17 DECEMBER 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 februari 2003 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen, worden de volgende punten toegevoegd :
" 29° " FESC " : Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten, Fonds ingesteld bij artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders van 19 december 1939;
30° " FESC-projecten " : de opvangvoorzieningen die in aanmerking kwamen voor de subsidies voor het FESC voor het jaar 2014.
Art.2. Artikel 165ter van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 165ter. § 1. Een overgangsperiode wordt voorzien tussen 1 januari 2015 en 30 september 2017 voor het beheer en de financiering door de Dienst van de FESC-projecten.
§ 2. Tijdens deze overgangsperiode, onafhankelijk van de subsidies bedoeld in Boek II, kent de Dienst, op basis van het dossier bedoeld in het vierde lid, aan de diensten bedoeld in § 1 die in de opvangvoorziening een noodopvang of een flexibele opvang buiten de normale openingsuren organiseren, een jaarlijkse subsidie toe die gelijk is aan de subsidie die ze van het Fonds bedoeld in § 1 ontving voor het jaar 2012, gebonden aan het gezondheidsindexcijfer.
Indien uitzonderlijke omstandigheden dat jaar weinig representatief maken van de gewone activiteit van de dienst, kan de Dienst, op basis van een gemotiveerde aanvraag om advies, het jaar 2011 als referentie nemen.
De dienst kent driemaandelijkse voorschotten toe die overeenstemmen met 20% van de jaarlijkse subsidie bedoeld in het eerste en tweede lid.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald na onderzoek door de Dienst van een jaarlijks dossier, waarvan het model door de Dienst bepaald wordt, met ten minste :
1. een boekhoudkundig resultaat waarop alle lasten en alle andere bronnen van subsidiëring voorkomen, alsook het bedrag van de financiële bijdragen van de ouders;
2. een tabel met het geheel van het personeel aanwezig tijdens de betrokken periode, voor elke betrokken opvangvoorziening;
3. een afschrift van de diploma's en overeenkomsten van alle kinderopvanger(ster)s waarvan de loonlasten gedekt worden door deze subsidie. De afschriften van de diploma's en de overeenkomsten die al één jaar aan de Dienst worden bezorgd, moeten niet meer bezorgd worden de jaren daarop, behalve bij wijziging van de overeenkomst of van het aanvullend nuttig diploma;
4. de bewijsstukken van de loonlasten, per werknemer, waarvan de inhoud en de nadere regels voor de verzending bepaald worden door de ONE;
5. voor de werkingskosten : een overzicht van de facturen daterend uit de gedekte periode, beschikbaar ter plaatse voor controle.
§ 3. Tijdens de overgangsperiode kan de inrichtende macht van een project dat tot dan toe gesubsidieerd wordt door het Fonds bedoeld in § 1, dat kan verantwoorden dat de aanvraag geëvolueerd heeft, een wijziging van het type opvang aanvragen dat hij organiseert voor de noodopvang als het gesubsidieerd werd voor een flexibele opvang of voor een flexibele opvang als het gesubsidieerd werd voor een noodopvang.
§ 4. De Dienst is ertoe gemachtigd aanvullende subsidies aan de FESC-projecten toe te kennen met toepassing van de criteria bepaald in zijn beheersovereenkomst. ".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Art. 4. De Minister van Jong Kind is belast met de uitvoering van dit besluit.