6 MEI 2015. - Ministerieel besluit houdende verschillende maatregelen tot uivoering van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-07-2015 en tekstbijwerking tot 04-10-2022)
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit is een gedeeltelijke omzetting van artikel 14.3 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
Art.2.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "het besluit" : het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 11 december 2014 en 27 augustus 2020;
2° "de kandidaat voor de hernieuwing" : de installateur of de vakman die zijn aanvraag heeft ingediend om de hernieuwing van zijn Qualiwall certificaat te verkrijgen in de zijn van artikel 6, § 1, van het besluit;
3° "De bijscholingscursus"; de bijeenkomst die in en lokaal of op afstand wordt georganiseerd door een opleidingscentrum in de zin van artikel 2, 8°, van het besluit;
4° " het bijscholingsexamen" : de modaliteiten inzake het nagaan van de verworvenheden in de zin van artikel 6, § 2 van het besluit;
5° " de Administratie" : De Waalse Overheidsdienst - Gebiedsontwikkeling, Huisvesting, Erfgoed en Energie ]1.
----------
(1)<MB 2022-02-18/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 14-10-2022>
Art.3. Alle opleidingsmodules zijn de verplichte opleidingsmodules in de zin van artikel 5, § 2, tweede lid, van het besluit.
Art.4. De in artikel 4, § 2, derde lid, van het besluit bedoelde voorwaarden betreffende de basisopleiding of de beroepsopleiding voor het basisberoep voor de categorieën bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 6°, van het besluit zijn de voorwaarden voor de toegang tot één van de volgende beroepsactiviteiten :
1° elektrotechnische activiteit in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
2° installatieactiviteit voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
3° installateur-frigorist in de zin van het koninklijk besluit van 21 december 1974 tot bepaling van de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.
Art.5. De relevante beroepservaring van minstens drie jaar bedoeld in artikel 4, § 1, 2°, van het besluit betreft de volgende activiteiten :
1° voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 1°, van het besluit :
a) een elektrotechnische activiteit in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
b) een dakdekkers- en waterdichtingsactiviteit in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
2° voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 2°, van het besluit :
a) een installatieactiviteit voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
b) een dakdekkers- en waterdichtingsactiviteit in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming.
3° voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 3° en 5°, van het besluit, een installatieactiviteit voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
4° voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 6°, van het besluit :
a) een installatieactiviteit voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
b) een elektrotechnische activiteit in de zin van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming;
c) installateur-frigorist in de zin van het koninklijk besluit van 21 december 1974 tot bepaling van de eisen tot uitoefening van de beroepswerkzaamheid van installateur-frigorist in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen;
5° voor de systemen bedoeld in artikel 3, § 2, 7°, van het besluit, boorder of geoloog.
Art.6. § 1.[1 Naast de erkenningsvoorwaarden van een opleidingscentrum bedoeld in artikel 8, § 1, van het besluit worden de volgende voorwaarden toegevoegd :
1° ook bijscholingscursussen organiseren;
2° de pedagogische dragers voor de opleiding en de bijscholingscursussen niet wijzigen;
3° de vragenlijsten niet verspreiden of examenvragen niet meedelen]1.
§ 2. Naast de erkenningsvoorwaarden van een opleidingscentrum bedoeld in artikel 8, § 2, van het besluit worden de volgende voorwaarden toegevoegd :
1° de namen van de juryleden die tijdens elke examensessie aanwezig zijn, aan de administratie mededelen;
2° minstens tien dagen voor het examen de data van de examens mededelen aan de administratie die de vragenlijst overmaakt;
3° alle nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat de installateurs de examenvragen kopiëren of meenemen;
4° de resultaten van het examen aan de administratie en aan het controleorgaan mededelen binnen vijftien dagen na het einde van de beraadslagingen;
5° slechts de kandidaten aanvaarden die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 5, § 2, tweede of vierde lid, van het besluit [2 en de bijscholingskandidaten]2.
[3 6° bijscholingsexamens organiseren die aan de voorwaarden van dit besluit voldoen.]3
----------
(1)<MB 2022-02-18/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 14-10-2022>
(2)<MB 2022-02-18/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 14-10-2022>
(3)<MB 2022-02-18/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 14-10-2022>
Art. 7.[1 § 1. De Minister bepaalt de inhoud van de bijscholingscursus bedoeld in artikel 6, § 2 en bezorgt de opleidings- en examencentra :
1° de dragers voor de bijscholingscursussen;
2° een handleiding voor de organisatie van de bijscholingscursus;
3° de vragen voor het bijscholingsexamen;
4° een handleiding voor de organisatie van het bijscholingsexamen.
§ 2. De kandidaat voor de hernieuwing schrijft zich in voor de bijscholingscursus en het bijscholingsexamen in een opleidings- of examencentrum. Om zich in te schrijven voor een bijscholingscursus betreffende een bepaalde beroepsactiviteit, moet de kandidaat voor de hernieuwing eerst houder zijn van een Qualiwall certificaat met betrekking tot deze beroepsactiviteit.
Het opleidings- en examencentrum deelt de drager voor de bijscholingscursus aan de kandidaat voor de hernieuwing mee minstens 10 dagen vóór de bijscholingscursus waarvoor hij zich heeft ingeschreven.
§ 3. Om te slagen voor het bijscholingsexamen, moet de kandidaat een resultaat van minstens 60 percent behalen. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2022-02-18/06, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 14-10-2022>