29 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 6bis van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 6bis van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 2010, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2 luidende :
" § 2. Vanaf 1 januari 2014 wordt de dotatie voor het sectoraal fonds voor het paritair comité als bedoeld in artikel 1, 1°, n) vermeerderd met 5,25 miljoen euro.
Deze middelen worden prioritair aangewend ter financiering van de werknemers aangeworven in het kader van het project "diensten voor thuisverzorging", zoals voorzien in artikel 1, 4° van het ministerieel besluit van 31 mei 2007 tot uitvoering van artikel 82 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact en tot vaststelling van de globale projecten in de sectoren die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen.
Het bedrag zoals bedoeld in het eerste lid is gekoppeld aan de spilindex 112,72 (basis 2004 = 100) en wordt, vanaf het jaar 2010, geïndexeerd in oktober van het jaar n-1, overeenkomstig de bepalingen in de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
De verhoging, zoals bedoeld in de vorige leden, wordt steeds beperkt tot de werkelijke kost van de gecreëerde arbeidsplaatsen.".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2014.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.