Details





Titel:

19 JULI 2013. - Ministerieel besluit houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-04-2015 en tekstbijwerking tot 13-10-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011035990 



Uitvoeringsbesluit(en):

2017011635  2018030577 



Artikels:

Artikel 1. Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5, A, 10° van bijlage VI bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, kan van de erkende lokale dienstencentra, met toepassing van artikel 7, § 2 in de voormelde bijlage VI, de subsidie-enveloppe worden verhoogd voor de aankoop van personenalarmtoestellen die ter beschikking worden gesteld van zelfstandig wonende gebruikers.

Art.2. Voor de werkzaamheden, vermeld in artikel 5, A, 5° van bijlage VII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, kan van de erkende regionale dienstencentra, met toepassing van artikel 7, § 2 in de voormelde bijlage VII, de subsidie-enveloppe worden verhoogd voor de aankoop van personenalarmtoestellen die ter beschikking worden gesteld van zelfstandig wonende gebruikers.

Art.3. De personenalarmtoestellen voldoen aan de volgende technisch-functionele vereisten :
  1° een personenalarmtoestel biedt de gebruiker de mogelijkheid om vanuit eender welke ruimte in zijn woning een noodoproep te verzenden. Door te drukken op de knop van een zender wordt een signaal uitgezonden naar een ontvanger of een automatische selector die aangesloten is op het telefoonnet. Die laatste zal in een bepaalde volgorde telefonisch contact zoeken met een aantal hulpverleners (familie, buren, vrienden) en een centrale oproepen tot een reactie volgt.
  2° een personenalarmtoestel bestaat altijd uit een combinatie van zender en ontvanger of automatische selector en kan, zonder afbreuk te doen aan de basisfunctionaliteit van personenalarmering, worden aangevuld met bijkomende functionaliteiten;
  3° op verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer voldoet een personenalarmtoestel, met of zonder bijkomende functionaliteiten, aan de volgende algemene voorwaarden:
  a) een hoge mate van gebruiksgemak: de bijkomende functionaliteiten mogen geen belemmering of drempel vormen voor het gebruik van de basisfunctie;
  b) het bieden van garanties met betrekking tot het alarmeren. Die garanties worden teruggevonden in een evenwichtspunt waarbij zowel de kans op een valse melding van een alarmsituatie als de kans op het niet-melden van een alarmsituatie zo klein mogelijk is;
  c) het waarborgen van de privacy van de gebruiker;
  d) bijdragen tot de verhoging van de veiligheid en van het veiligheidsgevoel van de gebruiker en zijn zorgomgeving.
  4° de zender beschikt over een spatwaterdichte behuizing, is schokbestendig en is uitgerust met een automatische batterijtest. Het zendbereik van de zender bedraagt minstens 30 meter;
  5° via een cascadesysteem kan de ontvanger of automatische selector automatisch verschillende telefoonnummers oproepen en annulering van het alarm is mogelijk binnen een vooraf ingestelde tijd. De noodoproep is communicatief, wat betekent dat bij de oproep van de centrale een gesprek met de gebruiker mogelijk is. De ontvanger of automatische selector is van een noodvoeding voorzien, zodat hij ook functioneert als de elektriciteit is uitgevallen;
  6° op de centrale kunnen minstens tweeduizend abonnees worden aangesloten. De centrale is ofwel dag en nacht bemand, ofwel aangesloten op een personenzoeksysteem waarmee bij een noodoproep de centralist wordt opgeroepen. De centrale kan aangesloten worden op een computer en is van een noodvoeding voorzien;
  7° het personenalarmtoestel beantwoordt aan de vereisten, vermeld in het koninklijk besluit van 28 februari 2007 betreffende de elektromagnetische compatibiliteit.

Art.4. De organisatie van de dienstverlening van de alarmcentrale bestaat erin het netwerk tot stand te brengen en het hulpverlenersbestand regelmatig aan te passen.

Art.5. Aan een lokaal dienstencentrum als vermeld in artikel 1, kan een subsidie worden verleend voor maximaal dertig personenalarmtoestellen, waarvan maximaal tien toestellen op jaarbasis
  Aan een regionaal dienstencentrum als vermeld in artikel 2, kan een subsidie worden verleend voor maximaal zestig personenalarmtoestellen, waarvan maximaal vijftien toestellen op jaarbasis.
  Het aangekochte toestel komt in aanmerking voor een subsidie van 495,78 euro als het beschikt over ten minste twee van de volgende bijkomende functionaliteiten:
  1° valdetectie;
  2° bewegingsdetectie;
  3° rook- en branddetectie;
  4° CO-detectie.
  Als het aangekochte toestel niet beantwoordt aan de voorwaarden vermeld in het derde lid, komt het in aanmerking voor een subsidie van 250,00 euro;
  Zodra de lokale en regionale dienstencentra hun maximale contingent van respectievelijk dertig en zestig toestellen hebben uitgeput, kunnen de toestellen die eerder werden aangekocht en gesubsidieerd ter uitvoering van dit besluit, worden vervangen en opnieuw worden gesubsidieerd, op voorwaarde dat die toestellen minstens vier jaar oud zijn.

Art.6.Vóór 1 februari legt de minister binnen de beschikbare goedgekeurde budgettaire middelen het totale bedrag vast dat kan worden besteed aan de subsidiëring van de aankoop van personenalarmtoestellen.
  Zodra de minister het beschikbare budget heeft vastgelegd, zal het [1 Departement Zorg ]1 een webformulier ter beschikking stellen dat moet worden gebruikt voor de aanvraag tot subsidiëring van de aankoop van personenalarmtoestellen. De daarin aangegeven keuzes worden beschouwd als definitief.
  Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag vóór 1 april bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid worden ingediend.
  Om in aanmerking te komen voor subsidiëring moet de aankoop verricht worden in de aankoopperiode die loopt van 1 januari tot en met 30 september van het jaar van de aanvraag.
  ----------
  (1)<MB 2023-08-25/05, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.7. De minister beslist over de aanvraag, vermeld in artikel 6, binnen de goedgekeurde begrotingskredieten en met behoud van de toepassing van artikel 5.

Art.8. § 1. Aangezien voor de regionale dienstencentra het aanbieden van personenalarmsystemen een verplichte activiteit is, krijgen ontvankelijke aanvragen tot subsidiëring van regionale dienstencentra voorrang.
  Daarbij worden de volgende prioriteiten gehanteerd:
  1° de regionale dienstencentra die dat jaar voor het eerst een subsidie-enveloppe ontvangen;
  2° de regionale dienstencentra die al eerder een subsidie-enveloppe hebben ontvangen;
  3° de lokale dienstencentra die dat jaar voor het eerst een subsidie-enveloppe ontvangen;
  4° de lokale dienstencentra die al eerder een subsidie-enveloppe hebben ontvangen.
  § 2. Naargelang het beschikbare budget, wordt in eerste instantie uitgegaan van een integrale subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen van de regionale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°. Bij ontoereikend budget wordt overgegaan tot een evenredige subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen. Als er een restbudget is, kan worden overgegaan tot de subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen van de regionale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°.
  § 3. Voor de regionale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt hetzelfde principe toegepast als vermeld in paragraaf 2. Er wordt in eerste instantie uitgegaan van een integrale subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen. Bij ontoereikend budget wordt overgegaan tot een evenredige subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen. Als er een restbudget is, kan worden overgegaan tot de subsidiëring van de ontvankelijke aanvragen van de lokale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3° en 4°.
  § 4. Voor de lokale dienstencentra, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 3° en 4°, wordt opnieuw hetzelfde principe toegepast, als vermeld in paragraaf 2 en 3.
  § 5. Aan het aanvragende lokaal of regionaal dienstencentrum wordt vóór 15 juni van het jaar van de aanvraag meegedeeld hoeveel toestellen bij aankoop kunnen worden gesubsidieerd.

Art.9.De subsidie wordt uitbetaald nadat het [1 Departement Zorg]1 de aankoopfactuur, het bewijs dat is voldaan aan de bepalingen van artikel 3, het bewijs van betaling en een EG-typeverklaring van overeenstemming heeft ontvangen en goedgekeurd.
  De lokale en regionale dienstencentra, waaraan de subsidie is toegekend, sturen die bewijsstukken naar het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid vóór 1 november van het jaar van de aanvraag.
  ----------
  (1)<MB 2023-08-25/05, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2023>

Art.10. In afwijking van artikel 6, derde en vierde lid, kan voor het jaar 2013 een ontvankelijke aanvraag worden ingediend vóór 1 september 2013 en loopt de aankoopperiode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013;
  In afwijking van artikel 8, § 5, wordt voor aanvragen die ingediend zijn vóór 1 september 2013 aan het aanvragende lokaal of regionaal dienstencentrum vóór 15 september 2013 meegedeeld hoeveel toestellen bij aankoop kunnen worden gesubsidieerd.
  In afwijking van artikel 9, tweede lid, sturen de lokale en regionale dienstencentra waaraan in 2013 een subsidie is toegekend de bewijsstukken naar het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid vóór 1 februari 2014;

Art.11. Het ministerieel besluit van 31 oktober 2011 houdende de vaststelling van de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor het aankopen van personenalarmtoestellen, wordt opgeheven.

Art. 12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.