19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit aangaande de uitreiking van identiteitsdocumenten aan kinderen jonger dan 12 jaar
Art. 1-5
Artikel 1. Op verzoek van de persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over een Belgisch kind onder de twaalf jaar ingeschreven in het consulaire bevolkingsregister van een Belgische consulaire post, geeft deze een elektronisch identiteitsdocument af op naam van dit kind.
Dat elektronisch identiteitsdocument is identiek aan het elektronisch identiteitsdocument afgegeven door de Belgische gemeenten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 oktober 2006 betreffende het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar.
De persoon of personen die het ouderlijke gezag uitoefenen, duidt de nationale taal aan welke voorrang dient te hebben op het elektronische identiteitsdocument.
Art.2. Het door de consulaire post afgegeven identiteitsdocument blijft geldig voor de op de kaart vermelde duur bij inschrijving in een andere consulaire post.
Het door een Belgische gemeente afgegeven identiteitsdocument blijft geldig voor de op de kaart vermelde duur bij vertrek naar het buitenland en bij inschrijving van het betrokken kind in een consulair bevolkingsregister.
Art.3. Het elektronisch identiteitsdocument verliest zijn geldigheid na het verstrijken van de geldigheidsduur of eerder, wanneer het kind niet meer op de foto lijkt, na verlies of diefstal, bij uitreiking van een nieuw elektronisch identiteitsdocument of een identiteitskaart.
Art.4. Bij verlies, diefstal of vernieling van het elektronisch identiteitsdocument dienen de persoon of de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen, dit te melden bij de consulaire post van inschrijving. Indien dat niet mogelijk is, moet het verlies, de diefstal of vernieling worden gemeld bij de helpdesk bedoeld in artikel 6ter van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten. De aangifte bij de helpdesk ontslaat er niet van ook aangifte te doen bij de consulaire post van inschrijving.
Bij melding van verlies, diefstal of vernieling aan de consulaire post van inschrijving verliest de kaart haar geldigheid en worden de elektronische functies opgeheven.
Art. 5. De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.