Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

13 DECEMBER 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van de subsidiebedragen voor kinderopvang in diverse ministeriële besluiten ter uitvoering van het vierde Vlaams Intersectoraal Akkoord voor 2013



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001035974  2001035978  2007035831 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden inzake subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, vervangen bij het ministerieel besluit van 14 februari 2006 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 september 2006, 26 juli 2007 en 20 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 4. Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats is vastgelegd per plaats voor de eerste 21 plaatsen van een nieuw initiatief, per extra plaats vanaf 22 plaatsen en per extra plaats vanaf 232 plaatsen. Die bedragen gelden voor een initiatief met een openingsduur van minstens 230 dagen, waarvan minstens vijftig volle dagen zijn.
  Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats in een initiatief, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt in 2013 :
  1° voor de eerste 21 plaatsen : 2.472,17 euro;
  2° vanaf de 22e plaats : 1.641,98 euro;
  3° vanaf de 232e plaats : 1.449,35 euro.
  Het forfaitaire subsidiebedrag per erkende plaats in een initiatief, georganiseerd door een privaat bestuur, bedraagt in 2013 :
  1° voor de eerste 21 plaatsen : 2.507,99 euro;
  2° vanaf de 22e plaats : 1.663,19 euro;
  3° vanaf de 232e plaats : 1.468,12 euro. ";
  2° paragraaf 6 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 6. Kind en Gezin bepaalt per initiatief op basis van het personeelsregister met door het FCUD gesubsidieerde personeelsleden, het equivalent aan FCUD-plaatsen.
  In 2013 ontvangt een initiatief, georganiseerd door een openbaar bestuur, per FCUD-plaats :
  1° voor de eerste 21 FCUD-plaatsen : 20,85 euro;
  2° vanaf de 22e FCUD-plaats : 10,42 euro;
  3° vanaf de 232eFCUD-plaats : 6,95 euro.
  In 2013 ontvangt een initiatief, georganiseerd door een privaat bestuur, per FCUD-plaats :
  1° voor de eerste 21 FCUD-plaatsen : 94,25 euro;
  2° vanaf de 22e FCUD-plaats : 56,30 euro;
  3° vanaf de 232e FCUD-plaats : 48,32 euro. ".

Art.2. Artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 14 februari 2006 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010 en het ministerieel besluit van 20 december 2012, wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 7. De forfaitaire bedragen voor 2013, vermeld in artikel 3, § 4 en artikel 3, § 6, worden niet geïndexeerd in 2013. ".

Art.3. In artikel 17 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden voor het organiseren van en de bepalingen over de toestemming voor en de subsidiëring van buitenschoolse opvang in aparte lokalen in kinderdagverblijven, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 september 2006, 26 juli 2007 en 20 december 2012, wordt paragraaf 5 vervangen door wat volgt :
  " § 5. De forfaitaire subsidiëring gebeurt jaarlijks per veertien plaatsen en wordt voor een capaciteit van minder dan veertien plaatsen of van meer dan veertien plaatsen pro rata berekend.
  In 2013 bedraagt het forfaitaire bedrag per veertien plaatsen, georganiseerd door een openbaar bestuur, 28.148,74 euro en bedraagt het forfaitaire bedrag per veertien plaatsen, georganiseerd door een privaat bestuur, 28.994,77 euro. ".

Art.4. Artikel 24 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 8 april 2009 en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010 en het ministerieel besluit van 20 december 2012, wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 24. Het forfaitaire bedrag voor 2013, vermeld in artikel 17, § 5, voor plaatsen, georganiseerd door een openbaar bestuur, en het forfaitaire bedrag voor 2013, vermeld in artikel 17, § 5, voor plaatsen, georganiseerd door een privaat bestuur, worden niet geïndexeerd in 2013. ".

Art.5. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 16 mei 2007 betreffende de bepaling van de forfaitaire subsidiebedragen voor het basisaanbod van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 26 juli 2007 en 20 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 2. Het basisbedrag per subsidiabele plaats in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt in 2013 :
  1° in een crèche : 6.484,76 euro;
  2° in een peutertuin : 4.953,59 euro.
  Het aanvullende bedrag in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt in 2013 :
  1° in een crèche : 69,10 euro;
  2° in een peutertuin : 54,77 euro.
  In een kinderdagverblijf, georganiseerd door een openbaar bestuur, gelden voor de plaatsen waarvoor een principieel akkoord is toegekend vanaf 1 mei 2006, de volgende bedragen in 2013 :
  1° in een crèche bedraagt het basisbedrag 7.678,53 euro en het aanvullende bedrag 86,17 euro;
  2° in een peutertuin bedraagt het basisbedrag 5.607,74 euro en het aanvullende bedrag 65,60 euro.
  Het basisbedrag per subsidiabele plaats in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een vzw, bedraagt in 2013 :
  1° in een crèche : 7.787,40 euro;
  2° in een peutertuin : 5.678,20 euro.
  Het aanvullende bedrag in een kinderdagverblijf, georganiseerd door een vzw, bedraagt in 2013 :
  1° in een crèche : 88,54 euro;
  2° in een peutertuin : 67,31 euro. ";
  2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 4. Kinderdagverblijven ontvangen per jaar een forfaitair bedrag per voltijdse directiefunctie. In 2013 bedraagt dat forfaitaire bedrag voor een kinderdagverblijf, georganiseerd door :
  1° een openbaar bestuur : 70.561,80 euro;
  2° een privaat bestuur : 71.385,34 euro. ".

Art.6. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 15 december 2008 en 20 december 2012, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
  " § 2. Het basisbedrag per erkende plaats in een dienst, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt 337,1 euro in 2013.
  Het aanvullende bedrag in een dienst, georganiseerd door een openbaar bestuur, bedraagt 6,16 euro in 2013.
  In een dienst, georganiseerd door een openbaar bestuur, gelden voor de plaatsen waarvoor een principieel akkoord is toegekend vanaf 1 mei 2006, de volgende bedragen in 2013 :
  1° het basisbedrag bedraagt 401,77 euro;
  2° het aanvullende bedrag bedraagt 7,67 euro.
  Het basisbedrag per erkende plaats in een dienst, georganiseerd door een vzw, bedraagt 406,67 euro in 2013.
  Het aanvullende bedrag in een dienst, georganiseerd door een vzw, bedraagt 7,79 euro in 2013. ".

Art.7. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010 en bij ministerieel besluit van 20 december 2012, wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 4. De forfaitaire bedragen voor 2013, vermeld in artikel 2, § 2, eerste tot en met vijfde lid, artikel 2, § 4, 1° en 2°, en artikel 3, § 2, eerste tot en met vijfde lid, worden niet geïndexeerd in 2013. ".

Art. 8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.