8 JULI 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 186 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van hoofdstuk 15 van de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-07-2014 en tekstbijwerking tot 09-06-2016)
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. Overeenkomstig artikel 186, eerste lid, van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, wordt de toelating aan werkgeversgroeperingen om werknemers ter beschikking te stellen van gebruikers verleend door de minister bevoegd voor Werk.
§ 2. De minister kan een model van aanvraagformulier vaststellen.
§ 3. Om de toelating bedoeld in paragraaf 1 te bekomen, richt de werkgeversgroepering een aanvraag tot de Voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
De aanvraag wordt geacht ingediend te zijn de derde werkdag die volgt op de verzending van de aangetekende brief.
§ 4. De minister stuurt deze aanvraag binnen een termijn van twintig dagen vanaf de indiening van de aanvraag bedoeld in paragraaf 3 door, voor advies aan de Nationale Arbeidsraad. De Nationale Arbeidsraad verstrekt zijn advies binnen een termijn van zestig dagen.
Binnen een termijn van twintig dagen na ontvangst van het in vorig lid vermeld advies, deelt de minister zijn beslissing aan de werkgeversgroepering mee bij een ter post aangetekend schrijven.
De beslissing treedt in werking de derde werkdag die volgt op de verzending van de aangetekende brief.
§ 5. Indien de Nationale Arbeidsraad geen advies verstrekt binnen de termijn vermeld in paragraaf 4, eerste lid, wordt er niet op gewacht.
Art.2. De toelatingen die verleend werden krachtens artikel 186 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen en die bestaan op de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijven van kracht na deze datum.
Art.3.Treden in werking op 1 februari 2014:
1° hoofdstuk 15 van de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid;
2° dit besluit.
[2 Artikel 1 van dit besluit treedt buiten werking op 1 juli 2017.]2 De toelatingen die verleend werden krachtens artikel 186 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen en die op deze datum bestaan, blijven van kracht.
----------
(1)<KB 2015-06-07/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-07-2015>
(2)<KB 2016-05-26/14, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 19-06-2016>
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.