Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

25 APRIL 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009 en het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Art. 3-7
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009035403  2009A36117  2009B36117 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009
Artikel 1. Aan artikel 1, 1°, van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, wordt de zinsnede ", en de personen, vermeld in artikel 6/1, eerste lid" toegevoegd.

Art.2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 24 september 2010 en 18 november 2011, wordt een artikel 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 6/1. Artikel 6 is niet van toepassing op stagiairs. Onder een stagiair wordt verstaan: een leerling, student of cursist die in het kader van een leerprogramma dat georganiseerd wordt door een onderwijsinstelling of een opleidingscentrum, arbeid verricht bij een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, in vergelijkbare omstandigheden als de personeelsleden van die dienst, om beroepservaring op te doen.
  De stage die de stagiair, vermeld in het eerste lid, loopt, moet deel uitmaken van een opleiding die leidt tot een van de studiebewijzen, vermeld in artikel 4, B, 2°, a) tot en met e), van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers.
  De stage, vermeld in het tweede lid, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
  1° ze wordt gelopen bij een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg die erkend is met toepassing van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;
  2° ze bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel loopt de stagiair mee met een verzorgend personeelslid, en verricht hij de activiteiten van zorg- en bijstandsverlening onder toezicht van dat personeelslid. Na dat eerste deel volgt er een tussentijdse evaluatie door de dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de onderwijsinstelling of het opleidingscentrum waar de stagiair een opleiding volgt. De dienst bewaart een schriftelijk verslag van die evaluatie. Alleen bij een positieve tussentijdse evaluatie mag de stagiair het tweede deel van de stage aanvatten, waarin hij de activiteiten van zorg- en bijstandsverlening zelfstandig mag verrichten onder verwijderd toezicht.".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
Art.3. Aan artikel 1 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 december 2011, 14 september 2012, 5 oktober 2012, 21 december 2012 en 25 april 2014, wordt een punt 27° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "27° stagiair: een leerling, student of cursist die in het kader van een leerprogramma dat georganiseerd wordt door een onderwijsinstelling of een opleidingscentrum, arbeid verricht bij een dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, in vergelijkbare omstandigheden als de personeelsleden van die dienst, om beroepservaring op te doen.".

Art.4. Aan artikel 4, B, 2°, a), 1), van bijlage I bij hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", of uitgereikt in de leertijd door Syntra Vlaanderen" toegevoegd.

Art.5. Aan artikel 4, C, van bijlage I bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011 en 5 oktober 2012, wordt een punt 17° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "17° als de dienst een stagiair inzet, moet die een stage lopen die bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel loopt de stagiair mee met een verzorgend of logistiek personeelslid, en verricht hij de hulp- en dienstverlening, vermeld in punt A, 2°, 4° en 5°, onder toezicht van dat personeelslid. Na dat eerste deel volgt er een tussentijdse evaluatie door de dienst en de onderwijsinstelling of het opleidingscentrum waar de stagiair een opleiding volgt. De dienst bewaart een schriftelijk verslag van die evaluatie. Alleen bij een positieve tussentijdse evaluatie mag de stagiair het tweede deel van de stage aanvatten, waarin hij de hulp- en dienstverlening, vermeld in punt A, 2°, 4° en 5°, zelfstandig mag verrichten onder verwijderd toezicht. Alleen voor de hulp- en dienstverlening die zelfstandig onder verwijderd toezicht verricht wordt door de stagiair, mag de dienst per gepresteerd uur een bijdrage vorderen van de gebruiker met toepassing van punt A, 9°, 10° en 10/1°.".

Art.6. Aan artikel 1 van bijlage II bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 december 2011 en 5 oktober 2012, wordt een punt 16° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "16° stagiair: een leerling, student of cursist die in het kader van een leerprogramma dat georganiseerd wordt door een onderwijsinstelling of een opleidingscentrum, arbeid verricht bij een dienst voor logistieke hulp, in vergelijkbare omstandigheden als de personeelsleden van die dienst, om beroepservaring op te doen.".

Art.7. Aan artikel 3, C, van bijlage II bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011 en 5 oktober 2012, wordt een punt 17° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "17° als de dienst een stagiair inzet, moet die een stage lopen die bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel loopt de stagiair mee met een logistiek personeelslid, en verricht hij de hulp- en dienstverlening, vermeld in punt A, 2° en 4°, onder toezicht van dat personeelslid. Na dat eerste deel volgt er een tussentijdse evaluatie door de dienst en de onderwijsinstelling of het opleidingscentrum waar de stagiair een opleiding volgt. De dienst bewaart een schriftelijk verslag van die evaluatie. Alleen bij een positieve tussentijdse evaluatie mag de stagiair het tweede deel van de stage aanvatten, waarin hij de hulp- en dienstverlening, vermeld in punt A, 2° en 4°, zelfstandig mag verrichten onder verwijderd toezicht. Alleen voor de hulp- en dienstverlening die zelfstandig onder verwijderd toezicht verricht wordt door de stagiair, mag de dienst per gepresteerd uur een bijdrage vorderen van de gebruiker met toepassing van punt A, 6° en 6/1°.".

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2014.

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.