15 MEI 2014. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de onderhandse verkoop en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 27 juli 2009 betreffende het Boswetboek
Art. 1-3
Artikel 1. In de bossen die onder de bosregeling vallen mag het volume van de loofboompartijen die elk jaar via een onderhandse overeenkomst te koop aangeboden worden overeenkomstig artikel 28, eerste lid, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, niet hoger zijn dan 15 percent van het totale volume loofbomen van meer dan 120 cm omtrek die het voorafgaande jaar te koop zijn aangeboden, na aftrek van het volume dat als brandhout wordt verkocht of om sanitaire of veiligheidsredenen.
Per loofboomzagerij mag het volume dat het voorwerp uitmaakt van onderhandse overeenkomsten niet hoger zijn dan 33 percent van de jaarlijkse bevoorrading van de zagerij. Daartoe verleent de koper een attest van de houtverwerkende zagerij dat bevestigt dat de verkoop de drempel van 33 percent van de behoeften in onderhands gekocht hout van de zagerij niet zal doen overschrijden.
De bevoorrading van de loofboomzagerijen via onderhandse overeenkomsten wordt jaarlijks beoordeeld door de "Office économique wallon du Bois", in vergelijking met de vijf laatste jaren, op basis van de informatie verstrekt door de kopers. De weigering van de betrokken koper om de informatie ter beschikking te stellen van de "Office économique wallon du Bois" heeft voor de koper de uitsluiting van de onderhandse markten tot gevolg.
Art.2. In artikel 28, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, wordt punt 4° vervangen als volgt :
"4° de kappen en bomen van weinig waarde zijn de kappen en bomen met een door de Directeur geschatte waarde van minder dan tweeduizend vijfhonderd euro voor de naaldbomen en vijfendertigduizend euro voor de loofbomen;".
Art. 3. De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed is belast met de uitvoering van dit besluit.