19 MAART 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van het comité van experten op het vlak van niet-ioniserende stralingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-04-2015 en tekstbijwerking tot 14-04-2023)
Art. 1-7
Artikel 1.Het comité van experten op het vlak van niet-ioniserende stralingen (hierna 'het comité' genoemd) bestaat uit [2 ...]2 leden, die als volgt worden aangeduid door de Regering:
a. [2 2 tot]2 drie leden die beschikken over een wetenschappelijke expertise op het vlak van het effect van niet-ioniserende stralingen op de gezondheid [2 ...]2;
b. [2 1 tot]2 twee leden die beschikken over wetenschappelijke expertise op het vlak van de eigenschappen van niet-ioniserende stralingen;
c. [2 1 tot]2 twee leden die beschikken over wetenschappelijke expertise op het vlak van de micro- en macro- economische en sociale noden inzake mobiele telecommunicatie;
d. [2 1 tot]2 twee leden die beschikken over wetenschappelijke expertise op het vlak van draadloze communicatietechnologieën en in het bijzonder de technische aspecten van hun werking [2 ;]2
[2 e. 1 tot 2 leden die beschikken over een wetenschappelijke expertise op het vlak van het effect van niet-ioniserende stralingen op het leefmilieu, met name de biodiversiteit, fauna en flora;
f. 1 tot 2 leden die beschikken over een wetenschappelijke expertise op het vlak van energieverbruik en/of afvalproductie in verband met de draadloze communicatiesector.]2
Een vertegenwoordiger van Leefmilieu Brussel en een vertegenwoordiger van de Directie Stedenbouw van [1 Brussel Stedenbouw & Erfgoed]1 wonen de vergaderingen van het comité bij met raadgevende stem.
Het mandaat van de leden van het comité is een hernieuwbaar mandaat van 3 jaar.
Maximaal twee derde van de leden mag van dezelfde taalrol zijn.
De taalrol van een lid van het comité wordt bepaald in functie van de landstaal waarin zijn hoogste diploma werd uitgereikt.
De houder van een diploma dat niet door de Franse of Vlaamse Gemeenschap werd uitgereikt, kiest op het moment van indiening van zijn kandidatuur zijn taalrol.
----------
(1)<BESL 2017-03-31/05, art. 1,25°, 002; Inwerkingtreding : 07-04-2017>
(2)<BESL 2023-03-30/07, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-04-2023>
Art.2. De leden van het comité mogen, gedurende de hele duur van het mandaat, geen enkel politiek mandaat ofgeen enkele functie of activiteit uitoefenen, al dan niet bezoldigd, ten dienste van een ministerieel kabinet, noch ten dienstevan een onderneming waar installaties worden uitgebaat die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden, noch ten dienste van een drukkingsgroepactief in de domein van niet-ioniserende stralingen of ten dienste van ondernemingen voor de vervaardiging of commercialisering van materiaal bestemd om niet-ioniserende stralingen te verzwakken of te produceren.
Het verbod bepaald in het eerste lid blijft van kracht gedurende één jaar na afloop van het mandaat van het lid van het comité.
De leden van het comité ondertekenen een verklaring op erewoord waarin ze al hun eventuele rechtstreekse of onrechtstreekse banden met de exploitanten van installaties die niet-ioniserende stralingen kunnen opwekken of doorzenden, aangeven.
Indien een lid van het comité, rechtstreeks of onrechtstreeks, een tegengesteld belang heeft bij een beslissing, advies of andere akte van het comité, mag hij de betreffende beraadslagingen van het comité niet bijwonen, noch deelnemen aan de stemming. Hij moet de overige leden van het comité hiervan vooraf inlichten, dat daarvan melding moet maken in de notulen van de vergadering.
De leden van het comité handelen onafhankelijk van alle eigen commerciële belangen.
Art.3. Het comité kiest onder zijn leden een voorzitter die ermee wordt belast het comité te laten samenkomen en de werkzaamheden ervan te organiseren.
Het comité stelt zijn huishoudelijk reglement op en legt het voor ter goedkeuring van de minister van Leefmilieu.
Art.4.Op [2 30 september]2 van elk jaar dient Leefmilieu Brussel bij het comité een verslag in met betrekking tot de uitvoering van de ordonnantie van 1 maart 2007 betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en hinder van niet-ioniserende stralingen.
Op diezelfde dag bezorgt [1 Brussel Stedenbouw & Erfgoed]1 (Directie Stedenbouw) het comité een verslag betreffende de stedenbouwkundige aspecten verbonden aan deze uitvoering.
Na afloop van zijn werkzaamheden, en meer bepaald op [2 1 december]2 van elk jaar, overhandigt het comité de Regering een verslag. De Regering bezorgt dat verslag aan het Parlement.
Het verslag maakt het voorwerp uit van een akkoord bij consensus binnen het comité. Wanneer er geen consensus kan worden bereikt, maakt het verslag melding van de opinies die de verschillende leden hebben geuit.
----------
(1)<BESL 2017-03-31/05, art. 1,25°, 002; Inwerkingtreding : 07-04-2017>
(2)<BESL 2021-07-01/17, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 19-07-2021>
Art.5.De leden van het comité ontvangen een vergoeding voor hun activiteiten. Die vergoeding [1 voor de deelname aan de vergaderingen]1 bedraagt [1 120]1 euro per vergadering van minimaal 2 uur en [1 180]1 euro voor de voorzitter, en kan op jaarbasis oplopen tot maximaal [1 480]1 euro per lid en [1 720]1 euro voor de voorzitter.
[1 Voor de redactie-activiteiten, de voorstelling van conclusies of de jaarverslagen aan het Parlement, de opstelling van adviezen of antwoorden op technische vragen bedraagt die vergoeding 120 euro per schriftelijk document of presentatie, met een maximum van 840 euro per lid op jaarbasis.]1
De leden moeten aan Leefmilieu Brussel aangeven of de vergoeding hun persoonlijk mag worden uitgekeerd, dan wel of ze mag worden uitgekeerd aan de instelling waartoe ze behoren.
In het jaarverslag worden de vergoedingen die per lid zijn betaald, vermeld.
----------
(1)<BESL 2021-07-01/17, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 19-07-2021>
Art.6.Het secretariaat van het comité wordt waargenomen door Leefmilieu Brussel.
De bijeenkomsten van het comité vinden plaats in de kantoren van Leefmilieu Brussel [1 als ze met fysieke aanwezigheid worden georganiseerd]1.
----------
(1)<BESL 2023-03-30/07, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 24-04-2023>
Art. 7. De minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.