30 JANUARI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 55quater van het Wetboek der successierechten
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Aanvraag om attest - Procedure
Art. 2-5
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 6-7
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
1° Minister : de Minister bevoegd voor Financiën;
2° Administratie : het operationeel Directoraat-generaal Fiscaliteit van de Waalse Overheidsdienst;
3° erfgenamen : de erfgenamen bedoeld in artikel 55quater, § 1, eerste lid, van het Wetboek der successierechten;
4° tussenpersoon : de gevolgmachtigde die door de erfgenamen wordt aangewezen aan wie alle betekeningen en mededelingen rechtsgeldig gericht kunnen worden door de Administratie;
5° werkdagen : elke dag, de zaterdagen, de zondagen en de wettelijke feestdagen uitgezonderd waarbij artikel 53 van het Gerechtelijk Wetboek geldt bij het verstrijken van de termijn;
6° Wetboek : het Wetboek der successierechten.
HOOFDSTUK II. - Aanvraag om attest - Procedure
Art.2. De directeur-generaal van de Administratie of de door hem aangewezen ambtenaren worden ertoe gemachtigd :
van de erfgenamen de aanvraag te krijgen om afgifte van het attest bepaald bij artikel 55quarter, § 2, van het Wetboek;
b) het attest bedoeld bij artikel 4 te verstrekken.
Art.3. § 1. De aanvraag om afgifte van het attest moet vergezeld gaan van de volgende stukken :
1° een document dat afgegeven wordt door het gemeentebestuur of het buitenlandse bestuur dat overeenstemt met de plaats waar de uitzonderlijke gewelddaad werd gepleegd en dat de omstandigheden alsook de band ervan met het overlijden van de overledene vaststelt;
2° een verklaring van erfrecht afgeleverd door een notaris of door de bevoegde ontvanger der successierechten.
Als de erfgenaam of diens gevolmachtigde zich in de onmogelijkheid bevindt, wegens de bijzondere omstandigheden van de uitzonderlijke gewelddaad, om het document bedoeld in het eerste lid, 1°, te bezorgen, kan hij, in overeenstemming met de Administratie, het in het eerste lid vereiste bewijsstuk leveren met alle andere officiële stukken.
§ 2. De aanvraag tot aangifte van attest wordt gedagtekend en ondertekend door de erfgenamen of hun tussenpersoon.
Art.4. § 1. Wanneer de voorwaarden voor de vrijstelling bedoeld in artikel 55quater van het Wetboek vervuld zijn, levert de administratie het attest af binnen een termijn van niet meer dan 60 werkdagen, berekend te rekenen van de datum van ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 3.
§ 2. Indien de bewijsstukken bedoeld in artikel 2, § 1, niet bij de aangifte gevoegd zijn, begint de in § 1 bedoelde termijn pas te lopen vanaf de datum waarop de administratie de ontbrekende gegevens, stukken of documenten ontvangt die aan de vormvereisten voldoen wanneer de aanvraag hetzij :
1° niet alle gegevens bedoeld in artikel 3, § 1, bevat;
2° niet samen met de bewijsstukken bedoeld in artikel 3, § 1, ingediend zijn;
3° niet aan de vormvereisten bedoeld in artikel 3, § 2 voldoet.
§ 3. Als de aanvraag onvolledig is, verwittigt de Administratie de erfgenaam of diens tussenpersoon binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag en vermeldt ze de ontbrekende gegevens of stukken of de vormvereisten die niet nagekomen werden.
De ontbrekende gegevens of stukken met vormfouten zullen aan de Administratie bezorgd worden binnen een termijn van 30 werkdagen.
§ 4. Als het attest bevestigt dat de vereiste voorwaarden vervuld zijn, levert de Administratie het attest af in drie originele exemplaren, gedagtekend en ondertekend door de ambtenaar bedoeld in artikel 2. De eerste twee originelen worden aan de erfgenaam of aan diens tussenpersoon meegedeeld waarvan één bij de aangifte van nalatenschap te voegen is. Het derde origineel wordt aan de bevoegde ontvanger der successierechten toegestuurd.
Als het attest niet bevestigt dat de vereisten voorwaarden vervuld zijn, levert de Administrie het attest slechts in twee originele exemplaren af. Het eerste origineel wordt aan de erfgenaam of aan diens tussenpersoon afgeleverd en het tweede wordt aan de bevoegde ontvanger der successierechten toegestuurd.
Art.5. De Minister van Financiën bepaalt het model van de aanvraag om attest bedoeld in artikel 3 alsook het model van het attest bedoeld artikel 4.
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7. De Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.