Details





Titel:

21 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-04-2014 en tekstbijwerking tot 13-03-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2014207772  2018040421 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen.

Art.2.De volgende instanties worden aangewezen als verbindingsbureau of verbindingsdienst, gemachtigd om een verzoek om bijstand betreffende een schuldvordering als vermeld in artikel 4, § 1 en § 2, van het decreet van 21 december 2012 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, in te dienen bij een buitenlandse autoriteit en om een dergelijk verzoek van een buitenlandse autoriteit te ontvangen en te behandelen:
  1° het Departement [1 Omgeving]1, wat betreft de belastingen, rechten en heffingen die onder het beleidsdomein [1 Omgeving]1 ressorteren;
  2° het Agentschap voor Landbouw en [2 Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2А, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie]2, wat betreft de restituties, interventies en andere maatregelen die deel uitmaken van het stelsel van volledige of gedeeltelijke financiering door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), met inbegrip van bedragen die in het kader van die maatregelen geïnd moeten worden;
  3° de Vlaamse Belastingdienst, wat betreft de overige belastingen, rechten en heffingen, geheven door het Vlaamse Gewest of door de Vlaamse provincies en gemeenten.
  ----------
  (1)<BVR 2017-02-24/16, art. 220, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
  (2)<BVR 2024-01-26/31, art. 60, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.3. Voor wat betreft de schuldvorderingen bedoeld in artikel 4, § 1, 2° en 3°, van het decreet van 21 december 2012 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, treedt datzelfde decreet in werking op 29 december 2012.
  In afwijking van het eerste lid treedt datzelfde decreet voor de schuldvorderingen van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau in werking op 1 juli 2014.

Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 29 december 2012.

Art. 5. Zijn belast met de uitvoering van dit besluit, ieder wat hem of haar betreft :
  - de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij en het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden;
  - de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, het algemeen beleid inzake informatie- en communicatietechnologie in de Vlaamse administratie en de binnenlandse aangelegenheden;
  - de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid;
  - de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen en de fiscaliteit.