Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 MEI 2015. - Ministerieel besluit betreffende de uitvaardiging van bepalingen met betrekking tot de oproep 2015 tot het indienen van aanvragen voor investeringssubsidies en projectsubsidies voor fiets- en wandelnetwerken



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Inhoud en doel van de oproep 2015
Afdeling 1. - Thematische en geografische afbakening
Art. 2
Afdeling 2. - Specifieke doelstellingen voor fietsnetwerken
Art. 3
Afdeling 3. - Specifieke doelstellingen voor wandelnetwerken
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Termijn, subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven
Afdeling 1. - Indieningstermijn
Art. 5
Afdeling 2. - Subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven
Art. 6-8
HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria
Art. 9-10
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° fietsnetwerken : de ontsluiting van een gebied van voldoende omvang door een aaneenschakeling van fietsroutes die bewegwijzerd worden conform de richtlijnen van Toerisme Vlaanderen, opgenomen in de bijlage 1 bij dit besluit;
  2° wandelnetwerken : de ontsluiting van een gebied van voldoende omvang door een aaneenschakeling van wandelroutes die bewegwijzerd worden conform de richtlijnen van Toerisme Vlaanderen, opgenomen in de bijlage 2 bij dit besluit;
  3° zoekzones : de zones die door Toerisme Vlaanderen zijn afgebakend als potentiële gebieden voor de ontwikkeling van wandelnetwerken op basis van de studie van Grontmij uit 2007 "Landschappelijke en toeristisch-recreatieve studie met betrekking tot wandelen fase 2" en die opgesomd zijn in de richtlijnen voor de bewegwijzering van toeristisch-recreatieve wandellussen, wandelnetwerken en toeristische voetgangersbewegwijzering;
  4° investeringssubsidie : subsidie ter ondersteuning van de investeringen ten behoeve van een structurele activiteit die een continu en permanent karakter vertoont;
  5° projectsubsidie : subsidie ter ondersteuning van de specifieke kosten voortvloeiend uit een activiteit die zowel qua opzet of doelstelling als in tijd kan worden afgebakend.

HOOFDSTUK 2. - Inhoud en doel van de oproep 2015
Afdeling 1. - Thematische en geografische afbakening
Art.2. De oproep tot subsidieaanvragen voor fiets- en wandelnetwerken voor het jaar 2015 heeft betrekking op twee producten :
  1° fietsnetwerken;
  2° wandelnetwerken.
  De subsidieaanvragen kunnen zowel betrekking hebben op investeringssubsidies als op projectsubsidies.
  De oproep heeft betrekking op het Vlaamse Gewest en op het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Afdeling 2. - Specifieke doelstellingen voor fietsnetwerken
Art.3. De subsidieaanvragen op het vlak van fietsnetwerken hebben de volgende doelstellingen :
  1° het verbeteren van de kwaliteit van fietsnetwerken;
  2° het versterken van het toeristische potentieel van fietsnetwerken voor de internationale toerist.
  Subsidieaanvragen die inzetten op het verbeteren van de kwaliteit van fietsnetwerken, hebben betrekking op :
  1° het verleggen van trajecten via bewegwijzering met als doel de opwaardering van het netwerk, de verhoging van het rijcomfort en de verbetering van de verkeersveiligheid;
  2° het verhogen van de service die aangeboden wordt langs de fietsnetwerken, zoals :
  a) het plaatsen van randinfrastructuur langs het fietsnetwerk;
  b) het uitbreiden van het netwerk met doelenwegwijzers langs het fietsnetwerk;
  c) het zorgen voor informatievoorzieningen en wificonnectie op fietsstartpunten.
  Subsidieaanvragen die het toeristische potentieel van de fietsnetwerken voor internationale toeristen versterken, betreffen initiatieven die :
  1° de kunststeden en andere steden optimaal integreren in de fietsnetwerken door middel van knooppunten, met uitzondering van aanlooproutes;
  2° zorgen voor grensoverschrijdende connectiviteit door verbindingen te maken met fietsnetwerken in de buurregio's van Vlaanderen, met name de fietsnetwerken in het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, de fietsnetwerken van andere bevoegde overheden in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en de fietsnetwerken in Nederland, Frankrijk en Duitsland;
  3° een cross-over met andere producten van Toerisme Vlaanderen en de thema's uit de beleidsnota realiseren :
  a) Vlaamse gastronomie;
  b) erfgoed en kunst;
  c) Vlaamse meesters;
  d) wielercultuur;
  e) herdenking van de Eerste Wereldoorlog;
  f) festivals;
  g) gezins- en kindvriendelijkheid;
  4° toeristische bezienswaardigheden, attracties, toeristische onthaalcentra optimaal integreren in de fietstrajecten;
  5° het aanbod van de lokale ondernemers optimaal integreren in de fietstrajecten;
  6° inzetten op samenwerkingsverbanden met bij voorkeur private ondernemingen om het fietsproduct te vermarkten;
  7° inzetten op meer beleving van de fietsnetwerken.

Afdeling 3. - Specifieke doelstellingen voor wandelnetwerken
Art.4. De subsidieaanvragen in het kader van de wandelnetwerken hebben de volgende doelstellingen :
  1° het wegwerken van de hiaten in het wandelnetwerk binnen de zoekzones;
  2° het verbeteren van de kwaliteit van de wandelnetwerken binnen de zoekzones;
  3° het versterken van het toeristische potentieel van wandelnetwerken voor de internationale toerist binnen de zoekzones.
  Subsidieaanvragen die inzetten op het wegwerken van de hiaten in het wandelnetwerk binnen de zoekzones, hebben betrekking op het ontwikkelen van nieuwe en de uitbreiding van bestaande wandelnetwerken in de zoekzones of in delen van zoekzones waar zich nog geen wandelnetwerk bevindt. Het verbinden van zoekzones door een gebied dat niet in de zoekzones ligt, valt buiten de visie op wandelnetwerken en komt niet in aanmerking voor subsidiëring.
  Subsidieaanvragen die inzetten op het verbeteren van de kwaliteit van de wandelnetwerken binnen de zoekzones, hebben betrekking op het voorzien in randinfrastructuur langs de wandelnetwerken.
  Subsidieaanvragen die het toeristische potentieel van de wandelnetwerken voor internationale toeristen versterken, zijn initiatieven die :
  1° een cross-over met andere producten van Toerisme Vlaanderen en de thema's uit de beleidsnota realiseren :
  a) Vlaamse gastronomie;
  b) erfgoed en kunst;
  c) Vlaamse meesters;
  d) wielercultuur;
  e) herdenking van de Eerste Wereldoorlog;
  f) festivals;
  g) gezins- en kindvriendelijkheid;
  2° toeristische bezienswaardigheden, attracties, toeristische onthaalcentra optimaal integreren in de wandeltrajecten;
  3° het aanbod van de lokale ondernemers optimaal integreren in de wandeltrajecten;
  4° inzetten op samenwerkingsverbanden met bij voorkeur private ondernemingen om het wandelproduct te vermarkten;
  5° inzetten op meer beleving van de wandelnetwerken.
  Alleen voor initiatieven die volledig binnen een zoekzone vallen, kan een subsidieaanvraag ingediend worden. Initiatieven die helemaal of gedeeltelijk buiten de zoekzones vallen, komen niet in aanmerking voor subsidiëring.

HOOFDSTUK 3. - Termijn, subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven
Afdeling 1. - Indieningstermijn
Art.5. Voor het jaar 2015 kan een subsidieaanvraag op zijn vroegst ingediend worden vanaf 1 juni 2015. De uiterste indieningsdatum is 15 juli 2015.

Afdeling 2. - Subsidiepercentage en subsidiabele uitgaven
Art.6. Binnen de perken van de begrotingskredieten wordt in een maximale financiële steun voorzien van 60% van de kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring.
  Alleen aanvragen waarvan de totale kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring, minimaal 40.000 euro bedragen, komen in aanmerking.
  Enkel kosten die dateren van na de aanvraagdatum en van voor de einddatum van het project, zoals vastgelegd in de subsidiebeslissing, komen in aanmerking. Kosten voor een toegankelijkheidsdoorlichting door een erkend adviesbureau die dateren van voor de aanvraagdatum, worden wel aanvaard, mits officiële aanmelding van het project op voorhand.

Art.7. De onderstaande uitgaven komen in aanmerking voor subsidiëring :
  1° personeelskosten voor de duur van het project en beperkt tot maximaal twee vte, waarbij de jaarlijkse loonkosten per vte maximaal het brutomaandloon x 20 bedragen. De factor 20 is een vaste coëfficiënt en omvat het brutojaarloon, de werkgeversbijdrage (RSZ), het wettelijke enkel en dubbel vakantiegeld en de eindejaarspremie;
  2° studies en ontwerpen :
  a) voorbereidende studies in het kader van het verleggen van trajecten voor fietsnetwerken en de trajectrealisatie voor de wandelnetwerken;
  b) conceptontwikkeling voor randinfrastructuur, met inbegrip van honoraria;
  c) consultantkosten;
  d) marktonderzoek;
  e) haalbaarheidsstudies;
  3° de volgende uitgaven voor initiatieven in het kader van toegankelijkheid :
  a) toegankelijkheidsdoorlichting met inbegrip van de eindcontrole;
  b) alle noodzakelijke aanpassingswerken;
  c) kosten voor het behalen van het AnySurferlabel voor gesubsidieerde nieuwe websites;
  4° fietsinfrastructuur en wandelinfrastructuur :
  a) bewegwijzering volgens de richtlijnen, opgenomen in de bijlagen bij dit besluit;
  b) randinfrastructuur;
  5° communicatie, promotie en kennisdeling;
  6° organisatie van evenementen die gericht zijn op de internationale toerist, op voorwaarde dat het evenement deel uitmaakt van een groter project dat ingediend wordt voor subsidiëring. Evenementen op zich komen niet in aanmerking.

Art.8. De volgende uitgaven komen in geen geval in aanmerking voor subsidiëring :
  1° de aanleg van fiets- en wandelpaden, zoals verhardingen, vlonderpaden, bruggen, tunnels of veren;
  2° het onderhoud van fiets- en wandelpaden, met inbegrip van het personeel dat daarvoor ingezet wordt;
  3° het onderhoud en de vervanging van de bewegwijzering en van de randinfrastructuur van de fiets- en wandelnetwerken;
  4° de kosten voor public relations, recepties en uitnodiging van de pers;
  5° de ontwikkeling en het onderhoud van digitale en audiovisuele producten, met uitzondering van wifi op fietsstartpunten;
  6° de monitoring, de tellers of studies over gebruik;
  7° het drukken van kaarten;
  8° de aankoop, leasing en huur van transportmiddelen.
  9° overheadkosten.

HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria
Art.9. De aanvraagdossiers worden beoordeeld op de volgende criteria :
  1° de toeristisch-recreatieve meerwaarde van het project;
  2° de mate waarin het project inzet op de productlijnen van Toerisme Vlaanderen, vermeld in artikel 3, derde lid, 3°, en artikel 4, eerste lid, 3°, van dit besluit en de thema's uit de beleidsnota toerisme, vermeld artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 betreffende toerismesubsidies;
  3° de mate waarin het project belevingsgericht is;
  4° de impact op het lokaal verankerde ondernemerschap.

Art.10. De richtlijnen voor de bewegwijzering van toeristisch-recreatieve fietslussen en fietsnetwerken zijn opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit.
  De richtlijnen voor de bewegwijzering van toeristisch-recreatieve wandellussen, wandelnetwerken en toeristische voetgangersbewegwijzering zijn opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-08-2015, p. 51238-51258)

Art. N2. Bijlage 2.
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-08-2015, p. 51259-51293)