23 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 24, 136, 154 en 163bis en tot invoeging van een artikel 71ter in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering betreffende de procedure elektronische controlekaart
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 24, § 1, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 april 1999 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000, 13 juli 2001, 4 juli 2004 en 10 november 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) het tweede lid, 3°, wordt vervangen door de volgende bepaling:
"3° de volledig werkloze inlichten over het bestaan van de elektronische toepassing inzake aangifte van de werkloosheidsperiodes bedoeld in artikel 71ter en aan de volledig werkloze die daar geen gebruik van maakt, de passende controlekaart overmaken.";
2°) in het vierde lid, 3°, worden in de eerste zin tussen de woorden "controlekaart" en "niet leidt" de woorden "of de bevestiging bedoeld in artikel 71ter, § 2," ingevoegd;
3°) in het vierde lid, 3°, worden in de derde zin tussen de woorden "controlekaart" en "of vanaf" de woorden "of de bevestiging bedoeld in artikel 71ter, § 2," ingevoegd.
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 71ter ingevoegd, luidende als volgt :
"Art.71ter. § 1. De volledig werkloze die aanspraak maakt op uitkeringen overeenkomstig de artikelen 100 of 103 kan de verplichtingen voorzien in artikel 71, naleven via een elektronische toepassing, waarvan de modaliteiten worden bepaald overeenkomstig de wet van 24 februari 2003 betreffende de modernisering van het beheer van de sociale zekerheid en betreffende de elektronische communicatie tussen ondernemingen en de federale overheid.
De volledig werkloze die opteert voor deze elektronische techniek, dient deze keuze elektronisch via de daartoe door de Rijksdienst ter beschikking gestelde toepassing te bevestigen. Door deze keuze kunnen de verplichtingen bedoeld in artikel 71, eerste lid, enkel nog elektronisch worden voldaan.
De keuze geldt voor onbepaalde duur en kan worden herroepen via een gemotiveerde verklaring die ingediend wordt bij de uitbetalingsinstelling en die door haar ingediend wordt bij het werkloosheidsbureau.
De herroeping heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de verklaring door het werkloosheidsbureau.
§ 2. De invoer van gegevens via de elektronische toepassing bedoeld in dit artikel wordt voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld met de vermelding van gegevens op de controlekaart.
Een inschrijving door een werkgever in het personeelsregister, uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer zijn prestaties aanvat, stelt de werkloze vrij van de verplichting voorzien in artikel 71, eerste lid, 4°.
De werkloze voldoet aan de verplichting van artikel 71, eerste lid, 6°, door een elektronische bevestiging, ten vroegste de voorlaatste werkdag van de maand waarvoor de bevestiging wordt verricht.
De in toepassing van het vorige lid bevestigde gegevens worden gelijkgesteld met de gegevens van een controlekaart voor de toepassing van de artikelen 160, § 1, derde lid, 161, eerste lid, en de verificatieprocedure voorzien in de artikelen 164 en volgende.
De toepassing van de elektronische techniek stelt de werkloze niet vrij van de eventuele verplichting om een papieren verantwoordingsstuk betreffende de beschouwde maand in te dienen, inzonderheid het aanwezigheidsattest betreffende het volgen van een opleiding, het verblijfsbewijs bedoeld in artikel 66bis en het prestatieformulier bedoeld in artikel 79.
De bevestiging vóór de voorlaatste werkdag van de maand is evenwel toegelaten:
1° vanaf de voorlaatste werkdag voorafgaand aan de datum waarop het beheerscomité overeenkomstig artikel 161, vierde lid, de betaling van uitkeringen vóór het einde van de maand heeft toegelaten;
2° indien uit de door de werkloze ingevoerde gegevens blijkt dat hij geen aanspraak meer maakt op uitkeringen voor de periode van de beschouwde maand, volgend op de bevestiging.
Voor de toepassing van deze paragraaf worden alle dagen van de week, met uitzondering van de zaterdagen, de zondagen en de feestdagen, als werkdagen beschouwd.
§ 3. In geval de werkloze in de onmogelijkheid is de verplichting bedoeld in artikel 71, eerste lid, 4°, elektronisch te vervullen, inzonderheid ingevolge technische problemen of ingevolge het feit dat de gebeurtenis plaats vindt na de bevestiging bedoeld in § 2, stelt hij het werkloosheidsbureau en zijn uitbetalingsinstelling onmiddellijk in kennis van de arbeid door middel van een email-bericht, een telefonisch contact, een telefaxbericht of een persoonlijke aanmelding. Het werkloosheidsbureau maakt aan de werkloze een ontvangstbewijs van de melding over.
Indien er een andere gebeurtenis die de vergoedbaarheid verhindert, dan deze bedoeld in het vorige lid, plaats vindt na de bevestiging bedoeld in § 2, stelt de werkloze het werkloosheidsbureau en zijn uitbetalingsinstelling onmiddellijk hiervan in kennis door middel van een email-bericht, een telefonisch contact, een telefaxbericht of een persoonlijke aanmelding. Het werkloosheidsbureau maakt aan de werkloze een ontvangstbewijs van de melding over.
In geval de werkloze in de onmogelijkheid is de verplichting bedoeld in artikel 71, eerste lid, 3° en 6°, elektronisch te vervullen, vraagt hij voor de betreffende maand via zijn uitbetalingsinstelling een afwijking van het gebruik maken van de elektronisch toepassing. De aanvraag wordt ten vroegste bij het werkloosheidsbureau ingediend op het tijdstip waarop overeenkomstig § 2 de bevestiging kan geschieden, door middel van een papieren controlekaart waarop de werkloze de gegevens van de betreffende maand heeft vermeld, aangevuld met een verklaring betreffende de redenen van de onmogelijkheid. Het werkloosheidsbureau vermeldt op deze kaart zijn beslissing inzake vergoedbaarheid.".
Art.3. In artikel 136, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 april 1999, worden tussen de woorden " moeten worden " en " ten einde " de woorden " of waarbinnen de elektronische bevestiging bedoeld in artikel 71ter, § 2, moet gebeuren," ingevoegd.
Art.4. In artikel 154 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1999, 29 juni 2000 en 22 augustus 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°) het eerste lid, 1°, wordt aangevuld met de woorden "of van 71ter, § 2;";
2°) het vijfde lid wordt vervangen door de volgende bepaling:
"De vorige leden zijn niet toepasselijk op de tijdelijk werkloze, bedoeld in artikel 71, vierde lid, die nog niet in het bezit is van een vervangende controlekaart aangezien de aangifte niet gepaard ging met een persoonlijke aanmelding en op de volledig werkloze die de aangifte heeft verricht bedoeld in artikel 71ter, § 3, eerste en tweede lid.".
Art.5. - In artikel 163bis, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 april 1999, worden tussen de woorden " inzonderheid " en " de indiening " de woorden " de bevestiging van de controlekaart overeenkomstig artikel 71ter, § 2 en/of" ingevoegd.
Art. 6. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.