22 FEBRUARI 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 164 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 164 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 januari 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006, wordt aangevuld met een § 9, luidend als volgt :
" § 9. Indien uit de verificatieprocedure blijkt dat het verschil tussen het door de Rijksdienst berekende bedrag en het door de uitbetalingsinstelling ingediende bedrag per uitgave opgenomen in het gegevensbestand "C 10" minder dan drie euro bedraagt, wordt dit verschil niet verworpen of opgenomen in een voorstel tot bijpassing.
Uiterlijk de vijftiende kalenderdag volgend op de laatste kalenderdag van de vijfde kalendermaand volgend op de indieningsmaand, wordt de uitbetalingsinstelling door het hoofdbestuur van de Rijksdienst voor elke afdeling op elektronische wijze ingelicht van het percentage van het aantal gevallen waarvoor bij de eerste verificatie overeenkomstig het eerste lid een verwerping werd geneutraliseerd en het percentage van het aantal gevallen waarvoor bij de eerste verificatie overeenkomstig het eerste lid een voorstel tot bijpassing werd geneutraliseerd en de percentages van de daarbij betrokken uitgaven, ten opzichte van, voor deze afdeling, het totaal aantal gevallen en het totaal van de uitgaven van de geverifieerde indieningsmaand.
Indien dit percentage, ofwel wat betreft de geneutraliseerde verwerpingen, zowel minstens 0,2 % van het aantal gevallen als minstens 0,0002 % van de uitgaven bedraagt, ofwel wat betreft de niet [opgenomen voorstellen tot bijpassing zowel minstens 0,2 % van het] aantal gevallen als minstens 0,0002 % van de uitgaven bedraagt, geldt ten aanzien van die afdeling van de uitbetalingsinstelling het eerste lid niet voor de uitgaven van de drie indieningsmaanden te rekenen vanaf de tweede maand volgend op de maand waarin de uitbetalingsinstelling van deze overschrijding in kennis werd gesteld. (Erratum, B.ST. 27-04-2015, p. 23414)
Op schriftelijk verzoek van het hoofdbestuur van de uitbetalingsinstelling binnen de vijftien kalenderdagen na de datum waarop zij overeenkomstig het derde lid van de overschrijding in kennis werd gesteld, en voor zover door deze uitbetalingsinstelling uitzonderlijke omstandigheden worden aangetoond, kan het hoofdbestuur van de Rijksdienst afzien van de toepassing van het derde lid. De Rijksdienst deelt deze beslissing bij gemotiveerd schrijven aan de uitbetalingsinstelling mee. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de zesde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.