biodiversiteit van gekweekte plantenrassen of van het " Comité wallon pour l'élaboration du catalogue des variétés des espèces de légumes ". De weigering van toelating van het ras tot de catalogus wordt met redenen omkleed aan de indiener van de aanvraag gericht.
  § 3. De Dienst kan een ras dat is gecreëerd om bijzondere voorwaarden te vervullen uit de catalogus halen als hij vaststelt dat bedoeld ras minstens drie opeenvolgende jaren bij geen enkele geregistreerde levenrancier meer beschikbaar is en in geen enkele van de Dienst gekende collectie meer ter bechikking gesteld wordt van personen die het ras wensen te kweken voor de productie van groenten.

Art.7. De artikelen 3 en 4 zijn van toepassing op de uitoefening van de activiteit van leverancier van rassen gecreëerd om bijzondere teeltvoorwaarden te vervullen.

Art. 8. Op verzoek van de Dienst geeft de leverancier van rassen die gecreëerd worden om bijzondere teeltvoorwaarden te vervullen hem kennis van de ligging van de aangelegde vermeerderingspercelen alsook van de identiteit en de persoonsgegevens van de persoon belast met de opvolging van de vermeerderingen. De Dienst heeft vrije toegang tot de vermeerderingspercelen. Voor zijn bezoek verwittigt de Dienst de persoon belast met de opvolging van de vermeerderingen. Artikel 5, § 2, is van toepassing bij de controle op het zaad van de rassen gecreëerd om bijzondere teeltvoorwaarden te vervullen.