17 JUNI 2015. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2012 betreffende de verificatie van de broeikasgasemissieverslagen
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 13 december 2013 betreffende de verificatie van de broeikasgasemissieverslagen wordt vervangen als volgt :
" Art. 2. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
1° " decreet van 10 november 2004 ", het decreet van 10 november 2004 tot invoering van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten, tot oprichting van een " Fonds wallon Kyoto " (Waals Kyotofonds) en betreffende de flexibiliteitsmechanismen van het Protocol van Kyoto;
2° " Verordening 600/2012 ", Verordening (EU) 600/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de verificatie van broeikasgasemissie- en tonkilometerverslagen en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad;
3° " Verordening 601/2012 ", Verordening (EU) 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad. "
Art.2. In hetzelfde besluit worden de artikelen 2/1 et 2/2 ingevoegd, luidend als volgt :
" Art. 2/1. Bovenop de taken die hem krachens de artikelen 17, § 4, en 27, § 3, o), van Verordening 600/2012 worden toegewezen, selecteert de verificateur gedurende de verificatie voor elke installatie desgevallend één of verschillende subinstallaties op basis van een risicoanalyse ter opsporing van de subinstallaties die een gedeeltelijke stopzetting van de installatie kunnen veroorzaken. Hij bepaalt in zijn verificatierapport of de activiteitsniveaus van de geselecteerde subinstallaties, die het rapportagejaar betreffen en aan het " Agence wallonne de l'Air et du Climat " (Waals Agentschap voor Lucht en Klimaat) meegedeeld worden, conform de realiteit zijn. Hij vermeldt die activiteitsniveaus in zijn verificatierapport en voegt de risicoanalyse bij zijn interne verificatiedocumentatie.
De verificateur spoort elke fysische wijziging van de installatie op i.v.m. het rapportagejaar die een aanzienlijke capaciteitswijziging kan veroorzaken en vermeldt de resultaten in zijn verificatierapport.
Art. 2/2. De exploitant legt de beslissing van de verificateur om geen bezoek aan de locatie brengen uiterlijk 1 november van het jaar voorafgaand aan het rapportagejaar ter goedkeuring voor aan het " Agence wallonne de l'Air et du Climat ", overeenkomstig artikel 31, § 1, van Verordening 600/2012.
Het verzoek om goedkeuring wordt langs de elektronische weg verzonden en bevat alle gegevens vereist in artikel 31, § 1, van Verordening 600/2012 ter rechtvaardiging van het verzoek. Het " Agence wallonne de l'Air et du Climat " stuurt uiterlijk binnen vijf dagen een bericht van ontvangst langs de elektronische weg aan de exploitant en aan de verificateur.
Het " Agence wallonne de l'Air et du Climat " verzoekt de exploitant of de verificateur om de aanvullende gegevens die nodig zijn voor de goedkeuring van het verzoek. De exploitant of de verificateur verstrekt de aanvullende gegevens binnen de termijn die het Agentschap bepaalt.
Het " Agence wallonne de l'Air et du Climat " stuurt zijn besluit tot goedkeuring of tot weigering van goedkeuring langs de elektronische weg aan de exploitant en aan de verificateur binnen een termijn van één en twintig dagen die ingaat op de datum waarop het verzoek in ontvangst genomen heeft.
In het geval van installaties met een laag emissieniveau zoals bedoeld in artikel 47, § 2, van Verordening 601/2012 waarvoor, overeenkomstig artikel 31, § 2, van Verordening 600/2012, de goedkeuring van het " Agence de wallonne de l'Air et du Climat " niet verkregen moet worden om geen locatiebezoek uit te voeren, beoordeelt de verificateur of de voorwaarden omschreven in artikel 31, § 1, van Verordening 600/2012 nageleefd worden alvorens te beslissen geen locatiebezoek uit te voeren. ".
Art.3. Artikel 2 is van toepassing op de verificatie van de rapportage van de emissies die vanaf 1 januari 2015 plaatsvinden.
Art. 4. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.