22 FEBRUARI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 242, § 2 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juni 2002 en 5 november 2002, wordt vervangen als volgt :
"De vrijwillig deeltijds werknemer bedoeld in artikel 104, § 1bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en de deeltijds werknemer met behoud van rechten bedoeld in artikel 131bis van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1991, die zich uit hoofde van hun werkzaamheid bevinden in een tijdvak als bedoeld in artikel 103, § 1, 2° of 3°, van de gecoördineerde wet, kunnen gedurende dat tijdvak slechts aanspraak maken op een arbeidsongeschiktheidsuitkering in functie van het bedrag van de inkomensgarantie-uitkering die niet werd verleend door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen gelet op hun arbeidsongeschiktheid.
De gerechtigden bedoeld in het eerste lid kunnen tijdens de tijdvakken van verlof, bedoeld in de artikelen 223bis en 223ter, waarover zij het recht op de inkomensgarantie-uitkering behouden, enkel aanspraak maken op een uitkering berekend op het loon voortvloeiend uit hun activiteit.
De gerechtigden bedoeld in het eerste lid kunnen aanspraak maken op een uitkering voor borstvoedingspauze enkel berekend op het loon voortvloeiend uit hun activiteit voor de periode waarin zij het recht op de inkomensgarantie-uitkering behouden.".
Art.2. In artikel 246, eerste lid, 6°, b) van hetzelfde besluit, worden de woorden "artikel 104, § 1bis of" ingevoegd tussen de woorden "met toepassing van" en "artikel 131bis".
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2013.
Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.