Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

1 APRIL 2014. - Eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden NV (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-04-2014 en tekstbijwerking tot 20-01-2017)



Inhoudstafel:

TITEL 1. - Bijzondere regels en voorwaarden volgens dewelke BIO haar maatschappelijk doel nastreeft
Art. 1-7
TITEL 2. - Bijzondere verbintenissen
Art. 8-9
TITEL 3. - Slotbepalingen
Art. 10-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2017010049 



Artikels:

TITEL 1. - Bijzondere regels en voorwaarden volgens dewelke BIO haar maatschappelijk doel nastreeft
Artikel 1.- Juridisch en politiek kader
  [1 BIO werd opgericht bij notariële akte op 8 december 2001 verleden voor notaris Johan Kiebooms te Antwerpen, in toepassing van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht (hierna `BIO Wet'), zoals gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002, de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, door de wet van 20 januari 2014 tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht en door de wet van 21 juli 2016 tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht.]1. De voornoemde wet van 3 november 2001, zoals gewijzigd door de hierboven opgesomde daaropvolgende wetten, wordt hierna de "BIO Wet" genoemd.
  Het onderhavige Beheerscontract wordt afgesloten overeenkomstig artikel 4bis tot sexies van de BIO wet.
  Dit beheerscontract past in het kader van de basisdoelstellingen en -principes van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, zoals bepaald in de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de BIO wet, [2 het nationale en internationale regelgevende kader en de strategienota's aangenomen inzake Ontwikkelingssamenwerking]2.
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.2.- Opdrachten, waarden en principes van de interventies van BIO
  2.1. Opdracht : investeren voor ontwikkeling
  [1 Overeenkomstig de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en het artikel 3 van de BIO Wet, heeft BIO als opdracht bij te dragen tot de duurzame menselijke ontwikkeling in de interventielanden, door de privésector rechtsreeks of onrechtstreeks te ondersteunen via de gekwalificeerde ondernemingen in die landen, waarvan sprake in artikel 2, punt 2.2, door middel van investeringen en andere complementaire ondersteuningsmechanismen (waaronder subsidies).]1
  2.2. Gekwalificeerde Ondernemingen
  De Gekwalificeerde Ondernemingen voor tussenkomsten van BIO zijn de private ondernemingen die tot dehieronder opgesomde categorieën behoren.
  Vanaf de inwerkingtreding van het onderhavige Beheerscontract zal de Raad van Bestuur van BIO erop toezien een evenwicht te bewaren in de samenstelling van haar investeringsportfolio met betrekking tot deze categorieën. Met het oog op een regelmatige controle van dit evenwicht wordt een overzicht van de financieringsdossiers, opgesplitst per categorie Gekwalificeerde Ondernemingen, overgemaakt aan het Investeringscomité van BIO bij elke vergadering van dit comité vanaf het ogenblik waarop deze door het Screeningcomité van BIO ontvankelijk worden verklaard.
  [2 (1) MKMO's en ondernemingen van de sociale economie gevestigd in de interventielanden
   (a) De MKMO's
   Overeenkomstig de BIO Wet en de statuten, heeft BIO op de eerste plaats als doel te investeren, rechtstreeks of onrechtstreeks (namelijk via de kanalen beschreven in artikel 4, punt 4.2 van onderhavig beheerscontract), in de ontwikkeling van MKMO's van interventielanden, over alle sectoren, behalve in de sectoren die uitgesloten zijn conform dit beheerscontract. De BIO Wet definieert de MKMO's door te verwijzen naar de definitie van de Europese Commissie, meer bepaald naar de maxima die deze vaststelt met betrekking tot de jaarlijkse omzet en het balanstotaal. De betreffende maxima zijn :
   - jaarlijkse omzet : maximum 50 miljoen EUR (of equivalent in lokale munt); en
   - balanstotaal : maximum 43 miljoen EUR (of equivalent in lokale munt).
   (b) De ondernemingen van de sociale economie
   De interventies van BIO zijn eveneens gericht op ondernemingen uit de sociale economie. Sociale economie omvat de economische activiteiten uitgeoefend door hoofdzakelijk coöperatieve vennootschappen, mutualiteiten en verenigingen waarvan de opdracht de volgende kenmerken vertoont :
   - het doel is dienstverlening aan de leden of aan de gemeenschap, eerder dan winstmaximalisatie;
   - beheersautonomie;
   - democratische besluitvorming;
   - personen en werk primeren op kapitaal bij de verdeling van de inkomsten;
   - financieel evenwicht.
   (2) De MKMO's en de ondernemingen gevestigd in de interventielanden, die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot energie en tot de digitale technologieën, evenals tot de strijd tegen de klimaatverandering
   (a) De MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot energie
   BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's), met inbegrip van publieke-private-projecten, die een positieve impact hebben op de toegang tot energie voor de bevolking en de ondernemingen in de interventielanden. Het betreft onder meer ondernemingen die bijdragen tot het verhogen van de hoeveelheid energie die beschikbaar is in een land (energieproductie), tot het verbeteren van de distributie ervan naar de verbruikers of tot een betere energie-efficiëntie.
   (b) De MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën
   BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's) gevestigd in de interventielanden die bijdragen tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën van de ondernemingen en de bevolking in de interventielanden. De bedoelde ondernemingen omvatten onder meer, maar niet uitsluitend, de ondernemingen die infrastructuurprojecten ter ondersteuning van de mobiele telefonie of de Internettoegang (torens, netwerken) of IT diensten en digitalisatiediensten voor MKMO's en financiële instellingen (digitalisatie van financiële diensten) ontwikkelen, producenten of verdelers van apparatuur...
   (c) De MKMO's en de ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering
   BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's) die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering in de interventielanden. Het betreft onder meer ondernemingen die bijdragen tot de vermindering van broeikasgassen in het domein van de hernieuwbare energie, de bosbouw, of in andere domeinen.
   (3) De MKMO's en de ondernemingen in de agro-alimentaire sector, gevestigd in de interventielanden
   BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's) gevestigd in de interventielanden, actief in de productie, de verwerking, handel of vermarkting van landbouwgrondstoffen, landbouw- en voedingsproducten en die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de versterking van de voedselzekerheid in de interventielanden.
   (4) De MKMO's en de ondernemingen gevestigd in de interventielanden, die tot doel hebben basisdiensten aan de bevolking te verlenen
   BIO heeft tot doel te investeren in de ondernemingen (waaronder de MKMO's), met inbegrip van publieke-private-projecten, die tot doel hebben basisdiensten te verstrekken aan de bevolking in de interventielanden.
   De bedoelde basisdiensten zijn, voornamelijk, de toegang tot financiële basisdiensten, gezondheidsdiensten, onderwijs, huisvesting, water en basisinfrastructuur.]2
  2.3. Waarden
  Overeenkomstig de hoofdstukken 2 en 3 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking verbindt BIO zich ertoe de basiswaarden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking te respecteren en te promoten. Daartoe zal BIO met name :
  - een aanpak ontwikkelen gebaseerd op respect voor de mensenrechten overeenkomstig artikel 11, § 1, 1° van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
  - een ontwikkeling bevorderen die de drie dimensies van duurzame ontwikkeling verenigt : de sociale dimensie, de milieudimensie en de economische dimensie binnen de grenzen van de planeet, overeenkomstig artikel 11, § 2, 2° van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
  - gelijke kansen in de praktijk brengen, onder meer op het gebied van gender, overeenkomstig artikel 11 § 2 1° van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking [3 en artikel 3, laatste lid van de BIO Wet]3;
  - de principes van inclusieve en duurzame groei onderschrijven, overeenkomstig de artikelen 3, 5 en 6 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
  - de principes van goed bestuur onderschrijven, overeenkomstig artikel 4 van de wet van 19 maart 2013 betreffende Belgische Ontwikkelingssamenwerking;
  - een coördinatie en coherentie verzekeren met de andere [3 interventies van de Belgische ontwikkelingssamenwerking]3, overeenkomstig artikel 13 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
  2.4. Interventieprincipes
  De volgende basisprincipes zijn van toepassing op elke interventie van BIO :
  (1) Ontwikkelingscriteria
  Overeenkomstig artikel 8, § 2 van de BIO Wet worden de interventies van BIO geëvalueerd op basis van de criteria gedefinieerd door het DAC van de OESO, zoals bedoeld in artikel 32 van de wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking van 19 maart 2013, met name de relevantie, de effectiviteit, de efficiëntie, de levensvatbaarheid, de impact en de duurzaamheid.
  Elke financieringsbeslissing vereist een uitdrukkelijke rechtvaardiging op basis van die criteria.
  (2) Milieuaspecten, sociale aspecten en goed bestuur ("ESG")
  BIO zal een beleid van waakzaamheid uitwerken voor met betrekking tot de milieuaspecten, sociale aspecten en aspecten van goed bestuur, dat zij zal toepassen op al haar financieringen teneinde het duurzame karakter van haar interventies te waarborgen :
  - op sociaal vlak zal BIO in het kader van haar interventies toezien op het waardige, productieve en duurzame karakter van de banen die worden gecreëerd. BIO zal eisen dat de fundamentele sociale rechten worden nageleefd zoals die zijn bepaald in de basisconventies en de Waardig Werk Agenda van de Internationale Arbeidsorganisatie;
  - wat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen betreft, zal BIO bovendien in al haar investeringen een [4 ambitieus]4 en systematisch beleid voeren;
  - wat het milieu betreft, worden alle investeringen beoordeeld vanuit het oogpunt van het respect voor de bescherming of het behoud van het milieu;
  - op het vlak van goed bestuur zal BIO de principes van goed bestuur promoten overeenkomstig de internationale standaarden en zal zij van de Portfoliovennootschappen eisen dat zij de geldende boekhoudkundige en fiscale wetgeving naleven naar de geest en de letter.
  (3) Marktvoorwaarden
  BIO heeft niet tot taak de markt te vervangen, maar deze aan te vullen. Daarom moeten de interventies van BIO de marktvoorwaarden naleven en mogen zij niet tot een verstoring van de markt leiden.
  (4) [5 Additioneel karakter
   BIO moet zich ervan vergewissen dat haar interventies additioneel zijn. Dit betekent dat BIO slechts mag tussenkomen indien een financiering beantwoordt aan minstens één van de volgende criteria :
   1° de privé-investeerders laten het afweten;
   2° de interventies van privé-investeerders zijn onvoldoende om aan de behoeften van het project tegemoet te komen;
   3° de privé-investeerders bieden alleen financieringen tegen voorwaarden die niet aangepast zijn aan de behoeften van de onderneming;
   4° door de kenmerken van haar interventie vervult BIO een specifieke rol, met name (maar niet uitsluitend) de rol van katalysator voor de mobilisatie van bijkomende financiering.
   Zonder afbreuk te doen aan de vereiste in voorgaand lid, wordt het additionele karakter van BIO versterkt wanneer de tussenkomst van BIO gepaard gaat met voorwaarden en/of verplichtingen in hoofde van de begunstigde onderneming die als voorwerp hebben het naleven door deze laatste van internationale standaarden op sociaal en milieuvlak en inzake goed bestuur die doorgaans niet worden toegepast door de actoren die activiteiten uitoefenen die vergelijkbaar of verbonden zijn met deze van de betrokken onderneming in het betrokken interventieland.]5
  (5) Ongebonden tussenkomsten
  [6 Overeenkomstig artikel 3, voorlaatste lid van de BIO Wet respecteert BIO de principes van ongebonden Officiële Ontwikkelingshulp zoals aanbevolen door het DAC van de OESO, in die zin dat de rechtstreekse of onrechtstreekse financieringen de aankoop van goederen of diensten bij Belgische ondernemingen niet als voorwaarde hebben.]6
  (6) [7 Rentabiliteit
   Bij de beoordeling van een investeringsvoorstel, streeft BIO een evenwicht na tussen de ontwikkelingsrelevantie van haar interventie, rekening houdend met de hierboven opgesomde principes, en het financiële rendement. De investeringen van BIO moeten een voldoende perspectief op rendement bieden, in die zin dat men er redelijkerwijze van moet kunnen uitgaan dat deze investeringen in staat zijn om een voldoende financieel rendement te genereren om hun levensvatbaarheid en duurzaamheid te kunnen verzekeren.
   BIO blijft manieren onderzoeken om het ontwikkelingsrendement van haar tussenkomsten verder te verhogen, onder meer ten aanzien van kleinere ondernemingen, rekening houdend met de bijzonderheden van haar mandaat en de beperkingen die daarmee gepaard gaan. Overeenkomstig de BIO Wet moeten de investeringen van BIO voldoende perspectief op rendement bieden, wat onder meer een adequaat beleid inzake risicobeheer veronderstelt. BIO zal de verschillende actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking bij dit onderzoeksproces betrekken, onder wie de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de strategische cel van de minister van Ontwikkelingssamenwerking en de vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld, maar ook haar lokale partners, zoals organisaties die de lokale privésector vertegenwoordigen. De Raad van Bestuur legt de conclusies van dit onderzoek voor aan de Belgische Staat. Hij formuleert concrete voorstellen met betrekking tot het voorgaande, met name in het kader van de investeringsstrategie van BIO, haar organisatie, haar werking en haar relatie met de bovengenoemde actoren. Er kunnen ook voorstellen geformuleerd worden voor nieuwe instrumenten waarmee BIO haar huidige actieterrein zou kunnen uitbreiden naar kleinere projecten waar meer risico's, maar ook een groot ontwikkelingspotentieel aan verbonden zijn (bijvoorbeeld onder de vorm van concessionele tussenkomsten), evenals voor de specifieke middelen voor de financiering van deze nieuwe instrumenten, die eventueel niet onderworpen zouden zijn aan de rentabiliteitsdoelstelling bedoeld in artikel 8, punt 8.1, sub-punt (1), tweede lid.]7
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (3)<VARIA 2016-12-20/20, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (4)<VARIA 2016-12-20/20, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (5)<VARIA 2016-12-20/20, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (6)<VARIA 2016-12-20/20, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (7)<VARIA 2016-12-20/20, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.3.- Prioritaire strategische assen
  3.1. Prioritaire sectoren
  De interventies van BIO richten zich prioritair op de volgende sectoren, waarin BIO een specifieke expertise kan doen gelden :
  (1) De financiële sector
  Door haar steun aan de financiële sector beoogt BIO de financiële inclusie van de lokale bevolking door het verstrekken van financiële basisdiensten (sparen, betalingsdiensten, krediet) en de steun aan de Gekwalificeerde Ondernemingen (en in het bijzonder de MKMO's en de ondernemingen uit de sociale economie), door het verstrekken van financiële diensten aangepast aan hun behoeften en die bijdragen tot hun ontwikkeling.
  De interventies van BIO in dit domein zijn gericht op commerciële banken, microfinancieringsinstellingen en niet-bancaire financiële instellingen (leasingmaatschappijen, factoring ...), coöperatieve financieringsinstellingen evenals elke andere financiële structuur.
  (2) De landbouwsector
  BIO ondersteunt de Gekwalificeerde Ondernemingen in elke schakel van de landbouwketen en waakt in dat kader over de coherentie van haar interventies voor het geheel van de keten.
  De landbouwketen telt vier grote schakels : (1) levering van materieel en inputs voor de landbouw (meststoffen, dierenvoeding, irrigatie ...), (2) productie, (3) verwerking en verpakking van de productie en (4) commercialisering, met inbegrip van vervoer.
  BIO zal bij voorrang de Ondernemingen financieren die landbouwactiviteiten ontwikkelen die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de versterking van de voedselzekerheid van de interventielanden.
  (3) Energie
  Overeenkomstig [1 artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (a)]1 financiert BIO de Gekwalificeerde Ondernemingen op het vlak van energie en energie-efficiëntie die bijdragen tot de verbetering van de levenskwaliteit van de plaatselijke bevolking en aan de ontwikkeling van hun economieën [1 ...]1.
  [2 (3)/1 Strijd tegen de klimaatverandering
   Overeenkomstig artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (c) financiert BIO ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering, onder meer tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het investeringsproject moet een berekenbare doelstelling hebben inzake de vermindering van CO2-uitstoot en/of de substitutie van fossiele energiebronnen.
   Worden ook, uitzonderlijk, beoogd de tussenkomsten in ondernemingen die deze doelstellingen nastreven in het kader van het te financieren project, ook indien de activiteit van de onderneming zelf niet tot een prioritaire sector van BIO behoort of indien deze onderneming verbonden is met een andere onderneming waarvan de activiteit niet tot een prioritaire sector van BIO behoort in het kader van het project, onder voorbehoud echter van wat voorzien is in artikel 3, punt 3.1, sub-punt (6) (Uitgesloten sectoren)".
   Elke beslissing van de Raad van Bestuur met betrekking tot tussenkomsten, zoals omschreven in het voorgaande lid, in ondernemingen waarvan de activiteit niet tot een prioritaire sector van BIO behoort, wordt aan de minister meegedeeld in een verslag waarin de beslissing wordt gemotiveerd en zowel het additionele karakter als de ontwikkelingsrelevatie van deze interventie, zoals bepaald in artikel 2, punt 2.4, sub-punt (4), worden aangetoond.]2
  (4) De sector Infrastructuur met directe relevantie voor de ontwikkeling van MKMO's
  Naast de Investeringen met betrekking tot energie zoals beschreven in alinea (3) kan BIO investeren in Ondernemingen van de sector infrastructuur met directe relevantie voor de ontwikkeling van MKMO's en ondernemingen uit de sociale economie, zoals havens, opslagplaatsen, transportinfrastructuur, stockagecentra enzovoort.
  (5) Basisdiensten aan de bevolking
  Ten slotte kan BIO, overeenkomstig artikel 2.2, (4) investeren in de Gekwalificeerde Ondernemingen die tot doel hebben basisdiensten te verstrekken aan de bevolking van ontwikkelingslanden. De bedoelde basisdiensten zijn met name toegang tot financiële basisdiensten, tot gezondheidszorg, tot water, tot onderwijs, en tot huisvesting...
  [3 (5)/1 Digital for Development (D4D)
   Overeenkomstig artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (b), ontwikkelt BIO een strategie die erop gericht is ondernemingen te ondersteunen waarvan de activiteiten bijdragen tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën voor de ondernemingen en de bevolking in de interventielanden. ondernemingen met digitalisering als kernactiviteit zijn prioritair.]3
  (6) Uitgesloten sectoren
  De financieringen van BIO mogen niet ten goede komen aan Ondernemingen die activiteiten uitoefenen die worden opgesomd in de Uitsluitingslijst van EDFI. BIO zal elke update van die lijst aan de Belgische Staat meedelen. BIO zal gepaste procedures uitwerken om het risico van financiering van dergelijke activiteiten zoveel mogelijk te beperken.
  3.2. Geografische prioriteiten
  (1) [4 Overeenkomstig de BIO Wet en het voorliggende beheerscontract zijn de interventies van BIO uitsluitend gericht op gekwalificeerde ondernemingen in interventielanden.]4
  (2) Geografische concentratie
  Met het oog op een efficiënt gebruik van haar middelen zal BIO haar interventies concentreren in een aantal [5 interventielanden]5 beperkt tot 52 landen, volgens een lijst bepaald door de Raad van Bestuur van BIO. Die lijst wordt aan de Staat medegedeeld. BIO zal in dit kader voorrang geven aan een regionale aanpak, evenals aan de complementariteit en de synergiën met de andere actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
  [5 BIO zal bijzondere inspanningen leveren om investeringsopportuniteiten te identificeren in de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking, zoals bepaald bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit tot vastlegging van de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan drie landen in Centraal-Afrika : Burundi, de Democratische Republiek Congo en Rwanda.]5
  (3) Beleid met betrekking tot de Landen met een Gemiddeld Inkomen, Hogere Schijf (UMIC)
  Het is BIO toegestaan Ondernemingen in UMIC's te financieren, maar BIO zal erop toezien de additionaliteit van haar tussenkomsten duidelijk aan te tonen. BIO zal met name inspanningen leveren om Investeringen te doen die kunnen bijdragen tot het verkleinen van het inkomensverschil tussen de verschillende bevolkingsgroepen, met name in de rurale gebieden.
  (4) [6 Uitsluitingen en beperkingen
   (a) BIO zal niet in of via bepaalde Staten investeren, zoals bepaald in artikel 3quinquies van de BIO Wet.
   (b) Wanneer de (potentiële) begunstigde van de tussenkomst van BIO niet zelf in één van de in punt (a) beoogde Staten is gevestigd maar BIO redelijkerwijs kan veronderstellen dat hij rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 10% maar maximaal voor 25% wordt aangehouden door een entiteit die in één van deze Staten is gevestigd, zal BIO dit onderzoeken en de nodige maatregelen nemen (met name bij de analyse van het investeringsproject en de opstelling van de contractuele documenten) om zich er redelijkerwijze van te vergewissen dat deze situatie niet tot doel heeft of zou leiden tot het op onrechtmatige wijze onttrekken van inkomsten en rijkdom aan het interventieland waarop de tussenkomst van BIO betrekking heeft via excessieve of fictieve transfer-pricingmechanismen. Dit onderzoek bevat de uiteindelijke begunstigde van de entiteit in deze Staten, evenals de aandeelhoudersstructuur van deze entiteit.
   (c) Wanneer de (potentiële) begunstigde van de BIO interventie niet zelf in één van de in punt (a) beoogde Staten is gevestigd maar BIO redelijkerwijs kan veronderstellen dat hij rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 25% wordt aangehouden door een entiteit die in één van deze Staten is gevestigd, zal het investeringscomité van BIO zich uitspreken over de principiële toelaatbaarheid van het project op basis van een nota opgesteld door de diensten van BIO. Deze nota zal met name het specifieke belang van het project uiteenzetten in het licht van de naar verwachting bijzonder significante impact op de ontwikkeling die rechtvaardigt dat het project in aanmerking wordt genomen ondanks de geografische locatie van de aandeelhouders, evenals de rechtvaardigingsgronden van de betreffende structuur, de transparantie, de identificatie van de begunstigde van deze structuur en de geplande maatregelen om elk mogelijk misbruik te voorkomen. De goedkeuring van het investeringscomité inzake de principiële toelaatbaarheid van het project in het licht van de aandeelhouders wordt zo vroeg mogelijk in het investeringsproces gezocht, in principe voor het bevoegde comité van BIO zich uitspreekt over de ontvankelijkheid van het investeringsproject, behalve wanneer voor het dossier uitzonderlijke omstandigheden gelden die rechtvaardigen dat de aanvraag later in de procedure aan het investeringscomité wordt voorgelegd, op voorwaarde dat de algemene directeur hier uitdrukkelijk mee instemt. Als het investeringscomité zich gunstig uitspreekt, zal BIO de nodige maatregelen nemen (met name bij de analyse van het investeringsproject en de opstelling van de contractuele documenten) om zich er redelijkerwijze van te vergewissen dat deze situatie niet tot doel heeft of zou leiden tot het op onrechtmatige wijze onttrekken van inkomsten en rijkdom aan het interventieland waarop de tussenkomst van BIO betrekking heeft via excessieve of fictieve transfer-pricingmechanismen.
   Na elke vergadering van het investeringscomité waarop een aanvraag tot bevestiging van de principiële toelaatbaarheid overeenkomstig dit punt (c) wordt voorgelegd en door dit comité wordt goedgekeurd, wordt een samenvatting van het (de) project(en) - en meer bepaald van de bijzondere redenen die de toelaatbaarheid staven in het licht van de verwachte ontwikkelingsimpact - overgemaakt aan de Raad van Bestuur ter gelegenheid van de vergadering die volgt op die van het investeringscomité. Bij die gelegenheid kan de Raad van Bestuur de beslissing van het investeringscomité herroepen.
   (d) Voor zover nodig wordt verduidelijkt dat alle aanvragen voor bijkomende Investeringen (`follow-on investments') worden geëvalueerd op basis van de omstandigheden geldende op het moment waarop de verbintenis voor de bijkomende Investering gesloten wordt.
   (e) Ter wille van de voorspelbaarheid en de stabiliteit, wordt een bestaande investering, eens afgesloten, beheerd met verwijzing naar de situatie van een betrokken Staat op het moment van de goedkeuring van de investering (met name op het vlak van de verwerking van aanvragen met betrekking tot aandeelhouderswissels, afwijkingen enz.).
   (f) De bovengenoemde beperkingen gelden ook voor tussenkomsten van BIO overeenkomstig artikel 3ter (subsidies) en 3quater (steunprogramma's) van de BIO Wet.
   (g) De Raad van Bestuur van BIO zal zo snel mogelijk een strategie bepalen en uitvoeren die bedoeld is om de investeringen stop te zetten die vóór 23 februari 2014 werden afgesloten in of via de Staten bedoeld in artikel 3quinquies van de BIO Wet, daarbij echter rekening houdend met het vrijwaren van haar vermogensbelangen en met de juridische verbintenissen die zij is aangegaan in het kader van deze Investeringen.]6
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (3)<VARIA 2016-12-20/20, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (4)<VARIA 2016-12-20/20, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (5)<VARIA 2016-12-20/20, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (6)<VARIA 2016-12-20/20, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.4.- Interventiemodaliteiten
  [1 BIO werkt nauw samen met de andere Belgische ontwikkelingsactoren, gaat op zoek naar synergi-en met deze actoren en vermijdt er duplicatie mee.
  4.1. Instrumenten
   (1) Investeringen
   BIO heeft als maatschappelijk doel investeringen te verwezenlijken ter ondersteuning van gekwalificeerde ondernemingen volgens de principes bepaald in dit Beheerscontract en de Investeringsstrategie beslist door de Raad van Bestuur van BIO.
   Overeenkomstig artikel 3bis van de BIO Wet, kan BIO de volgende handelingen stellen, aan marktvoorwaarden :
   (a) Buitenlandse ondernemingen oprichten, alleen of in samenwerking met andere investeerders
   BIO kan deelnemen aan de oprichting van nieuwe ondernemingen naar buitenlands recht. In het algemeen is BIO een minderheidsaandeelhouder, zonder een rol van betekenis te willen spelen in het operationele beheer van de ondersteunde onderneming. BIO kan echter een buitenlandse vennootschap alleen oprichten met het oog op het structureren van een participatie in een gekwalificeerde onderneming, wanneer het gerechtvaardigd is onder meer omwille van juridische of regulatoire redenen, die niet louter fiscaal van aard zijn.
   (b) Een beheersmaatschappij oprichten naar Belgisch recht met het oog op de oprichting van investeringsfondsen door BIO
   Indien BIO, overeenkomstig artikel 3bis, 5° van de BIO Wet en artikel 4, punt 4.1, sub-punt (1), (e) hieronder, een investeringsfonds opricht dat zij beheert, kan zij dit beheer organiseren via een afzonderlijke beheersvennootschap naar Belgisch recht die zij te dien einde opricht, wanneer dit wenselijk is onder meer om juridisch of regulatoire redenen, die niet louter fiscaal van aard zijn.
   (c) Rechtstreeks deelnemen in het kapitaal van Belgische of buitenlandse ondernemingen, met inbegrip van de verwerving van inschrijvingsrechten of andere financiële instrumenten die converteerbaar zijn in kapitaal
   BIO kan deelnemen in het kapitaal van bestaande Belgische of buitenlandse ondernemingen. In het algemeen is BIO een minderheidsaandeelhouder, zonder een rol van betekenis te willen spelen in het operationele beheer van de ondersteunde onderneming.
   Wanneer de betrokken ondernemingen niet gelokaliseerd zijn in het interventieland (onder meer in België), moet de interventie van BIO gericht zijn naar gekwalificeerde ondernemingen gevestigd in de interventielanden en dient BIO zich redelijkerwijze te vergewissen van de effectieve bestemming van de geïnvesteerde middelen, met name via gepaste contractuele, analyse- en controlemechanismen.
   BIO kan inschrijven op gewone aandelen van een onderneming of op preferente aandelen, al dan niet converteerbaar in gewone aandelen. BIO kan bovendien inschrijven op instrumenten die BIO het recht geven of verplichten op termijn in te schrijven op aandelen van een onderneming, zoals warranten, "convertible debentures", ...
   (d) Financiering toekennen op middellange of lange termijn, onder de vorm van leningen of onder andere vormen
   BIO kan financiering op middellange of lange termijn toekennen, onder de vorm van leningen of kredieten of onder andere vormen, bijvoorbeeld door in te schrijven op obligaties of andere schuldinstrumenten ("bonds", "debentures", "notes"). De schuldfinanciering wordt gestructureerd op een manier die beantwoordt aan de behoeften van de gekwalificeerde ondernemingen, is conform de marktvoorwaarden en kan onder meer achtergesteld zijn aan andere schulden van de schuldenaar, of gepaard gaan met een conversierecht in kapitaal, een aflossingsvrije periode of zekerheden.
   (e) Ontwikkelingsfondsen, investeringsfondsen, investeringsmaatschappijen of holdings uitsluitend gericht op de interventielanden oprichten naar Belgisch of buitenlands recht of daar een minderheidsparticipatie in nemen, voor zover het maatschappelijk doel van die fondsen of maatschappijen verenigbaar is met het maatschappelijke doel van BIO
   i. Algemene regels
   BIO kan investeren in investeringsfondsen of -maatschappijen, alsook in holdings gericht uitsluitend naar interventielanden, waarvan het doel erin bestaat gekwalificeerde ondernemingen te ondersteunen in interventielanden overeenkomstig de interventieprincipes bepaald in onderhavig beheerscontract en de BIO Wet.
   Wanneer BIO de exclusieve beheerder is van een investeringsfonds waarin zij een participatie neemt, moet het fonds naar Belgisch recht opgericht zijn.
   Over het algemeen is BIO's participatie niet groter dan 25 percent, behoudens uitdrukkelijke afwijkende motivering in de investeringsbeslissing. In ieder geval kan BIO enkel een minderheidsparticipatie nemen in dergelijke structuur.
   ii. Project "Fonds der Fondsen"
   Zonder afbreuk te doen aan het recht van BIO om andere initiatieven te ontwikkelen die tot doel hebben privékapitaal aan te trekken voor investeringen in ondernemingen in de interventielanden en conform het wettelijke kader dat van toepassing is op BIO, zal BIO haar beste inspanningen leveren om een investeringsfonds naar Belgisch recht op te richten met de volgende karakteristieken :
   - aandeelhouders : BIO neemt een participatie van maximum 25% in het fonds, waarbij de andere aandeelhouders privé-investeerders zijn;
   - doel : onrechtstreeks investeren in gekwalificeerde ondernemingen, meer bepaald via investeringsfondsen, overeenkomstig de BIO Wet, het beheerscontract en de strategische oriëntaties en het investeringsbeleid van BIO ten tijde van de oprichting van het fonds; rechtstreeks co-investeren in gekwalificeerde ondernemingen samen met de investeringsfondsen waarin BIO participeert;
   - beheer : het fonds zal beheerd worden door BIO of door een vennootschap naar Belgisch recht die specifiek te dien einde door BIO wordt opgericht indien het aangewezen is, onder meer om juridische of regulatoire redenen. Het beheer omvat de identificatie, het structureren, het afsluiten, het monitoren en het vervreemden van Investeringen. BIO stelt een afzonderlijk management team samen voor het fonds en kan backofficediensten leveren. BIO (of de beheersmaatschappij opgericht door BIO) wordt vergoed door het fonds en ontvangt daarbij een beheerscommissie die de kosten moet dekken die gemaakt worden in het kader van dit beheer;
   - governance/besluitvorming : de optimale governancestructuur wordt beslist door de Raad van Bestuur van BIO na grondige analyse van de juridische en regulatoire implicaties. BIO wordt vertegenwoordigd in de beheersorganen door leden van het management team;
   - toezicht : het toezicht op het fonds wordt uitgeoefend door een commissaris, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Kwartaalverslagen over de evolutie van het fonds, zijn activiteiten en prestaties, het beheer en de relaties tussen de investeerders worden voorgelegd aan de Raad van Bestuur van BIO;
   - looptijd : het fonds zal een beperkte duur hebben.
   De eigenlijke oprichting en eventuele ontbinding van het fonds en alle werkingsregels van het fonds - inclusief het investeringsbeleid en de (geografische, sectorale enz.) beperkingen, het bestuur, de beheerstructuur, de verhoudingen tussen de investeerders enz. - worden ter voorafgaande goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur. Elke belangrijke wijziging van deze regels die naderhand zou worden voorgesteld, worden eveneens worden aan de goedkeuring van BIO, met name van diens Raad van Bestuur overeenkomstig de procedure inzake "waivers" van kracht binnen BIO.
   (f) Toekennen van waarborgen
   BIO kan waarborgen toekennen onder meer om het aantrekken van financieringen door ondernemingen te vergemakkelijken wanneer om bepaalde redenen (bijvoorbeeld van regulatoire aard) BIO niet rechtstreeks een krediet kan verstrekken (of enkel aan onaangepaste voorwaarden) of om een fondsenwerving op de lokale markt mogelijk te maken (bijvoorbeeld in het kader van een uitgifte van obligaties).
   (2) Toekennen van subsidies
   (a) Algemeen
   BIO kan via haar Steunfonds voor Micro-, Kleine en Middelgrote Ondernemingen (MSME Support Fund) subsidies toekennen overeenkomstig artikel 3ter van de BIO Wet aan de begunstigden beschreven in artikel 3ter § 2 van die wet met het oog op de financiering van steunprogramma's ten gunste van de ondernemingen beschreven in artikel 3ter § 1, derde lid. Als de subsidie wordt toegekend aan een onderneming die in aanmerking komt voor een financiering door BIO maar die nog geen dergelijke financiering heeft ontvangen of aan de promotor van een nog op te richten onderneming, moet de begunstigde aantonen dat hij over voldoende middelen beschikt om zijn bijdrage voor het steunprogramma te financieren en moet BIO redelijkerwijs kunnen veronderstellen dat hij de goede afloop van de investering kan verzekeren.
   De interventies van BIO in de vorm van subsidies moeten coherent zijn met haar investeringsstrategie en in overeenstemming zijn met het beleid en richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur van BIO bepaalt de procedure voor de structurering, analyse, goedkeuring en opvolging van de programma's bedoeld door deze bepaling. Iedere subsidie moet goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur of door de persoon of het comité gemandateerd te dien einde door de Raad van Bestuur, met dien verstande dat BIO geen subsidies kan toekennen zoals bedoeld in (b) iii hieronder zolang de Raad van Bestuur voornoemd beleid en richtlijnen betreffende dergelijke interventies niet formeel heeft aangenomen.
   (b) Steunprogramma's - toelaatbaarheid
   De steunprogramma's die het voorwerp kunnen uitmaken van een door BIO toegekende subsidie zijn :
   i. Haalbaarheidsstudies
   BIO kan haalbaarheidsstudies financieren voor de oprichting van nieuwe ondernemingen of de ontwikkeling van nieuwe activiteiten van bestaande ondernemingen.
   ii. Programma's voor technische assistentie en opleidingsprogramma's
   BIO kan programma's financieren om de institutionele en operationele capaciteiten te versterken van de ondernemingen opgesomd in artikel 3ter, § 1, derde lid van de BIO Wet evenals opleidingsprogramma's ten gunste van deze ondernemingen :
   - pre-investering : het doel van deze programma's is de financierbaarheid ("bancability") van de betrokken onderneming te verhogen. Sommige beloftevolle ondernemingen beschikken niet over de nodige structuren en processen om hun uitbreiding te verzekeren, noch om de goede afloop te verzekeren van de financiering die deze uitbreiding moet ondersteunen. Pre-investeringsprogramma's zijn bestemd om die zwakke punten te helpen wegwerken. Zo'n programma wordt opgezet op verzoek van de betrokken onderneming;
   - post-investering (dit wil zeggen voor lopende Investeringen) : het betreft programma's om de institutionele capaciteiten van de portfoliovennootschappen van BIO te consolideren en te verbeteren, en om zo bij te dragen tot hun succes en hun duurzaamheid.
   iii. Programma's van investeringssteun voor MKMO's die pioniers- en innoverende projecten ontwikkelen
   BIO kan subsidies toekennen aan bepaalde kleine, innoverende MKMO's met aanzienlijke impact die zich in een vroegtijdig stadium van hun ontwikkeling bevinden en die door het risico dat een investering met zich zou meebrengen niet in aanmerking komen voor een klassieke financiering door BIO. De subsidie heeft tot doel voornamelijk vaste activa te financieren. Voor de toekenning van een subsidie in dat kader moeten de volgende voorwaarden voldaan zijn :
   - de onderneming moet aantonen dat ze een innoverende of baanbrekende aanpak hanteert met een naar verwachting aanzienlijke ontwikkelingseffect;
   - de onderneming moet winst kunnen genereren, geëvalueerd op basis van een financieel plan en realistische financiële prognoses;
   - de onderneming moet een aanzienlijk groeipotentieel kunnen aantonen;
   - de investeringsteams van BIO hebben interesse in een eventuele financiering van de onderneming wanneer zij een voldoende graad van maturiteit zal hebben bereikt.
   Subsidies voor investeringssteun voor pioniers- en innoverende MKMO's worden hoofdzakelijk toegekend aan MKMO's gevestigd in Afrika of in midden inkomenslanden (zoals opgenomen in de lijst van begunstigden van officiële ontwikkelingshulp vastgelegd door het DAC van de OESO).
   De subsidies bedoeld in dit punt iii. kunnen gepaard gaan met voorwaarden of modaliteiten, die BIO het recht geven deel te nemen aan de toekomstige ontwikkeling van de onderneming waartoe de subsidie zal hebben bijgedragen, onder meer in de vorm van een investering, of met andere voordelen verbonden met het rendement dat de interventie van BIO zou genereren, overeenkomstig modaliteiten te bepalen in de politiek en de richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur van BIO. De omvang van de rechten en/of de voordelen die aldus aan BIO worden toegekend moet gerechtvaardigd zijn gelet op de toegekende steun en de verwachte financiële impact van de tussenkomst.
   (c) Financiële voorwaarden
   Het bedrag van de subsidie mag niet hoger zijn dan EUR 350.000 per begunstigde. Als de subsidie bedoeld is voor de financiering van een haalbaarheidsstudie, is het bedrag beperkt tot EUR 100.000.
   De ondernemingen of promotoren nemen een deel van de kosten van het programma voor hun rekening. Dat deel wordt door BIO verhoudingsgewijze bepaald, rekening houdend met alle omstandigheden die op het programma en de onderneming betrekking hebben (waaronder de financiële draagkracht van de onderneming, de promotor of de begunstigde, al naargelang). Het aandeel van de onderneming of de promotor bedraagt ten minste tien percent van de kost van het programma, tenzij de instantie binnen BIO die de beslissing tot toekenning van de subsidie neemt op behoorlijk gemotiveerde wijze hier uitdrukkelijk van afwijkt. Een afwijking kan verantwoord zijn gelet op de bijzondere omstandigheden van het dossier, bijvoorbeeld de beperkte financiële draagkracht van de onderneming en diens behoeften. Als de subsidie bedoeld is voor de financiering van een haalbaarheidsstudie, is de financiering van BIO beperkt tot maximaal 50% van de kostprijs van het programma.
   (d) Contract
   Voor elke subsidie sluit BIO een overeenkomst af met de begunstigde overeenkomstig de bepalingen van artikel 3ter § 5 van de BIO Wet.
   (3) Uitwerken van rechtstreeks gesubsidieerde steunprogramma's ten gunste van de ondernemingen
   (a) Algemeen
   Overeenkomstig artikel 3quater van de BIO Wet, zal BIO via haar MSME Support Fund programma's voor technische assistentie, opleidingen en haalbaarheidsstudies kunnen uitwerken ten voordele van de ondernemingen opgesomd in artikel 3ter § 1, derde lid, hetzij met haar eigen middelen (met name haar eigen medewerkers of via lokale personen of liaisons die door BIO opgezet werden), hetzij door de tussenkomst van externe deskundigen die zij mandateert.
   De interventies van BIO in de vorm van rechtstreeks gesubsidieerde steunprogramma's moeten coherent zijn met haar investeringsstrategie en in overeenstemming zijn met de politiek en richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur van BIO bepaalt de procedure voor de structurering, analyse, goedkeuring en opvolging van de programma's bedoeld door deze bepaling. Ieder programma moet goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur of door de persoon of het comité gemandateerd te dien einde door de Raad van Bestuur. Elke beslissing vermeldt minstens :
   - de onderneming(en) waarvoor het programma bedoeld is;
   - de beschrijving van de activiteiten, de taken en de beoogde resultaten in het kader van het programma;
   - de tussenkomende partijen (externe deskundigen of medewerkers van BIO);
   - het budget van het programma en het deel dat BIO voor haar rekening neemt;
   - de redenen voor het toekennen van de steun in deze vorm (in plaats van in de vorm van een subsidie).
   (b) Financiële voorwaarden
   De door BIO gedragen kosten voor het ondersteuningsprogramma mogen niet hoger zijn dan EUR 350.000 per programma. Dat bedrag is beperkt tot EUR 100.000 wanneer het programma betrekking heeft op een haalbaarheidsstudie.
   De betrokken onderneming(en) neemt (nemen) een deel van de kosten van het programma voor haar (hun) rekening. Dat deel wordt door BIO verhoudingsgewijze bepaald, rekening houdend met de omstandigheden die op het programma betrekking hebben. Het aandeel van de onderneming of de promotor bedraagt minstens tien percent van de kost van het programma, tenzij de instantie binnen BIO die de beslissing tot het opzetten van een programma neemt op gemotiveerde wijze hier uitdrukkelijk van afwijkt. Een afwijking kan verantwoord zijn gelet op de bijzondere omstandigheden van het dossier, bijvoorbeeld de beperkte financiële draagkracht van de onderneming en diens behoeften, of indien het vragen van een minimumbijdrage omwille van de aard van het programma onpraktisch is, onder meer in het kader van transversale programma's (organisatie van ronde tafels per land, opleidingen gericht op verschillende portfoliovennootschappen). Als het ondersteuningsprogramma echter betrekking heeft op een haalbaarheidsstudie, worden de door BIO gedragen kosten beperkt tot maximaal 50% van de kostprijs van het programma.
   Als tegenprestatie voor deze steun zal BIO eventueel een toekomstige vergoeding of andere voordelen kunnen vragen die verbonden zijn met het financiële rendement dat de steun zou genereren, overeenkomstig modaliteiten te bepalen in de politiek en richtlijnen van het MSME Support Fund, zoals aangenomen door de Raad van Bestuur. De omvang van deze vergoeding of deze voordelen moet gerechtvaardigd zijn gelet op de toegekende steun en de verwachte financiële impact van de interventie]1
  4.2. Kanalen
  (1) Rechtstreekse interventies
  BIO kan rechtstreeks tussenkomen in de Gekwalificeerde Ondernemingen zoals hierboven in artikel 2.2 bepaald.
  (2) Onrechtstreekse interventies
  [2 (a) via tussenstructuren, zoals bepaald in de BIO Wet;
   (b) via infrastructuurprojecten ter ondersteuning van gekwalificeerde ondernemingen zoals hierboven in artikel 2, punt 2.2 bepaald.]2
  [3 4.3. Andere interventiemodaliteiten
   Naast de instrumenten nader toegelicht in artikel 4, punt 4.1 van dit beheerscontract, somt artikel 3bis van de BIO Wet een aantal interventiemodaliteiten van BIO op in het kader van de uitoefening van haar maatschappelijk doel. BIO is daarbij bevoegd om :
   (1) Investeringsfondsen of - maatschappijen die BIO opricht of waarin zij een participatie neemt te beheren of te adviseren en andere diensten te leveren ter ondersteuning van dergelijke fondsen of maatschappijen
   Naast het nemen van participaties als dusdanig door BIO in investeringsfondsen of -maatschappijen kan BIO zelf dergelijke fondsen of maatschappijen beheren, alleen of in samenwerking met anderen, rechtstreeks of via een vennootschap die ze te dien einde kan oprichten overeenkomstig artikel 3bis, 2° van de BIO Wet en artikel 4, punt 4.1, sub-punt (1) (b) van dit beheerscontract. De beheersactiviteiten omvatten onder meer de identificatie, analyse, structurering, afsluiting en monitoring van investeringen voor het investeringsfonds of de investeringsmaatschappij, evenals de organisatie van desinvesteringen.
   BIO kan eveneens andere diensten leveren ter ondersteuning van de activiteit van investeringsfondsen of -maatschappijen, zoals juridische of boekhouddiensten (back-office diensten).
   BIO (of de vennootschap die ze te dien einde opricht) ontvangt een vergoeding voor de diensten bedoeld door deze bepaling die ertoe strekt ten minste de kosten te dekken die zij in dit kader aangaat en die conform de marktvoorwaarden is.
   (2) Waarborgen toekennen
   Naast het toekennen van waarborgen als Investering, zoals bedoeld in artikel 4, punt, 4.1, sub-punt (1), (f), kan BIO gebruikelijke waarborgen toekennen in het kader van haar operationeel en financieel beheer, bijvoorbeeld in het kader van huurovereenkomsten of bepaalde financiële verrichtingen, zoals contracten ter indekking van wisselkoersrisico's.
   (3) Belangen en participaties beheren, valoriseren en te gelde maken, alsook rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan het beheer, de directie, de controle en de vereffening van vennootschappen, ondernemingen en associaties
   BIO kan haar investeringen beheren, vervreemden, de invereffeningstelling van ondernemingen waarin zij heeft geïnvesteerd beslissen, en in het algemeen alles doen wat nodig of nuttig is teneinde haar belangen in dit kader optimaal te valoriseren en te beschermen.
   Wanneer het gerechtvaardigd is in het belang van BIO en van de betrokken onderneming, kan BIO vertegenwoordigd worden in de beheersorganen van de onderneming die een financiering ontving (raad van bestuur, raad van toezicht, andere comités), ofwel rechtstreeks ofwel onrechtstreeks door een persoon die zij te dien einde aanstelt, rekening houdend met de goede praktijken inzake goed bestuur.
   (4) Projecten bestuderen, ontwikkelen en beheren op vraag van derden
   BIO kan opdrachten uitvoeren op vraag van derden en ontvangt hiervoor een vergoeding van deze laatsten. Het kan consultancyopdrachten betreffen in het kader van dewelke BIO haar expertise en middelen ter beschikking stelt. Bijvoorbeeld kan aan BIO een opdracht worden toevertrouwd in het kader van een participatie waarvan de Belgische Staat eigenaar is in een regionale ontwikkelingsbank.
   (5) Alle industriële, commerciële, financiële, promotionele, roerende of onroerende handelingen stellen die nodig of nuttig zijn voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel
   BIO is in het algemeen gemachtigd om elke handeling te stellen die nodig of nuttig is voor de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel. Het betreft met name gebruikelijke en dagelijkse handelingen gelet op haar doel, zoals het afsluiten van financiële transacties, het openen van bankrekeningen, het afsluiten van huurovereenkomsten, het afsluiten van contracten met leveranciers, de organisatie van prospectiezendingen, de sponsoring van evenementen,...]3
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (3)<VARIA 2016-12-20/20, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.5.- Financieringsmodaliteiten van BIO door de Belgische Staat
  5.1. Inbreng in de vorm van eigen middelen
  (1) Situatie op datum van ondertekening van het Beheerscontract
  De Belgische Staat financiert de Investeringsactiviteiten (in de vorm voorzien in artikel 4.1,(1)) van BIO door middel van bijdragen :
  - in het maatschappelijk kapitaal van BIO. Het maatschappelijk kapitaal van BIO bedraagt EUR 4.957.873, vertegenwoordigd door 2.000 aandelen. Bij de oprichting van BIO werd op 1 000 aandelen ingeschreven door de Belgische staat en op 1 000 aandelen door de Belgische Maatschappij voor Internationale Investering NV. Vandaag zijn alle aandelen die het kapitaal van BIO vertegenwoordigen in het bezit van de Belgische Staat.
  - in de eigen middelen van BIO, buiten kapitaal, in ruil voor winstbewijzen ("certificaten"). Sinds haar oprichting heeft BIO regelmatig bijdragen ontvangen in de vorm van winstbewijzen; het totaal bedrag van deze bijdragen bedraagt op de datum van het onderhavige Beheerscontract (EUR 595.078.474,66). Aan de winstbewijzen zijn de rechten verbonden zoals bepaald door de BIO Wet en de statuten.
  (2) [1 Toekomstige financiering
   (a) Algemene middelen
   De Belgische Staat heeft een bedrag van vijftig miljoen euro (EUR 50.000.000) ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting voor het boekjaar 2014, en verbindt zich ertoe in de algemene uitgavenbegroting een totaal bedrag van honderdzestig miljoen euro (EUR 160.000.000) in te schrijven voor de boekjaren 2015 tot 2018, uit te betalen in jaarlijkse schijven van veertig miljoen euro (EUR 40.000.000), onder voorbehoud van de goedkeuring van deze begrotingen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
   Onder voorbehoud van de daadwerkelijke goedkeuring van deze begrotingen heeft de Belgische Staat de intentie de genoemde sommen uit te betalen vóór 31 oktober van elk betrokken jaar, onder de dubbele voorwaarde dat BIO haar verplichtingen inzake jaarlijkse rapportering is nagekomen en dat uit deze rapportering blijkt dat haar interventies in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit Beheerscontract. Deze middelen zullen worden ingebracht in het eigen vermogen van BIO. Als tegenprestatie zal BIO winstbewijzen uitgeven, "Ontwikkelingscertificaten" genaamd.
   Deze middelen zijn bestemd voor de algemene financiering van de investeringen van BIO bedoeld in artikel 4, punt 4.1, sub-punt (1) en zijn met andere woorden niet bestemd voor de financiering van een specifieke sector. Deze middelen zijn onderworpen aan de doelstelling van rentabiliteit waarvan sprake in artikel 8, punt 8.1.
   (b) Middelen bestemd voor de financiering van ondernemingen die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering
   Ingeval van overdracht van EU ETS (EU Emissions trading system) inkomsten naar de organieke Directie 54 Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp zal de Belgische Staat erop toezien dat de beschikbare EU ETS inkomsten ingeschreven worden in de algemene uitgavenbegroting op de Organieke Afdeling 54, uit te betalen in de loop van hetzelfde boekjaar, onder voorbehoud van de goedkeuring van deze begrotingen door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
   Onder voorbehoud van de daadwerkelijke goedkeuring van deze begrotingen heeft de Belgische Staat de intentie de genoemde sommen uit te betalen vóór 31 oktober van elk betrokken jaar, onder de dubbele voorwaarde dat BIO, in overeenstemming met de BIO Wet, haar verplichtingen inzake jaarlijkse rapportering is nagekomen en dat uit deze rapportering blijkt dat haar interventies in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit Beheerscontract. Deze middelen zullen worden ingebracht in het eigen vermogen van BIO. Als tegenprestatie zal BIO winstbewijzen uitgeven, "Ontwikkelingscertificaten" genaamd.
   Deze middelen zijn uitsluitend bestemd om ondernemingen te financieren die bijdragen tot de strijd tegen de klimaatverandering, zoals bedoeld in artikel 2, punt 2.2, sub-punt (2), (c) van onderhavig beheerscontract, en dit binnen het kader van de verplichtingen aangegaan op de Klimaattop van Parijs (COP 21) en volgende. De Partijen zullen overleggen teneinde de vorm en de inhoud te bepalen van de verslaggeving die in dit kader moet worden opgesteld voor de uitbetaling van de eerste schijf. Deze middelen zijn onderworpen aan de doelstelling van rentabiliteit waarvan sprake in artikel 8, punt 8.1.]1
  (3) Behandeling van de bestaande middelen
  De Partijen keuren de samenvoeging goed van het Ontwikkelingsfonds, het K.M.O.-fonds en het Local Currency Fonds in één enkel Ontwikkelingsfonds, evenals de afschaffing van de verschillende categorieën certificaten, zodat nog slechts één categorie 'Ontwikkelingscertificaten' overblijft.
  Voor zover als nodig wordt gepreciseerd dat alle interventies van BIO, met inbegrip van die die worden gefinancierd met middelen ingebracht vòòr de inwerkingtreding van onderhavig Beheerscontract, onderworpen zullen zijn aan de bepalingen van onderhavig Beheerscontract vanaf de datum waarop dit Beheerscontract in werking treedt.
  5.2. Bijdragen in de vorm van subsidies die niet aan de rentabiliteitsdoelstelling onderworpen
  (1) Situatie op datum van ondertekening van het Beheerscontract
  De Belgische Staat heeft tot in 2013 subsidies aan BIO toegekend, ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de federale staat, teneinde subsidies toe te kennen aan Ondernemingen via het Expertisefonds (voor uitvoerbaarheidsstudies en technische bijstand).
  (2) Toekomstige financiering
  Voor de financiering van bepaalde activiteiten van BIO zoals hieronder beschreven, zal de Belgische Staat BIO middelen ter beschikking stellen ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de federale staat. Die middelen zullen niet onderworpen zijn aan de rentabiliteitsdoelstelling zoals gesteld in artikel 8.1 van onderhavig Beheerscontract, en de activiteiten uitgevoerd door BIO met behulp van deze middelen zullen haar netto financieel resultaat niet aantasten (onder voorbehoud van de hieronder vermelde vergoeding).
  BIO zal een MSME Support Fund oprichten ter vervanging van het Expertisefonds, van waaruit de activiteiten beschreven in artikels 4.1, (2) en (3) zullen worden gefinancierd.
  Voor de financiering van het MSME Support Fund heeft de Belgische Staat twee miljoen euro (EUR 2.000.000) ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de Staat voor het boekjaar 2014 en verbindt zich ertoe jaarlijks een bedrag van twee miljoen euro (EUR 2.000.000) in te schrijven in de algemene uitgavenbegroting van de Staat voor de boekjaren 2015 tot 2018, onder voorbehoud van de goedkeuring van deze begrotingen door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
  Onder voorbehoud van de effectieve goedkeuring van deze begrotingen heeft de Belgische Staat de intentie de genoemde sommen over te maken vóór 31 oktober van elk betrokken jaar, onder de dubbele voorwaarde dat BIO haar verplichtingen inzake jaarlijkse rapportering is nagekomen en dat uit deze rapportering blijkt dat haar interventies in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit Beheerscontract.
  De Belgische Staat en BIO zullen de uitvoeringsmodaliteiten van deze financiering overeenkomen, met inbegrip van de vergoeding van BIO voor deze activiteit.
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.6.- Samenwerking en synergiën met de actoren van de ontwikkelingssamenwerking
  De Belgische Staat benadrukt het belang van de ontwikkeling van synergiën en het gebruik van de complementariteit tussen de actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking met het oog op het vergemakkelijken van de toegang tot financiering voor MKMO's en Ondernemingen uit de sociale economie van de interventielanden.
  BIO zal worden geraadpleegd bij het opstellen van de specifieke strategieën van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking die met haar mandaat verband houden [1 en draagt naar betrokkenheid en inzet van haar expertise bij aan de opmaak van de landenprogramma's in de programmeringscyclus]1.
  BIO zal nauw samenwerken met de andere actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en zal op zoek gaan naar synergieën, zoals hieronder beschreven, met het oog op onder andere het progressief uitbouwen van een netwerk dat BIO zal toelaten voor zichzelf onrechtstreeks een betere plaatselijke aanwezigheid en een betere kennis van de plaatselijke context waarin zij intervenieert te verzekeren. [2 Het voorgaande doet geen afbreuk aan het recht van BIO om zelf rechtstreeks een plaatselijke aanwezigheid uit te bouwen.]2
  6.1. [3 FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking]3
  De activiteiten van BIO zullen worden geïntegreerd in het algemene kader van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, in het bijzonder wat betreft alle ondernomen acties die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de ontwikkeling van de privésector.
  BIO zal in het bijzonder worden uitgenodigd om deel te nemen aan de voorbereidende vergaderingen van de Gemengde Commissies en de Samenwerkingsprogramma's in de landen waar de steun aan de ontwikkeling van de privésector als prioritair wordt beschouwd. De rol van BIO in elk land zal worden verduidelijkt door [3 de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking]3, BIO en de partnerlanden bij de uitwerking van de Samenwerkingsprogramma's.
  [3 De FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking]3 en BIO zullen regelmatig alle nuttige informatie uitwisselen voor de coördinatie van hun interventies inzake steun aan de ontwikkeling van de privésector, externe communicatie, gezamenlijke opleidingen.
  Naar aanleiding van elke missie ter plaatse zal BIO vooraf [3 de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking]3 en de betrokken Belgische ambassade inlichten. In de mate van het mogelijke zal de BIO-afvaardiging een medewerker van de ambassade ontmoeten, in het bijzonder bij elke zending waarbij de mogelijkheid van BIO om tussen te komen in het land van de betrokken ambassade wordt onderzocht, bij een eerste zending in het land of bij een zending die betrekking heeft op een nieuwe tussenkomst.
  De ambassades nemen het initiatief om Investeringsopportuniteiten aan BIO te signaleren, voor zover deze opportuniteiten beantwoorden aan de strategie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking voor hun rechtsgebied en aan de criteria om in aanmerking te komen als begunstigden, van geografische concentratie en van duurzaamheid die door BIO moeten worden nageleefd.
  De ambassades dragen bij tot het bekendmaken van de activiteiten van BIO en streven naar de visibiliteit van BIO in de bedoelde landen.
  BIO zal worden opgenomen in de activiteiten en evenementen waarbij de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in de [3 interventielanden]3 betrokken is.
  6.2. BTC
  Een werkgroep samengesteld uit deskundigen van BIO en van de BTC zal worden belast met het opstellen van de mogelijke samenwerkingsmodaliteiten tussen beide instellingen om, onder andere, bij te dragen tot het uitbouwen van het netwerk zoals beschreven in artikel 6, alinea 3.
  Deze samenwerking zal met name betrekking hebben op :
  - gezamenlijke opleidingsprogramma's;
  - de identificatie van expertisedomeinen waarin BIO een beroep kan doen op BTC als deskundige in het kader van haar activiteiten en bepaling van de samenwerkingsmodaliteiten binnen dat kader;
  - de identificatie van concrete opportuniteiten voor synergie en complementariteit tussen de BTC en BIO, onder meer inzake sectoren, landen en kanalen, met als doel een overeenkomst te bereiken over proefprojecten voor de implementatie van deze strategieën en complementariteit, bijvoorbeeld in de vorm van steun aan bedrijfsprojecten, met een gecombineerde interventie van BIO (in de vorm van leningen of kapitaal) en van de BTC (in de vorm van technische bijstand en/of subsidies);
  - het delen van wederzijdse ervaringen in diverse domeinen, onder meer wat betreft informatiebeheer, quality management, interne audit enzovoort.
  De lokale BTC vertegenwoordigers kunnen het initiatief nemen om interventie-opportuniteiten aan BIO te signaleren, met name wat levensvatbare financieringen betreft in het domein van steun aan plaatselijke producenten (landbouw), in het domein van water en hernieuwbare energie.
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (3)<VARIA 2016-12-20/20, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.7.- Doelstellingen
  7.1. Voorafgaande voorwaarden
  De verplichting voor BIO om de doelstellingen in onderhavig artikel 7 te behalen is onderworpen aan de volgende voorafgaande voorwaarden :
  - de effectieve toekenning van de jaarlijkse middelen zoals bepaald in onderhavig Beheerscontract;
  - het niet in vraag stellen of ingrijpend wijzigen, over de volledige periode, van de Investeringsstrategieën ontwikkeld door BIO in overeenstemming met onderhavig Beheerscontract; en
  - de afwezigheid van onvoorziene omstandigheden die de operaties van BIO op significante wijze zouden kunnen beïnvloeden.
  7.2. Globale doelstelling
  BIO heeft aldus tot opdracht bij te dragen tot duurzame menselijke ontwikkeling in de [1 interventielanden]1, door de privésector te ondersteunen via de Gekwalificeerde Ondernemingen door middel van Investeringen en andere, complementaire ondersteuningsmechanismen (waaronder subsidies). BIO verbindt zich ertoe een intern evaluatiesysteem met een adequate methodologie en geschikte middelen te ontwikkelen, te verspreiden en te onderhouden teneinde de opvolging/evaluatie van haar interventies te verzekeren, met inbegrip van relevante indicatoren die toelaten op korte en middellange termijn de positieve en negatieve effecten van haar interventies op de ontwikkeling te meten. Deze indicatoren zullen worden aangepast naargelang het type interventie. Met die indicatoren moet het mogelijk zijn om zich te vergewissen van de socio-economische duurzaamheid van de interventies van BIO vanuit het oogpunt van de algemene doelstelling van duurzame menselijke ontwikkeling. Overeenkomstig hoofdstuk 9, artikels 32, 33 en 34 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking wordt dit evaluatiesysteem gecertificeerd en geëvalueerd door de Bijzondere Evaluator van de Ontwikkelingssamenwerking.
  De resultaten van de interne evaluaties worden voorgelegd aan het auditcomité van BIO, dat er verslag van uitbrengt aan de Raad van Bestuur en aan de dienst van de Bijzondere Evaluator van de Ontwikkelingssamenwerking.
  Meer in het bijzonder zullen de ontwikkelingsindicatoren van BIO beschikbaar zijn per type beoogde Ondernemingen, per financieel instrument (type Investering/subsidie), per Investeringskanaal en per elk ander relevant aspect :
  - rechtstreekse steun aan MKMO's;
  - onrechtstreekse steun aan MKMO's, met name via de ondersteuning van de ontwikkeling van de financiële sector, de financiering van infrastructuur en van andere Ondernemingen waarvan de activiteiten bijdragen tot de ontwikkeling van de MKMO's in de ontwikkelingslanden;
  [1 - Financiering van ondernemingen uit de sociale economie;
   - Financiering van ondernemingen die bijdragen :
   Xx tot de verbetering van de toegang tot energie;
   Xx tot de verbetering van de toegang tot digitale technologieën;
   Xx tot de strijd tegen de klimaatverandering;
   - Financiering van ondernemingen uit de agro-alimentaire sector;
   - Financiering van ondernemingen die tot doel hebben basisdiensten aan te bieden aan de bevolking.]1
  BIO zal een verslag opstellen over de vorderingen in de ontwikkeling en over de implementatie van de opvolging van de indicatoren in haar jaarlijkse rapportering. BIO zal aantonen op welke manier haar interventies bijdragen tot duurzame menselijke ontwikkeling in de interventielanden door de gekozen indicatoren per type interventie nader te verklaren.
  7.3. Volume van de operaties - sectorale en geografische doelstellingen
  Het volume van de Netto Engagementen op 31 december van elk jaar moet minstens 80 % bedragen van de Totale Investeringsmiddelen.
  De Netto Engagementen op 31 december van elk jaar in de prioritaire sectoren (landbouw, energiesector en basisinfrastructuursector, toegang tot financiële basisdiensten [2 , toegang tot digitale technologieën]2) vertegenwoordigen minstens 75 % van de totale Netto Engagementen van BIO.
  Het totale bedrag van de subsidies voor technische bijstand, haalbaarheidsstudies en andere types subsidies toegekend binnen de prioritaire sectoren tussen 1 januari en 31 december van elk jaar vertegenwoordigt minstens 75 % van het totale bedrag aan subsidies toegekend in dezelfde periode.
  Binnen de grenzen gesteld door de rentabiliteitseisen die BIO dient na te streven verbindt BIO zich ertoe Gekwalificeerde Ondernemingen te financieren binnen het domein van de sociale economie en inzake hernieuwbare energie of energie-efficiëntie die bijdragen tot de strijd tegen klimaatverandering.
  7.4. Case studies - Duurzame ontwikkeling van lokale MKMO's
  In het kader van het interne opvolgings- en evaluatiesysteem gecertificeerd door de Bijzondere Evaluator (overeenkomstig artikel 7.2) zal jaarlijks een staal van de financieringen worden geselecteerd voor een gedetailleerde evaluatie van de relevantie voor de lokale ontwikkeling van Investeringen, zowel lopende als ex post van BIO, volgens een formaat overeen te komen tussen de Partijen.
  Het aantal geëvalueerde financieringen zal ten minste vijf per jaar bedragen en BIO zal zich inspannen om jaarlijks een toenemend aantal financieringen te analyseren.
  BIO zal kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen over elk van haar financieringen, alsook over de in het kader van die financieringen rechtstreeks en onrechtstreeks ondersteunde MKMO's, teneinde de volgende effecten op te volgen : de duurzame groei en de levensvatbaarheid van de financiering, de bijdrage van de financiering aan de plaatselijke economie (creatie van plaatselijke toegevoegde waarde), de positieve gevolgen voor het milieu en op sociaal vlak (werkgelegenheid, verbetering van de levensomstandigheden van de lokale bevolking), evenals de mogelijkheid voor de ondersteunde MKMO('s) om via de BIO-financiering toegang te krijgen tot privéfinanciering.
  Deze analyses zullen één keer per jaar aan de DGD worden overgemaakt ter gelegenheid van de jaarlijkse rapportering waarvan sprake in artikel 8.4, (1).
  7.5. Interne prestatiedoelstellingen van BIO
  (1) [3 Operationele kosten
   De operationele kosten van BIO, exclusief algemene provisies en waardeverminderingen, zullen op jaarbasis niet hoger liggen dan de som van de volgende elementen :
   1° 1,20 percent van het netto-actief van BIO (kapitaal, reserves, overgedragen resultaten) zoals vastgesteld aan het einde van het voorgaande jaar;
   2° de som van de vergoedingen en commissies die BIO ontvangt in het kader van het beheer van activa of voor advies- of andere opdrachten voor rekening van derden.]3
  (2) Verbetering van de interne prestatie
  BIO zal een beleid, procedure of initiatieven uitwerken met het oog op het verbeteren, van jaar tot jaar, van haar interne prestaties. Ter illustratie : deze initiatieven kunnen de organisatie van een opleiding over een specifiek thema zijn, of de invoering of verbetering van een informatiebeheersysteem...
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (3)<VARIA 2016-12-20/20, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

TITEL 2. - Bijzondere verbintenissen
Art.8.- Verbintenissen van BIO
  8.1. Rentabiliteit - kwaliteit van de portfolio
  (1) Rentabiliteit
  BIO verbindt zich ertoe te streven naar een voldoende rendement op haar Investeringen, dit teneinde de duurzaamheid van BIO en van haar interventies te waarborgen [1 ...]1.
  [1 BIO zal haar beste inspanningen leveren opdat haar Investeringen als "financiële verrichtingen" kunnen worden gekwalificeerd zonder impact op de begroting van de Staat door het Instituut van nationale Rekeningen overeenkomstig de criteria en richtlijnen die aan BIO door deze laatste zullen worden meegedeeld. BIO zal alle informatie meedelen waarover zij beschikt of waar zij toegang toe heeft die gevraagd wordt door het Instituut van nationale Rekeningen in het kader van zijn verificaties.]1
  (2) Kwaliteit van de portfolio
  BIO verbindt zich ertoe haar beste inspanningen te leveren opdat :
  (a) de Risicoportfolio een maximumniveau van 10 % van de Openstaande Leningenportfolio niet overschrijdt; en
  (b) het Provisieniveau van de globale portfolio (leningen en kapitaaldeelnemingen) niet hoger ligt dan 7 % van de Openstaande Portfolio.
  8.2. Organisatie
  (1) Ontwikkelingscultuur
  BIO verbindt zich ertoe haar personeel te sensibilieren en op te leiden wat betreft de waarden, opdrachten en principes van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking zoals bepaald in hoofdstuk 2 en 3 van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Daartoe zal BIO haar interne expertise inzake duurzame menselijke ontwikkeling versterken met het oog op een optimalisatie van de relevantie en doeltreffendheid van haar interventies.
  Bovendien zal BIO een eigen expertise ontwikkelen voor de vakgebieden waarin zij rechtstreeks wenst te investeren ten behoeve van de relevantie van projecten geselecteerd ter directe investering, en teneinde de partner efficiënt te kunnen begeleiden.
  (2) [2 Fit for purpose
   BIO verbindt zich ertoe een organisatie met passende strategieën, processen en procedures te zijn en te blijven die over de nodige persoonsgebonden competenties beschikt, zijnde de aantoonbare inhoudelijke ervaring en expertise in de identificatie, analyse en beheer van financieringen, om een kwaliteitsvolle uitvoering van haar wettelijke opdracht te verzekeren. De organisatie moet BIO meer algemeen in staat stellen haar verbintenissen ten gevolge van het voorliggende beheerscontract na te komen en de door onderhavig Beheerscontract bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.]2
  BIO zal toezien op de naleving van alle regels inzake goed bestuur, met inbegrip van het regelen van eventuele belangenconflicten
  BIO zal bovendien inspanningen leveren om een netwerk van lokale vertegenwoordigers van de federale instellingen en van de gefedereerde entiteiten te mobiliseren die de identificatie, analyse en opvolging van haarfinancieringsdossiers kan ondersteunen.
  (3) [3 Strategieën, processen en procedures
   BIO zal passende strategieën, processen en procedures uitwerken en in stand houden om te verzekeren dat haar interventies conform de wet, dit beheerscontract en de statuten zijn. Zij zal tevens een efficiënt en professioneel proces garanderen voor de identificatie, analyse en opvolging van de financieringen, evenals een passend beleid inzake risicodiversificatie en risicobeheer. BIO ziet toe op de naleving van alle procedures en processen. Wat de volgende processen en procedures betreft zullen deze als passend worden beschouwd en/of zal BIO geacht zijn conform deze processen en procedures te handelen indien aan de hierna bepaalde voorwaarden wordt voldaan :
   1° financieel-administratieve processen worden conform geacht indien BIO een opinie zonder voorbehoud krijgt van haar commissarissen in hun verslag over de jaarrekening;
   2° monitoring- en evaluatiesystemen inzake ontwikkelingsimpact worden conform geacht indien BIO deze op regelmatige basis en minstens om de vijf jaar aan de Dienst Bijzondere Evaluatie voorlegt en de Dienst Bijzondere Evaluatie geen ernstige tekortkomingen identificeert en meedeelt aan BIO;
   3° processen en procedures met betrekking tot identificatie, analyse en beheer van Investeringen worden regelmatig door de dienst interne audit geauditeerd en deze audit identificeert geen ernstige tekortkomingen in de processen en procedures of de naleving ervan door BIO.
   Indien de commissarissen van BIO een opinie met voorbehoud formuleren of de jaarrekening van BIO afkeuren zoals bedoeld in 1° van vorig lid, de Dienst Bijzondere Evaluatie meedeelt aan BIO dat haar monitoring- en evaluatiesystemen ernstige tekortkomingen vertonen zoals bedoeld in 2° van vorig lid of de interne auditor van BIO ernstige tekortkomingen identificeert in BIO's procedures en processen of in de naleving ervan zoals bedoeld in 3° van vorig lid, zal de Raad van Bestuur van BIO binnen de twee maanden een correctief plan goedkeuren en zal BIO dit plan uitvoeren binnen de daarin gestelde termijnen. De Raad van Bestuur informeert de Minister van Ontwikkelingssamenwerking. Indien de Raad van Bestuur het correctief plan niet goedkeurt binnen de hierboven aangegeven termijn of BIO nalaat dit plan naar behoren uit te voeren, schendt zij dit artikel 8, punt 8.2, sub-punt (3).]3
  (4) Interne en externe audit
  (a) Auditcomité
  De Raad van Bestuur van BIO stelt een auditcomité samen. Het auditcomité is zodanig samengesteld dat minstens één lid deskundig is op het vlak van interne audit en minstens één ander lid op het vlak van Ontwikkelingssamenwerking. De Raad van Bestuur stelt het charter van het auditcomité op.
  (b) Interne Audit
  Binnen BIO wordt een interne auditdienst opgericht, die rapporteert aan de Raad van Bestuur. Deze onafhankelijke dienst werkt volgens de bepalingen van een charter voor interne audit goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
  (c) Externe audit
  Overeenkomstig artikel 5bis van de BIO Wet wordt de controle op de financiële situatie, op de jaarrekeningen, en op de regelmatigheid, vanuit het oogpunt van de wet en van de statuten van BIO, van de weergegeven verrichtingen in de jaarrekeningen, aan twee commissarissen toevertrouwd. Het Rekenhof benoemt een commissaris onder de leden van het Hof. De andere commissaris wordt door BIO benoemd onder leden van het Instituut voor bedrijfsrevisoren.
  De commissarissen worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar.
  (5) Procedures inzake de strijd tegen het witwassen van kapitaal en de financiering van terrorisme
  BIO verbindt zich ertoe geschikte procedures in te voeren en te verbeteren inzake de strijd tegen het witwassen van kapitaal en de financiering van terrorisme, overeenkomstig de Belgische wetgeving ter zake.
  8.3. Raadpleging van de ambassades van België
  (1) Toepassingsgebied
  Onderhavig artikel 8.3 is van toepassing op elke nieuwe financiering van BIO, met uitzondering van (i) de toekenning van subsidies voor de financiering van programma's voor technische bijstand ten gunste van Portfoliovennootschappen van BIO en (ii) bijkomende financieringen toegekend aan een Portfoliovennootschappen (follow-on investment).
  (2) Referentiedienst
  De Directeur generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp duidt een referentiedienst aan die ervoor moet zorgen dat de missie van BIO en de door de instelling goedgekeurde investeringsstrategie door de ambassades van België goed worden begrepen, en die de relaties van BIO met de ambassades zal coördineren. De referentiedienst zal er ook op toezien dat de ambassades het vertrouwelijke karakter respecteren van de door BIO in het kader van geanalyseerde financieringsvoorstellen meegedeelde informatie.
  (3) Ambassade
  De in het kader van de consultatieprocedure bevoegde ambassade zoals bepaald in artikel 8.3, (4) hieronder zal de ambassade zijn met jurisdictie over het interventieland van de voorgestelde financiering. Bij gebrek aan een ambassade met jurisdictie over het interventieland of in het kader van regionale projecten of projecten waarbij verschillende landen betrokken zijn, zal de referentiedienst van de DGD waarvan onder punt (b) hierboven sprake de te consulteren persoon of personen aanwijzen.
  (4) Consultatieprocedure
  Tijdens het analyseproces van de financieringsopportuniteit zal BIO de ambassade raadplegen (of, desgevallend, de door de referentiedienst aangewezen personen overeenkomstig artikel 8.3, (3)) over :
  - de plaatselijke omstandigheden;
  - de coherentie van het project ten opzichte van het lokale ontwikkelingsbeleid; en
  - de reputatie van de lokale partner.
  BIO zal rekening houden met de door de vertegenwoordigers van de ambassade (of, desgevallend, de door de referentiedienst aangeduide personen overeenkomstig artikel 8.3, (3)) geformuleerde opmerkingen bij de analyse van het financieringsdossier, wat zal blijken uit de analysenota die wordt voorgelegd aan de beslissingsorganen van BIO. Overeengekomen wordt dat deze consultatie gebaseerd zal zijn op en zal verwijzen naar de strategie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking binnen het rechtsgebied van de ambassade, de opdracht van BIO en de interventiemodaliteiten zoals bepaald in dit Beheerscontract, evenals op de door de Raad van Bestuur van BIO goedgekeurde investeringsstrategie, zonder dat deze in vraag worden gesteld door de geraadpleegde personen, en zich desgevallend zal situeren binnen het kader van het samenwerkingsprogramma, indien het een partnerland betreft van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
  BIO zal de ambassade (of, desgevallend, de door de referentiedienst aangewezen personen overeenkomstig artikel 8.3, (3)) op de hoogte brengen van elk bezoek in het land in het kader van een mogelijke financiering. Bij die bezoeken zal BIO, voor zover dat praktisch mogelijk is, contact opnemen met de verantwoordelijken van de ambassade (of, desgevallend, de overeenkomstig artikel 8.3, (3) door de referentiedienst aangewezen personen). Wanneer het relevant is in het kader van de door onderhavig artikel beoogde raadpleging, zal BIO haar beste inspanningen leveren om een ontmoeting te organiseren met de plaatselijke verantwoordelijken van het te financieren project.
  8.4. Rapportering
  (1) Jaarlijkse rapportering
  (a) BIO verbindt zich ertoe om uiterlijk 31 mei van elk jaar een (beschrijvend en financieel) rapport over te maken aan de Minister belast met Ontwikkelingssamenwerking, en dit vanaf 31 mei 2014.
  (b) Het rapport moet informatie bevatten die toelaat de volgende elementen te beoordelen :
  (i) [4 de conformiteit van de investeringen en alle andere interventies van BIO bedoeld in artikel 4, punt 4.1 van onderhavig beheerscontract met de bepalingen van dit beheerscontract; en]4
  (ii) [4 de impact voor de ontwikkeling van de investeringen en de andere interventies van BIO bedoeld in artikel 4, punt 4.1 van onderhavig beheerscontract.]4
  Dit deel van het rapport omvat twee delen : enerzijds een "geïntegreerde" analyse die betrekking heeft op de volledige portfolio van BIO, en anderzijds specifieke analyses voor elke nieuwe Investering/andere interventie en voor elke afgesloten Investering/andere interventies tijdens het kalenderjaar waarover verslag wordt uitgebracht.
  De ontwikkelingsimpact zal op een gedifferentieerde manier worden gemeten, per type Gekwalificeerde Onderneming, per instrument en per Investeringskanaal (rechtstreekse/onrechtstreekse interventie). In de mate van het mogelijke zal in deze analyses een korte beoordeling worden opgenomen met betrekking tot goodpractices (sectoraal, geografisch of in verband met het betrokken type Onderneming, type financieel instrument of type Investeringskanaal), evenals een gepaste rapportering over de winst en de inkomstenbelastingen betaald door de Portfoliovennootschappen. Deze analyses zullen gebaseerd zijn op het gebruik van een meetinstrument [4 ...]4 dat op relevante wijze wordt aangepast aan de Investeringsstrategieën van BIO. Deze gebeuren ex-ante, maar ook, voor een jaarlijks toenemend aantal dossiers, terwijl de Investering loopt en/of nadat de Investering is beëindigd.
  Dit deel van het rapport zal ook het resultaat bevatten van de case studies waarvan sprake in artikel 7.4 uitgevoerd tijdens het betreffende boekjaar, met dien verstande dat de rapportering van 31 mei 2014 vergelijkbaar zal zijn met de in 2013 aan de DGD overgemaakte rapportering betreffende de in het kalenderjaar 2012 goedgekeurde dossiers en dat die geen case studies zal bevatten zoals bepaald in artikel 7.4.
  (iii) het bereiken van de interne prestatiedoelstellingen zoals bepaald in artikel 7.5 van onderhavig Beheerscontract, en de stand van zaken met betrekking tot de rentabiliteitsverbintenis van BIO zoals opgenomen in artikel 8.1 van onderhavig Beheerscontract;
  (iv) de evolutie van de implementatie van het interne controlesysteem overeenkomstig artikel 8.2 van het Beheerscontract; en
  (v) de situatie van de portfolio van BIO, rekening houdend met de eventuele participatie van nieuwe privé- of overheidsinvesteerders in het kapitaal [4 , alsook de staat en de conformiteit van de portfolio met de bepalingen van het beheerscontract van de structuren opgericht overeenkomstig artikel 3bis van de BIO Wet, 5° op initiatief van BIO en beheerd door BIO]4.
  (c) BIO zal haar goedgekeurde jaarrekeningen aan het jaarlijkse rapport toevoegen, evenals de volgende documenten in de mate dat die werden gewijzigd/geactualiseerd ten opzichte van vroeger overgemaakte versies : statuten, strategieplan 2014-2019, bedrijfsplan 2014-2019.
  [5 Onder voorbehoud van de verplichting van BIO de confidentialiteit van bepaalde gegevens na te leven, zal BIO jaarlijks aan de Belgische Staat de ODA-gegevens meedelen met betrekking tot haar interventies en zal BIO inspanningen leveren om deze gegevens mee te delen overeenkomstig de vereisten van de DAC en de IATI.]5
  (d) Het jaarrapport moet in tweevoud en elektronisch worden verzonden aan de Dienst van de DGD die door de directeur generaal werd aangewezen.
  (2) Halfjaarlijkse rapportering
  Na actualisering zullen halfjaarlijks de volgende gegevens aan DGD worden overgemaakt :
  - de portfoliosituatie;
  - de landenfiches (samenvattend overzicht van de Investeringen en andere lopende interventies) [6 voor de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking zoals bepaald bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit tot vastlegging van de partnerlanden van de gouvernementele samenwerking]6.
  (3) Punctuele rapportering
  BIO zal punctueel, en met naleving van de vertrouwelijkheid van de gegevens met een commercieel karakter, binnen een realistische en per geval overeen te komen termijn antwoorden op de vragen om informatie die door de DGD worden overgemaakt en die bijvoorbeeld een [7 ...]7 samenwerkingsprogramma betreffen of een gemengde commissie, een thematische of geografische evaluatie, een expertiseplatform, een officiële Belgische zending in het buitenland enzovoort.
  [8 (4) De Partijen zullen overleggen teneinde de vorm en de inhoud te bepalen van het verslag dat moet worden opgesteld overeenkomstig artikel 7, eerste lid van de BIO Wet.]8
  8.5. Communicatie, zichtbaarheid en informatie
  (1) Communicatie-activiteiten
  BIO verbindt zich ertoe in haar openbare communicatieactiviteiten te benadrukken dat zij deel uitmaakt van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, en dat ook aan de begunstigden van haar interventies bekend te maken.
  Deze verplichting is niet van toepassing wanneer de twee Partijen overeenkomen dat deze communicatie mogelijk schadelijk zou zijn voor het mandaat of de veiligheid van het personeel van BIO of van haar partners, of voor de veiligheid van de plaatselijke gemeenschap.
  (2) Informatie en publicaties van BIO
  In haar publicaties (jaarverslag, nieuwsbrieven ...) en op haar website vermeldt BIO duidelijk dat zij tot de Belgische Ontwikkelingssamenwerking behoort.
  Op haar website verwijst BIO naar de Belgische Ontwikkelingssamenwerking door middel van een hyperlink naar de betreffende webpagina van de DGD.
  (3) Publicaties van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking
  BIO geeft de Belgische Staat toestemming om al haar informatiedocumenten bestemd voor het grote publiek te reproduceren en te gebruiken, met uitzondering van illustraties waar mogelijk auteursrecht op berust.
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe de andere documenten en rapporten die BIO overmaakt, niet voor publieke communicatie te gebruiken.
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (2)<VARIA 2016-12-20/20, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (3)<VARIA 2016-12-20/20, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (4)<VARIA 2016-12-20/20, art. 29, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (5)<VARIA 2016-12-20/20, art. 30, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (6)<VARIA 2016-12-20/20, art. 31, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (7)<VARIA 2016-12-20/20, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
  (8)<VARIA 2016-12-20/20, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.9. - Verbintenissen van de Belgische Staat
  9.1. Beheersautonomie van BIO
  Binnen de grenzen van onderhavig Beheerscontract en mits naleving van de wet en de toepasselijke regelgeving is BIO vrij alle activiteiten te ontwikkelen die verenigbaar zijn met haar maatschappelijke doel. De Belgische Staat verbindt zich ertoe het principe van beheersautonomie te respecteren en zich niet te mengen in het bestuur van de onderneming, dat de verantwoordelijkheid is van de Raad van Bestuur van BIO. In die hoedanigheid beslist BIO over de in te zetten middelen, met name de menselijke en de financiële, in het kader van haar organisatie en met het oog op de uitvoering van de opdrachten die haar werden toevertrouwd, en het behalen van doelstellingen zoals bepaald in onderhavig Beheerscontract, binnen de grenzen van het plafond bepaald in artikel 7.5, (1) wat betreft haar Operationele Kosten.
  9.2. Communicatie
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe om, met name via de DGD, een communicatiestrategie te ontwikkelen en uit te voeren gericht op alle personeelsleden van DGD en op de Belgische actoren van de Ontwikkelingssamenwerking, evenals op de leden van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken en van andere Federale Overheidsdiensten die betroffen zijn door de activiteiten van BIO. Die communicatiestrategie zal betrekking hebben op het Programma 4 van de Algemene uitgavenbegroting van de Ontwikkelingssamenwerking van de Belgische staat : steun aan de plaatselijke privésector en aan de sociale economie. Die strategie zal een overdracht en toe-eigening van kennis inhouden door de doelgroepen van de communicatie-acties, onder andere wat betreft het mandaat van BIO, haar belangrijkste interventieassen en de werkingsmodaliteiten, evenals de kern-elementen van de jaarlijkse rapportering overgemaakt door BIO.
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe in zijn externe communicatie publiekelijk de strategie en projecten van BIO, overeenkomstig de bepalingen in onderhavig Beheerscontract, te ondersteunen.
  9.3. Coördinatie
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe de dialoog te faciliteren en te waken over een optimale coördinatie en synergieën tussen de verschillende actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, meer in het bijzonder wat betreft degenen die de lokale privésector ondersteunen.
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe de centrale rol van BIO te bevestigen als sleutelactor van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in de ondersteuning van de ontwikkeling van de privésector, in hoofdzaak van MKMO's en ondernemingen in de sociale sector in de ontwikkelingslanden. Hij erkent bovendien BIO als het belangrijkste kanaal van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking voor investeringen in de privésector in de ontwikkelingslanden.
  9.4. Plaatselijke steun
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe plaatselijk steun te bieden aan BIO bij de stappen die zij onderneemt ten aanzien van de overheden in de interventielanden met het oog op het faciliteren van de uitvoering en van het beheer van haar activiteiten in die landen.
  9.5. Financiering
  De Belgische Staat verbindt zich ertoe voor degepaste financiering van BIO te zorgen overeenkomstig artikel 5 en met de budgettaire beslissingen van de regering.

TITEL 3. - Slotbepalingen
Art.10.- Duur
  Overeenkomstig artikel 4quinquies, § 1 van de BIO Wet wordt onderhavig Beheerscontract afgesloten voor een bepaalde duur van vijf (5) jaar. Het treedt in werking op de datum van de publicatie van de bepalingen van onderhavig Beheerscontract in de bijlagen van het Koninklijk Besluit betreffende de goedkeuring van het Beheerscontract in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig [1 artikel 4sexies]1 van de BIO Wet.
  Art. 4quinquies, § 2 van de BIO Wet bepaalt de procedure voor de opstelling van een nieuw beheerscontract bij de afloop van onderhavig Beheerscontract.
  ----------
  (1)<VARIA 2016-12-20/20, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>

Art.11. - Jaarlijkse herziening : procedures en parameters
  11.1. Procedure
  (1) Toetsing door de Raad van Bestuur
  Overeenkomstig artikel 4quater, § 1 van de BIO Wet wordt het Beheerscontract jaarlijks door de Raad van Bestuur getoetst. Deze toetsing betreft de elementen die voortvloeien uit een wijziging in de wetgeving die van toepassing is op BIO, en uit de ontwikkelingen van de sector waarin BIO werkt.
  (2) Toetsing door de Partijen
  Het Beheerscontract zal eveneens worden getoetst tijdens een buitengewone vergadering tussen de Minister belast met Ontwikkelingssamenwerking, vertegenwoordigd door de DGD, en BIO. Die vergadering zal plaatsvinden ten laatste op 30 juni van elk jaar en dit vanaf 2014.
  De agenda van de vergadering wordt door de Partijen in onderling overleg opgesteld en wordt vastgelegd ten laatste op 31 mei van het betrokken jaar. De agenda zal minstens de volgende punten bevatten :
  - de analyse uitgevoerd door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en de DGD van de jaarlijkse rapportering overgemaakt door BIO overeenkomstig artikel 8.4, (1);
  - een overzicht van de financieringssituatie van BIO en van haar toekomstige financieringsbehoeften zoals bepaald in artikel 5, waarbij de dossiers met verzoeken voor vastleggingen en liquidaties vóór 31 juli moeten zijn afgesloten.
  Er wordt van elke vergadering een verslag opgesteld.
  11.2. Parameters
  De parameters voor de jaarlijkse toetsing en mogelijke herziening van het Beheerscontract betreffen :
  - de elementen die voortvloeien uit een wijziging in de wetgeving van toepassing op BIO evenals van de ontwikkelingen van de sector waarin BIO werkt;
  - de analyse van de doelstellingen/resultaten behaald door BIO (in termen van ontwikkelingsimpact van de Investeringen/andere interventies; in termen van rentabiliteit en interne prestatie; en inzake interne controle);
  - de evaluatie van de communicatie en consultaties tussen de Partijen.

Art.12. - Sancties bij niet-nakoming van het beheerscontract
  In geval van een gebrekkige uitvoering door een partij van één of meerdere van de verplichtingen die krachtens het Beheerscontract op haar berusten, zal de partij die zich benadeeld acht de andere partij verwittigen van de niet-naleving van het Beheerscontract.
  De partijen streven in eerste instantie naar een minnelijke oplossing. Te dien einde ontmoeten de Directeur-generaal van BIO en de Directeur- Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire hulp elkaar binnen de maand na de verwittiging waarvan sprake in de vorige paragraaf, en overleggen te goeder trouw om te pogen het meningsverschil in der minne te regelen.
  Als de Partijen er niet in slagen tot een minnelijke oplossing te komen volgens de in de vorige paragraaf beschreven procedure en behoudens overmacht, is de benadeelde partij ertoe gerechtigd bij wijze van financiële sanctie van de andere partij een schadevergoeding te eisen met het oog op het herstellen van de geleden schade.

Art.13. - Aanpassing van de statuten van BIO
  De statuten van BIO zullen worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen van de BIO Wet en met de bepalingen van onderhavig Beheerscontract.

Art.14. - Vertrouwelijkheid
  Elke Partij verbindt zich ertoe zich ervan te onthouden aan wie dan ook informatie mee te delen die zij heeft ontvangen in het kader van de uitvoering van dit Beheerscontract zonder voorafgaand akkoord van de andere Partij, tenzij een dergelijke mededeling nodig is om de uitvoering van onderhavig Beheerscontract te verzekeren of een dergelijke bekendmaking nodig is in het kader van een wet of regelgeving.

Art.15. - Imprevisieclausule
  Als een onvoorziene en onoverkomelijke wijziging in de omstandigheden zich voordoet die de uitvoering van het Beheerscontract voor BIO buitensporig zwaar maakt, kan BIO een heronderhandeling van het Beheerscontract vragen. In dat geval verbinden de Partijen zich ertoe het Beheerscontract te heronderhandelen teneinde het Beheerscontract aan te passen om het evenwicht tussen de respectievelijke verplichtingen van de Partijen te herstellen.

Art.16. - Volledig akkoord en tegenstelbaarheid
  Het Beheerscontract bevat het volledige akkoord tussen de partijen met betrekking tot het voorwerp van het Beheerscontract en annuleert en vervangt alle voorafgaande akkoorden, zowel schriftelijke als mondelinge, uitdrukkelijke of stilzwijgende, die hetzelfde voorwerp hebben, en in het bijzonder :
  - de overeenkomst met betrekking tot de oprichting en de financiering van een local currency fonds van 13 mei 2004;
  - de overeenkomst met betrekking tot de oprichting en de financiering van het ondersteuningsfonds van 29 november 2004, zoals gewijzigd op 8 februari 2007 door een bijkomende overeenkomst nr. 1 tot de overeenkomst tot oprichting en financiering van een ondersteuningsfonds afgesloten op 29 november 2004;
  - de overeenkomst tot inschrijving op bijkomende ontwikkelingscertificaten van 12 mei 2005;
  - de overeenkomst tot inschrijving op bijkomende ontwikkelingscertificaten van 8 februari 2007, zoals gewijzigd :
  - door de bijkomende overeenkomst nr. 1 tot de overeenkomst tot inschrijving op bijkomende ontwikkelingscertificaten van 8 februari 2007;
  - door de bijkomende overeenkomst nr. 2 tot de overeenkomst tot inschrijving op bijkomende ontwikkelingscertificaten van 8 februari 2007 gedateerd 1 december 2011;
  - de overeenkomst betreffende het K.M.O. fonds van 18 november 2008, zoals gewijzigd door een bijkomende overeenkomst tot de overeenkomst betreffende het K.M.O.-fonds van 18 november 2008 gedateerd 4 februari 2010;
  - de overeenkomst betreffende het expertisefonds van 3 juli 2013; en
  - de overeenkomst tot inschrijving op bijkomende ontwikkelingscertificaten van 18 december 2013.
  De nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van één van de bepalingen uit het Beheerscontract leidt geenszins tot de nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van andere bepalingen. Desgevallend komen de partijen een nieuwe bepaling overeen die de doelstelling van de nietige of niet-tegenstelbare bepaling zo goed mogelijk weerspiegelt.

Art.17. - Afwezigheid van verzaking
  Het feit dat een van de Partijen enig recht dat uit het Beheerscontract voortvloeit, niet uitoefent, evenals elke vertraging in de uitoefening van deze rechten, geldt niet als verzaking aan deze rechten. De gedeeltelijke uitoefening van een recht door één van de Partijen verhindert niet dat deze dat recht achteraf volledig kan uitoefenen.

Art.18. - Toepasselijk recht en jurisdictie
  Het onderhavige Beheerscontract is onderworpen aan het Belgisch recht.
  Elke betwisting met betrekking tot het Beheerscontract wordt onderworpen aan de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Woordenlijst


Beheerscontract[<font color="red">1</font> onderhavig beheerscontract, zoals gewijzigd door de bijkomende overeenkomst van 20 december 2016]<font color="red">1</font>
BIO Wet[<font color="red">1</font> de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de
BTCBelgisch Technische Coöperatie nv
[<font color="red">1</font>...]<font color="red">1</font>
DACComité voor Ontwikkelingshulp
FODFederale Overheidsdienst
FOD Buitenlandse ZakenFOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
[<font color="red">1</font>...]<font color="red">1</font>
In Aanmerking Komende Ondernemingeen Onderneming die in aanmerking komt voor een interventie van BIO overeenkomstig artikel 2.2
[<font color="red">1</font> Interventieland :een ontwikkelingsland behorend tot een van de volgende categorieën, zoals bepaald door het DAC van de OESO : a) de Minst Ontwikkelde Landen (LDC); b) de Landen met een Laag Inkomen (LIC); c) de Landen met een Gemiddeld Inkomen, Lagere Schijf (LMIC); d) de Landen met een Gemiddeld Inkomen, Hogere Schijf (UMIC)]<font color="red">1</font>
Investeringelk financieel actief in de vorm van deelnemingen, aandelen en deelbewijzen tegen de aankoopwaarde en vastrentende effecten en schuldvorderingen
MSME Support Fundde binnen BIO op te richten groep activiteiten met het oog op de financiering van de activiteiten beschreven in artikel 4.1 (2) en (3) en ter vervanging van het huidige Expertisefonds van BIO
NettoEngagementende som van de volgende elementen :
  (4) goedgekeurde Investeringsbedragen waarvan de contractuele verbintenis nog niet werd ondertekend
  (5) contractueel nog te storten bedragen op Investeringen
  (6) Openstaand Portfolio
OESOOrganisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Ondernemingelke entiteit, van welke juridische vorm ook, die een economische activiteit uitoefent
Openstaande LeningenportfolioVerschuldigd saldo van de nominale waarde van de als financiële activa geboekte schuldvorderingen
Openstaande Portfolioaankoopwaarde van de deelnemingen in kapitaal en verschuldigd saldo tegen de nominale waarde van de als financiële activa geboekte schuldvorderingen
Operationele kostenHet geheel van de volgende kosten :
  - Personeelskosten (lonen, vergoedingen, sociale lasten, verzekeringen...)
  - Kosten voor tijdelijke arbeid
  - Huur van kantoren en daarmee verbonden lasten en belastingen
  - Telecommunicatiekosten
  - Erelonen
  - Bestuursorganen : Raad van Bestuur, Comités...
  - Kosten van en verzekeringen voor reizen
  - Communicatie en public relations
  - Promotiekosten
  - Kosten voor leasing van uitrusting
  - Informatica- en kantoorvoorzieningen
  - Documentatiekosten
  - Opleidingskosten
  - Afschrijvingen.
Portfoliovennootschapeen vennootschap die een financiering van BIO ontving
Provisietotaal bedrag van de provisies voor risico's en lasten (algemeen en specifiek) en voor de waardeverminderingen op de portfolio
Raad van BestuurRaad van Bestuur van BIO
RisicoportfolioOpenstaande Leningenportfolio met een betalingsachterstand van 180 dagen of meer (uitgedrukt als een percentage van het Openstaande Leningenportfolio)
Totale Investeringsmiddelende som (i) van het maatschappelijke kapitaal van BIO en (ii) de middelen ingebracht in de vorm van winstbewijzen (Ontwikkelingscertificaten)
[<font color="red">1</font> Tussenstructuur :tussenstructuren zoals gedefinieerd in de BIO Wet, met name investeringsfondsen, holdings of investeringsmaatschappijen die enkel gericht zijn op ondernemingen gevestigd in de interventielanden, en bancaire en niet-bancaire financiële instellingen zoals commerciële of coöperatieve banken, microkredietinstellingen, leasingmaatschappijen, factoringmaatschappijen en verzekeringsmaatschappijen die diensten aanbieden aan de ondernemingen en de bevolking in de interventielanden]<font color="red">1</font>
Uitsluitingslijst EDFIde lijst van uitgesloten activiteiten opgesteld (en desgevallend bijgewerkt) door European Development Finance Institutions vzw. De momenteel geldende Uitsluitingslijst van EDFI is bijgesloten als Bijlage 2.
UMICGemiddelde Inkomenslanden, Hogere Schijf
(<font color="red">1</font>)<VARIA <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2016122020" target="_blank">2016-12-20/20</a>, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>
Art. N2. Bijlage 2. - Uitsluitingslijst
  1. Productie of activiteit waarbij sprake is van dwangarbeid (1) of kinderarbeid (2)
  2. Productie of handel van elk illegaal product of illegale activiteit volgens de wetgevingen van de onthaallanden of volgens de internationale regelgeving, conventies of akkoorden;
  3. Handel in dieren, planten of alle natuurlijke producten gereglementeerd door de CITES (3);
  4. Visserij waarbij een drijfnet met een lengte van meer dan 2,5 km wordt gebruikt;
  5. Elke operatie die de vernietiging (4) van een kritische habitat (5) veroorzaakt of vereist en elk bosproject waarvoor geen plan voor ontwikkeling en duurzaam beheer wordt opgesteld;
  6. Productie en gebruik van of handel in gevaarlijke materialen zoals niet-gebonden asbestvezels of producten die pcb's bevatten (6);
  7. De productie of het gebruik van of de handel in farmaceutische producten, pesticiden/herbiciden, producten die schadelijk zijn voor de ozonlaag (7) of elk ander gevaarlijk product waarvoor een internationaal verbod of uitfasering geldt;
  8. Grensoverschrijdende handel in afval, met uitzondering van het afval dat door de Conventie van Basel en de ondersteunende regelgeving wordt aanvaard;
  9. Productie van of handel in (8) :
  a. wapens en/of munitie;
  b. tabak;
  c. sterke alcohol bestemd voor menselijke consumptie;
  10. Speelhuizen, casino's of elke gelijkaardige onderneming (9);
  11. Elke handel verbonden met pornografie of prostitutie;
  12. Elke operatie die een belangrijke onomkeerbare wijziging of verplaatsing van een belangrijk element uit het culturele patrimonium (10) veroorzaakt;
  13. De productie en verspreiding van of deelname aan racistische of antidemocratische media of media die tot discriminatie van een deel van de bevolking aanzetten;
  14. Exploitatie van diamantmijnen en handel in diamanten indien de Onthaalstaat niet bij het Kimberley Proces (11) is aangesloten.
  Nota's
  (1) Wordt beschouwd als "dwangarbeid", elke arbeid of dienst die niet vrijwillig wordt uitgevoerd en die van een individu wordt verkregen onder dreiging met geweld of bestraffing zoals beschreven in de conventies van het IAB.
  (2) De werknemers moeten minstens 14 jaar oud zijn, zoals bepaald door de Fundamentele conventie van de mensenrechten van het IAB (conventie over de minimumleeftijd C138, art. 2), tenzij de plaatselijke wetgeving een schoolplicht of een minimumleeftijd om te mogen werken oplegt. In dergelijke omstandigheden moet met de hoogste leeftijd rekening worden gehouden.
  (3) CITES : Conventie over de internationale handel in bedreigde dieren en planten (Washington, 1993)
  (4) Vernietiging betekent (1) de verwijdering of ernstige aantasting van de integriteit van een habitat veroorzaakt door een grote wijziging op lange termijn in het gebruik van de ondergrond of de waterbronnen of (2) de wijziging van een habitat op zodanige wijze dat de capaciteit van deze habitat om zijn rol te vervullen verloren gaat.
  (5) De term kritische habitat omvat de natuurlijke en gewijzigde habitats die bijzondere aandacht verdienen. Deze term omvat (i) zeer waardevolle zones wat betreft biodiversiteit zoals bepaald door de klassificatiecriteria van het UICN, waaronder met name de habitats nodig voor het overleven van bedreigde soorten zoals beschreven door de rode lijst van het UICN betreffende de bedreigde soorten of door elke nationale wetgeving; (ii) zones die van uitzonderlijk belang zijn voor endemische soorten of soorten met een beperkte perimeter; (iii) sites die kritisch zijn voor het overleven van trekkende soorten; (iv) zones die een significant aantal individuen van kuddesoorten herbergen (v) zones waar een uniek samenleven van soorten voorkomt of waar soorten leven die als gevolg van evolutieprocessen verwant zijn of die binnen het ecosysteem een sleutelrol spelen; (vi) en gebieden met een biodiversiteit die voor de plaatselijke gemeenschappen van groot sociaal, economisch of cultureel belang is. De oerbossen of bossen met een grote behoudswaarde moeten eveneens als een kritische habitat worden beschouwd.
  (6) PCB's, polychloorbifenylen, vormen een groep sterk giftige chemische producten die vaak voorkomen in met olie gevulde elektrische transformatoren, condensatoren en stroombrekers uit de periode 1950-1985.
  (7) Elke chemische component die met de ozonlaag reageert en ze vernietigt, wat leidt tot de vorming van "gaten" in deze laag. Het Protocol van Montreal lijst de ODS (Ozone Depleting Substances) op, de verminderingsdoelstellingen en de data vanaf wanneer ze niet meer in gebruik mogen zijn.
  (8) Om te worden uitgesloten, moeten deze activiteiten meer dan 10|Ad% van de balans of van het gefinancierde volume uitmaken. Indien er een financiële tussenpersoon is, mogen deze activiteiten niet meer bedragen dan 10|Ad% van hun activiteitenportefeuille.
  (9) Elke rechtstreekse financiering van deze projecten of van activiteiten waarin ze zijn opgenomen (een hotel met casino bijvoorbeeld). Hieronder vallen niet de stedenbouwkundige plannen waar later dergelijke projecten in zouden kunnen worden opgenomen.
  (10) Als "kristisch cultureel patrimonium" zal worden beschouwd elk element uit een patrimonium waarvan internationaal of nationaal het historische, sociale en/of culturele belang wordt erkend.
  (11) Het Kimberley Proces is een certifiëringsmechanisme van overheden voor ruwe diamanten; De diamanten worden gecontroleerd bij elke stap in de keten, van de ontginning tot de detailhandel. Het Kimberley Proces werd gecreëerd om een einde te maken aan de handel in oorlogsdiamanten, die de dood en de verplaatsing van miljoenen mensen in Angola, Sierra Leone, de DRC, Liberia en Ivoorkust heeft veroorzaakt. De lidstaten moeten nationale wetten aannemen en een controlesysteem voor in- en uitvoer opzetten om het Kimberley Proces te kunnen uitvoeren. Meer dan 75 landen die betrokken zijn bij de productie van, handel in en bewerking van diamanten nemen eraan deel.

Art. N3.
  <Opgeheven bij VARIA 2016-12-20/20, art. 36, 002; Inwerkingtreding : 20-01-2017>