21 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 22, 22ter en 22quater van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997 betreffende de personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs, vervangen bij het besluit van 11 januari 2002 en gewijzigd bij het besluit van 26 januari 2007, wordt, vervangen door wat volgt :
" Art. 22. § 1. De aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers kunnen per school of per scholengemeenschap berekend worden. Een school kan beide berekeningswijzen in één en hetzelfde schooljaar niet cumuleren. Het is wel mogelijk dat één of meerdere scholen van de scholengemeenschap op schoolniveau tellen, terwijl de overige scholen van de scholengemeenschap op scholengemeenschapsniveau tellen.
§ 2. Indien er gekozen wordt om te berekenen per school dient de school een minimum aantal anderstalige nieuwkomers te tellen om aanvullende lestijden te kunnen inrichten.
Voor autonome kleuterscholen of autonome lagere scholen met slechts één vestigingsplaats dienen er op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar in de school tenminste vier anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling ingeschreven te zijn.
Voor alle andere scholen dienen er op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar in de school tenminste zes anderstalige nieuwkomers als regelmatige leerling ingeschreven te zijn.
§ 3. Het aantal aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers wordt voor een school, die voldoet aan paragraaf 2, als volgt bepaald :
1° er worden twee aanvullende lestijden gefinancierd of gesubsidieerd en bijkomend 1,5 aanvullende lestijden per anderstalige nieuwkomer;
2° bij reële stijging van vier anderstalige nieuwkomers worden bijkomend 1,5 lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;
3° zodra bij daling minder dan twee anderstalige nieuwkomers zijn ingeschreven, worden de aanvullende lestijden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd.
§ 4. Indien er gekozen wordt om te tellen per scholengemeenschap dient de scholengemeenschap, op de eerste schooldag van september of in de loop van het schooljaar, tenminste twaalf anderstalige nieuwkomers, die als regelmatige leerling ingeschreven zijn in scholen die niet tellen volgens de principes van paragraaf 2 en 3, te tellen om aanvullende lestijden te kunnen inrichten.
§ 5. Het aantal aanvullende lestijden voor de opvang van anderstalige nieuwkomers wordt per school, die niet telt volgens de principes van paragraaf 2 en 3 en die behoort tot een scholengemeenschap die voldoet aan paragraaf 4, als volgt bepaald :
1° er worden 1,5 aanvullende lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;
2° bij reële stijging van vier anderstalige nieuwkomers worden bijkomend 1,5 lestijden per anderstalige nieuwkomer gefinancierd of gesubsidieerd;
3° zodra bij daling minder dan vier anderstalige nieuwkomers in de scholen van de scholengemeenschap, die niet tellen volgens de principes van paragraaf 2 en 3, zijn ingeschreven, worden de aanvullende lestijden niet langer gefinancierd of gesubsidieerd. ".
Art.2. Aan artikel 22ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007, wordt de volgende zinsnede toegevoegd :
"of voor de organisatie van een taalbad, als vermeld in artikel 11ter, § 2, van het decreet.".
Art.3. Aan artikel 22quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Met toepassing van artikel 142, § 2, van het decreet kunnen de lestijden, vermeld in artikel 131 van het decreet, gedurende het volledige schooljaar overgedragen worden voor de organisatie van een taalbad, als vermeld in artikel 11ter, § 2, van het decreet. ".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2014, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 2013.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.