Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

7 FEBRUARI 2012. - Ministerieel besluit houdende de vastlegging van bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor een aantal thuiszorgvoorzieningen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 29-04-2015 en tekstbijwerking tot 11-07-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Diensten voor oppashulp
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Lokale dienstencentra
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Regionale dienstencentra
Art. 4-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010200560  2010200561 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017030454 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg
Artikel 1. Voor het Nederlandse taalgebied worden de resultaten van de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijke kalenderjaren 2013 tot en met 2017 van de "SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten 2009-2030" vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers voor gezinszorg, vermeld in artikel 2 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.
  Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt 30 % van de resultaten van de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijk kalenderjaren 2013 tot en met 2017, zoals vervat in "Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060", vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers voor gezinszorg, vermeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK II. - Diensten voor oppashulp
Art.2.
  <Opgeheven bij MB 2017-06-15/10, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>

HOOFDSTUK III. - Lokale dienstencentra
Art.3. Voor het Nederlandse taalgebied worden de resultaten van de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijke kalenderjaren 2017 tot en met 2021 van de "SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten 2009-2030", vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers voor de lokale dienstencentra, vermeld in artikel 3 van bijlage VI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, vermeld in artikel 1.
  Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt 30 % van de resultaten van de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijk kalenderjaren 2017 tot en met 2021 zoals vervat in "Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060", vastgelegd voor de toepassing van het programmacijfer voor de lokale dienstencentra, vermeld in het eerste lid.
  Van de aldus berekende programmaruimte van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt 70 % toegewezen aan volgende drie zones van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad:
  1° de zone Noord-Oost met de gemeenten Schaarbeek, Evere, Sint-Joost-ten-Node, Haren en de zogenaamde scharnierzone Neder-Over-Heembeek;
  2° de zone Noord-West met de gemeenten Sint-Agatha-Berchem/Ganshoren, Jette, Laken en met als uitbreiding de gemeenten Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek;
  3° de zone Zuid-West met de gemeente Anderlecht.
  De overige 30% van de aldus berekende programmaruimte van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt toegewezen aan de overige gemeenten van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

HOOFDSTUK IV. - Regionale dienstencentra
Art.4. Voor het Nederlandse taalgebied worden de resultaten van de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijke kalenderjaren 2017 tot en met 2021 van de "SVR-projecties van de bevolking en de huishoudens voor Vlaamse steden en gemeenten 2009-2030", vastgelegd voor de toepassing van de programmacijfers voor de regionale dienstencentra, vermeld in artikel 3 van bijlage VII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, vermeld in artikel 1.
  Voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt 30 % van de resultaten van de bevolkingsprojecties voor de afzonderlijk kalenderjaren 2017 tot en met 2021 zoals vervat in "Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060", vastgelegd voor de toepassing van het programmacijfer voor de regionale dienstencentra, vermeld in het eerste lid.

Art.5. Het ministerieel besluit van 26 januari 2010 houdende de vastlegging van de bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de diensten voor oppashulp, wordt opgeheven.

Art.6. Het ministerieel besluit van 26 januari 2010 houdende de vastlegging van de bevolkingsprojecties voor de toepassing van de programmacijfers voor de lokale en de regionale dienstencentra;

Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.