19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse koninklijke besluiten wat het Grondwettelijk Hof betreft
Art. 1-18
1984021051 1984021142 1984021143 1984021144 1984021145 1993091450 1994021329 2007021013 2007021014 2009201969
Artikel 1. In het opschrift en in artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 september 1983 tot vaststelling van de openingsuren van de griffie van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.2. In het opschrift van het koninklijk besluit van 28 september 1983 tot vaststelling van de regelen voor het regelen van het bewijs van een voldoende kennis van de tweede landstaal en van het Duits door de kandidaat-referendarissen bij het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.3. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "artikel 23 van de wet van 28 juni 1983 houdende de inrichting, de bevoegdheid en de werking van het Arbitragehof" worden vervangen door de woorden "artikel 35, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof";
2° het woord "Arbitragehof" wordt vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.4. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "Vaste Secretaris voor Werving van het Rijkspersoneel" vervangen door de woorden "afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de federale Overheid of zijn afgevaardigde".
Art.5. In het opschrift van het koninklijk besluit van 28 september 1983 tot vaststelling van de regelen voor het regelen van het bewijs van een voldoende kennis van de Duitse taal door de kandidaat-leden van het Arbitragehof, worden de woorden "Arbitragehof" en "kandidaat-leden" vervangen door respectievelijk de woorden "Grondwettelijk Hof" en "rechters".
Art.6. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het eerste lid worden de woorden "artikel 22, § 4, van de wet van 28 juni 1983 houdende de inrichting, de bevoegdheid en de werking van het Arbitragehof" vervangen door de woorden "artikel 34, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof";
b) in de bepaling onder 1° worden de woorden "koninklijk besluit van 1 april 1970 tot regeling van de examens waarbij de doctors in de rechten in de gelegenheid gesteld worden te voldoen aan het voorschrift van lid 1 en 2 van artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken" vervangen door de woorden "koninklijk besluit van 19 december 2002 tot regeling van de examens waarbij de doctors en licentiaten in de rechten in de gelegenheid worden gesteld te voldoen aan het voorschrift van artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de talen in gerechtszaken";
c) het woord "Arbitragehof" wordt telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.7. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "Vaste Secretaris voor Werving van het Rijkspersoneel" worden vervangen door de woorden "afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de federale Overheid, of zijn afgevaardigde";
2° het woord "Arbitragehof" wordt vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.8. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord "Arbitragehof" wordt vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof";
2° de zin "Mocht het nodig zijn een examencommissie bijeen te roepen vooraleer het Arbitragehof is samengesteld, dan worden de leden ervan aangewezen door de Ministers van Institutionele Hervormingen, die gezamenlijk optreden." wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "Vaste Wervingssecretaris" worden vervangen door de woorden "afgevaardigd bestuurder van SELOR - Selectiebureau van de federale Overheid of zijn afgevaardigde";
2° de woorden "rang 17" worden vervangen door de woorden "klasse A5".
Art.10. In het opschrift en in artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 februari 1984 houdende voorschrift omtrent de ambtskledij der ambtsdragers van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.11. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "griffier" vervangen door het woord "griffiers".
Art.12. In het opschrift en in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 september 1994 tot goedkeuring van het reglement houdende tuchtrechtelijk statuut van het administratief personeel van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.13. In het opschrift, in artikel 1 en in de bijgevoegde personeelsformatie van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot goedkeuring van de personeelsformatie van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.14. In het opschrift en in de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de betrekkingen van het personeel van het Arbitragehof die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen en tot goedkeuring van de taalkaders voor het personeel van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.15. In het opschrift en in artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 februari 2007 houdende goedkeuring van het statuut van het personeel van het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.16. In het opschrift en in artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 april 2009 houdende uitvoering van artikel 75 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, wordt het woord "Arbitragehof" telkens vervangen door de woorden "Grondwettelijk Hof".
Art.17. Het koninklijk besluit van 28 september 1983 tot vaststelling van de vorm van het zegel van het Arbitragehof, wordt opgeheven.
Art. 18. De Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.