24 APRIL 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden voor rekrutering en selectie van personeel voor de functies van boswachter, beleidsadviseur en natuurinspecteur bij het Agentschap voor Natuur en Bos
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden die gelden voor en na de aanwerving van boswachters, beleidsadviseurs en natuurinspecteurs bij het agentschap
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Opleiding
Art. 5-6
HOOFDSTUK 4. - Examens en getuigschriften
Art. 7-10
HOOFDSTUK 5. - De begeleidingscommissie
Art. 11-12
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 13-16
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° agentschap : het Agentschap voor Natuur en Bos, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos;
2° OC-ANB : het ondersteunend centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos, ingesteld bij het decreet van 19 mei 2006 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en energie;
3° begeleidingscommissie : de commissie die toeziet op de inhoud en het examen van de opleiding.
Art.2. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006, regelt dit besluit de voorwaarden die gelden voor de rekrutering en de selectie van personeel bij het agentschap voor de uitoefening van de functies van boswachter, beleidsadviseur en natuurinspecteur in het Vlaamse Gewest.
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden die gelden voor en na de aanwerving van boswachters, beleidsadviseurs en natuurinspecteurs bij het agentschap
Art.3. Om als boswachter, beleidsadviseur of natuurinspecteur aangeworven te kunnen worden bij het agentschap, is het verplicht het basisgetuigschrift, vermeld in artikel 9, 1°, te behalen.
Art.4. De aangeworven boswachter, beleidsadviseur en natuurinspecteur is verplicht het natraject te volgen en het getuigschrift met specificatie, vermeld in artikel 9, 2°, te behalen binnen de proefperiode.
HOOFDSTUK 3. - Opleiding
Art.5. De opleiding voor de functies van boswachter, van beleidsadviseur en van natuurinspecteur bij het agentschap bestaat uit een voortraject en een natraject.
Het natraject kan worden gevolgd door iedereen die in het bezit is van het basisgetuigschrift, vermeld in artikel 9, 1°.
Art.6. Het OC-ANB is, in samenspraak met de begeleidingscommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van het voortraject en het natraject.
HOOFDSTUK 4. - Examens en getuigschriften
Art.7. Er wordt periodiek een examen georganiseerd.
De inhoud van de examens, vermeld in het eerste lid, alsook het examenreglement worden bepaald door de begeleidingscommissie. De examens bestaan zowel uit theoretische als uit praktische proeven. Om deel te nemen aan het examen voor de onder artikel 9 opgenomen getuigschriften is deelname aan het voortraject en natraject niet vereist.
Art.8. De procedure voor de behandeling van eventuele geschillen over het verloop en de resultaten van de examens worden beschreven in het examenreglement, waarvan iedere deelnemer aan de examens op eenvoudig verzoek een exemplaar krijgt.
Art.9. Een kandidaat die slaagt voor een examen als vermeld in artikel 7, ontvangt daarvan een getuigschrift :
1° het basisgetuigschrift.
2° het getuigschrift met specificatie.
Art.10. Het OC-ANB is, in samenspraak met de begeleidingscommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van de examens.
HOOFDSTUK 5. - De begeleidingscommissie
Art.11. § 1. Het hoofd van het agentschap stelt een begeleidingscommissie samen die bestaat uit zeven leden :
1° een personeelslid van het agentschap, als afgevaardigde van de afdeling Beheer van het agentschap;
2° een personeelslid van het agentschap, als afgevaardigde van de afdeling Beleid van het agentschap;
3° een personeelslid van het agentschap, als afgevaardigde van de cel Natuurinspectie van de afdeling Logistiek, IT en Natuurinspectie van het agentschap;
4° een personeelslid van het agentschap, als afgevaardigde van de boswachters die al aangeworven zijn bij het agentschap;
5° een personeelslid van het agentschap, als afgevaardigde van de beleidsadviseurs die al aangeworven zijn bij het agentschap;
6° een personeelslid van het agentschap, als afgevaardigde van de natuurinspecteurs die al aangeworven zijn bij het agentschap;
7° een personeelslid van het OC-ANB.
Tegelijk met de samenstelling van de begeleidingscommissie neemt het hoofd van het agentschap de volgende beslissingen :
1° de aanstelling van een voorzitter onder de leden, vermeld in het eerste lid;
2° de aanstelling van een plaatsvervanger voor elk van de leden, vermeld in het eerste lid;
3° de aanstelling van een of meer niet-stemgerechtigde secretarissen, met als taak de opmaak van de notulen van de vergaderingen van de begeleidingscommissie.
§ 2. Het mandaat van de leden, de secretarissen en de voorzitter van de begeleidingscommissie, vermeld in paragraaf 1 :
1° is vier jaar geldig;
2° is verlengbaar;
3° is onbezoldigd.
Art.12. § 1. De begeleidingscommissie heeft de volgende taken :
1° de vaststelling van de inhoud van het voortraject en het natraject;
2° de vaststelling van de inhoud van de examens;
3° de vaststelling van een examenreglement.
§ 2. De begeleidingscommissie vergadert geldig als de meerderheid van de leden of hun plaatsvervangers aanwezig is.
De begeleidingscommissie beslist bij gewone meerderheid. Bij een staking van de stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.13. De volgende regelingen worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 4 december 1974 betreffende de werving van bosaangestelden, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 1988;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 1993 betreffende de organisatie van het examen tot het verkrijgen van het bekwaamheidsgetuigschrift in de bosbouwkunde, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008.
Art.14. Het bekwaamheidsgetuigschrift in de bosbouwkunde dat is verkregen conform het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 1993 betreffende de organisatie van het examen tot het verkrijgen van het bekwaamheidsgetuigschrift in de bosbouwkunde, wordt gelijkgesteld met het basisgetuigschrift, vermeld in artikel 9, 1°, van dit besluit.
Art.15. De boswachters, beleidsadviseurs en natuurinspecteurs die in dienst genomen zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit, worden vrijgesteld van de verplichting om het getuigschrift met specificatie, vermeld in artikel 9, 2°, te behalen.
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.