16 JANUARI 2015. - Ministerieel besluit tot bepaling van de advies- en overlegprocedure voor de erkenning van kunstinstellingen ter uitvoering van artikel 49 en 50 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Overlegprocedure en bekendmaking
Art. 2-3
HOOFDSTUK 3. - Adviesprocedure
Art. 4-9
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 10
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° administratie: de dienst die binnen de Vlaamse administratie bevoegd is voor de professionele kunsten;
2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden.
HOOFDSTUK 2. - Overlegprocedure en bekendmaking
Art.2. De minister overlegt met de kunstenorganisaties die in aanmerking zouden kunnen komen voor een erkenning als kunstinstelling.
Art.3. De minister deelt uiterlijk op 23 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd, aan de Vlaamse Regering mee welke kunstenorganisaties in aanmerking komen voor een erkenning als kunstinstelling.
HOOFDSTUK 3. - Adviesprocedure
Art.4. Een organisatie die in aanmerking wordt genomen voor een erkenning als kunstinstelling, kan voor die erkenning bij de administratie een aanvraagdossier indienen.
De administratie moet in het bezit zijn van de aanvraag voor een erkenning als kunstinstelling uiterlijk op 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. Het aanvraagdossier wordt zowel digitaal als in een papieren versie aan de administratie bezorgd.
Art.5. Een aanvraag voor een erkenning wordt ingediend op basis van een model van aanvraagdossier dat de administratie ter beschikking stelt.
Art.6. Een aanvraag voor een erkenning als kunstinstelling bevat een motivering van de wijze waarop de organisatie voldoet aan elk van de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 68, § 2, van het Kunstendecreet van 13 december 2013.
Art.7. De erkenningscommissie bezorgt aan de minister een advies als vermeld in artikel 69, § 2, van het Kunstendecreet van 13 december 2013, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. De erkenningscommissie baseert zich voor haar advies op het aanvraagdossier en het advies van de administratie, vermeld in artikel 8.
In het eerste lid wordt verstaan onder erkenningscommissie: de commissie, vermeld in artikel 69, § 1, van het Kunstendecreet van 13 december 2013.
Art.8. De administratie bezorgt aan de minister een advies als vermeld in artikel 69, § 4, van het Kunstendecreet van 13 december 2013, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd. De administratie baseert zich voor haar advies onder meer op het aanvraagdossier, de door de administratie gecontroleerde functionele en financiële verantwoordingen en haar verslagen over het toezicht.
De administratie bezorgt alle nuttige informatie, nodig om tot een kwaliteitsvolle inhoudelijke beoordeling te komen, aan de erkenningscommissie. De administratie zorgt voor een voorlopige zakelijke en beheersmatige toetsing inclusief de indicatieve waardering van een aanvraagdossier bij de aanvang van de toetsing door de erkenningscommissie.
Art.9. De minister bezorgt de Vlaamse Regering een voorstel van beslissing over de erkenning als kunstinstelling, uiterlijk op 1 juni van het jaar dat volgt op het jaar waarin het Vlaams Parlement volledig wordt vernieuwd.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 10. Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 2 en 3 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 december 2014.