24 APRIL 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 februari 2015 houdende regularisatie van de gesubsidieerde contractuelen die zijn tewerkgesteld met een contingentovereenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 februari 2015 houdende regularisatie van de gesubsidieerde contractuelen die zijn tewerkgesteld met een contingentovereenkomst als vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 12. Voor de personeelsleden die vóór 1 april 2015 in dienst zijn getreden als gesubsidieerde contractuelen, kan het plaatselijk bestuur of de daarmee juridisch of economisch verbonden entiteit geen doelgroepverminderingen en geen geactiveerde uitkeringen als vermeld in de volgende bepalingen krijgen:
1° de doelgroepverminderingen, vermeld in artikel 9, 9bis, 14 en 28/11 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen;
2° de werkuitkering, vermeld in artikel 7, 10 en 11 sexies tot en met 11 octies van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden;
3° de herinschakelingsuitkering, vermeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen.
Het plaatselijk bestuur of de daarmee juridisch of economisch verbonden entiteit kan geen aanspraak maken op de voordelen, vermeld in het eerste lid, voor een werknemer die hij binnen een periode van twaalf maanden na beëindiging van de vorige arbeidsovereenkomst weer in dienst neemt, als het plaatselijke bestuur voor deze periode van tewerkstelling de voordelen als gesubsidieerde contractueel genoten heeft."
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2015.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.