16 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de bijdrage van België aan de zeventiende wedersamenstelling van de middelen van de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA 17)
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de bijdrage van België aan de zeventiende wedersamenstelling van de middelen van de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA 17) wordt als volgt aangevuld :
"Een bedrag van 20.930.000 (twintig miljoen negenhonderd dertig duizend) euro wordt verrekend ten laste van de algemene uitgavenbegroting FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking voor het begrotingsjaar 2015, sectie 14, organisatieafdeling 54, activiteitenprogramma 33, basisallocatie 54.42.09. Dit bedrag wordt aangerekend ten laste van het vastleggingskrediet."
Art.2. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de bijdrage van België aan de zeventiende wedersamenstelling van de middelen van de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA 17) wordt vervangen als volgt :
"Art. 2. Het totaal van de bedragen vermeld in artikel 1, zijnde 379.580.000 (driehonderd negenenzeventig miljoen vijfhonderd tachtig duizend) euro, wordt toegekend aan de Internationale Ontwikkelingsassociatie en dient voor de financiering van de zeventiende wedersamenstelling van de werkmiddelen voor de periode 2014 - 2022."
Art.3. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de bijdrage van België aan de zeventiende wedersamenstelling van de middelen van de Internationale ontwikkelingsassociatie (IDA 17) wordt vervangen als volgt :
"Art. 3. Het bedrag vermeld in artikel 2 zal worden uitbetaald in jaarlijkse schijven, voor 15 juni van elk jaar, als volgt :
2014 : 119.550.000 euro (betaald in 2014)
2015 : 0 euro
2016 : 7.010.000 euro
2017 : 42.170.000 euro
2018 : 42.170.000 euro
2019 : 42.170.000 euro
2020 : 42.170.000 euro
2021 : 42.170.000 euro
2022 : 42.170.000 euro"
Art. 4. De minister bevoegd voor Ontwikkelings-samenwerking en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.