Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 JUNI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007201609 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 21 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, opgeheven bij het koninklijk besluit van 30 december 2014, wordt hersteld als volgt :
  "Art. 21. - De werknemers bedoeld in dit besluit zijn niet onderworpen aan artikel 60 van het voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991.".

Art.2. Artikel 22 van hetzelfde koninklijk besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 30 december 2014, wordt hersteld als volgt :
  "Art. 22. - § 1. In afwijking van artikel 89 van het voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991 moeten de werknemers bedoeld in dit besluit, tot de maand waarin ze de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben, aangepast beschikbaar zijn in de zin van artikel 56, § 3, van het voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn indien ze 42 jaar beroepsverleden bewijzen.
  In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn indien ze 43 jaar beroepsverleden bewijzen.
  § 3. De huidige paragraaf is slechts van toepassing wanneer naar gelang van het geval de voorwaarden vervuld zijn van :
  1°artikel 3, § 1, zevende en achtste lid;
  2° artikel 3, § 3, zevende en achtste lid;
  3° artikel 3, § 7, derde en vierde lid.
  In afwijking van het eerste lid is de huidige paragraaf voor de periode 2015-2016 toepasselijk zonder dat naar gelang van het geval de voorwaarde moet zijn vervuld van :
  1° artikel 3, § 1, zevende lid, 4°;
  2° artikel 3, § 3, zevende lid, 4°;
  3° artikel 3, § 7, derde lid, 4°.
  In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 3, §§ 1, 3 en 7, op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn wanneer ze :
  1° ofwel de leeftijd van 60 jaar bereiken;
  2° ofwel 40 jaar beroepsverleden bewijzen.
  Vanaf 1 januari 2017 :
  1° wordt de leeftijd bedoeld in het derde lid, 1° op 62 jaar gebracht;
  2° wordt het beroepsverleden bedoeld in het derde lid, 2° op 42 jaar gebracht.
  Om rekening te kunnen houden met de leeftijd die zal worden bepaald in toepassing van artikel 3, § § 1, 3 en 7, voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018, kan de leeftijd bedoeld in het vorige lid, 1° worden gewijzigd bij een besluit in ministerraad overlegd, na een eensluidend en unaniem advies van de Nationale Arbeidsraad dat uiterlijk op 31 december 2016 moet worden uitgebracht.
  § 4. In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in artikel 3, § 6 op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn.
  § 5. De huidige paragraaf is slechts van toepassing wanneer de voorwaarden van artikel 18, § 7, achtste en negende lid vervuld zijn.
  Wanneer de voorwaarden van artikel 18, § 7, achtste lid, 1° en 2° vervuld zijn, is de huidige paragraaf ook toepasselijk op de werknemers die zijn ontslagen met het oog op het verkrijgen van het statuut van werkloze met bedrijfstoeslag in toepassing van hoofdstuk VII, indien de begindatum van de periode van erkenning bedoeld in artikel 18, § 1, eerste of tweede lid, is gelegen in de periode vanaf 9 oktober 2014 tot en met 31 december 2014.
  In afwijking van paragraaf 1, kunnen de werknemers bedoeld in hoofdstuk VII op hun vraag vrijgesteld worden van de verplichting aangepast beschikbaar te zijn wanneer ze :
  1° ofwel de leeftijd van 60 jaar bereiken;
  2° ofwel 38 jaar beroepsverleden bewijzen.
  De collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld artikel 18, § 7, negende lid moet een tijdpad voorzien om uiterlijk tegen 31 december 2019 :
  1° de leeftijd bedoeld in het derde lid, 1° op 65 jaar vast te stellen;
  2° het beroepsverleden bedoeld in het derde lid, 2° op 43 jaar vast te stellen.
  § 6. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder beroepsverleden verstaan :
  1° het beroepsverleden bedoeld in artikel 119, 3° van het voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991;
  2° de daarmee gelijkgestelde periodes bedoeld in artikel 3, § 1.
  § 7. De vraag om vrijstelling bedoeld in de paragrafen 2, 3, 4 en 5 moet voorafgaandelijk op het werkloosheidsbureau toekomen of moet toekomen binnen de termijn bepaald krachtens artikel 138, eerste lid, 4°, van het voornoemd koninklijk besluit van 25 november 1991, indien de werkloze de aanvraag indient ter gelegenheid van een uitkeringsaanvraag.
  De werkloze die genoten heeft van een vrijstelling op grond van de paragrafen 2, 3 en 5, kan er opnieuw van genieten na een onderbreking van de vergoede werkloosheidsperiode.".

Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.