Artikels:
Artikel 1. Overeenkomstig artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2012 betreffende de aanwijzing van een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een vertrouwenspersoon aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent, reikt de directeur of het door de directeur gemandateerd personeelslid van een jeugdhulpvoorziening of het personeelslid van de toegangspoort, aan de vertrouwenspersoon het attest uit, waarvan het model is opgenomen in de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.2. Het ministerieel besluit van 20 juni 2012 betreffende de vaststelling van het model van attest van aanstelling als bijstandspersoon voor de minderjarige bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp wordt opgeheven.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 december 2014.
BIJLAGE.
Art. N. Attest van aanstelling als vertrouwenspersoon voor de minderjarige bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp
Naam en adres jeugdhulpvoorziening of toegangspoort : |
. . . . . |
. . . . . |
Naam en domicilieadres minderjarige : |
. . . . . |
. . . . . |
. . . . . |
Verblijfsadres minderjarige als dat verschilt van het domicilieadres : |
. . . . . |
. . . . . |
. . . . . |
Geboortedatum minderjarige : |
__/__/____ |
Naam vertrouwenspersoon : |
. . . . . |
. . . . . |
Adres vertrouwenspersoon : |
. . . . . |
. . . . . |
Beroep vertrouwenspersoon en relatie met de minderjarige : |
. . . . . |
Ondergetekende ........................... . . . . . ........................................................................., directeur van de voormelde jeugdhulpvoorziening/door de directeur gemandateerd personeelslid van de voormelde jeugdhulpvoorziening/personeelslid van de toegangspoort (1), stelt ......... . . . . . ...................................................................................... aan als vertrouwenspersoon van ............... . . . . . ...........
............................................. . . . . . .................................................. (naam minderjarige).
Deze aanstelling is aangewezen omdat de minderjarige niet in staat is om zelf een vertrouwenspersoon aan te wijzen en de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben/de minderjarige en zijn opvoedingsverantwoordelijke tegenstrijdige belangen hebben/niemand het ouderlijk gezag over de minderjarige uitoefent.(2)
Deze aanstelling beantwoordt aan de vereisten van artikel 2 en artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2012 betreffende de aanwijzing van een persoon die de minderjarige bijstaat bij de uitoefening van zijn rechten in de integrale jeugdhulp wanneer de minderjarige en zijn ouders tegenstrijdige belangen hebben en de minderjarige niet in staat is om zelf een vertrouwenspersoon aan te wijzen of niemand het ouderlijk gezag uitoefent. (3)
De vertrouwenspersoon heeft als taak . . . . . ........................................................................... (naam minderjarige) bij te staan in de uitoefening van zijn/haar (4) rechten, opgesomd in het decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en in het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp. Conform artikel 7 van voormeld decreet van 12 juli 2013 is de vertrouwenspersoon gebonden door de geheimhoudingsplicht met betrekking tot de gegevens waarvan hij/zij bij de uitoefening van zijn/haar taak kennis krijgt en die daarmee verband houden.
Dit attest legitimeert het optreden van .............................. . . . . . ........................................... in zijn/haar (5) hoedanigheid als vertrouwenspersoon, conform artikel 24 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp.
Datum __/__/____ in . . . . . .............................................
Handtekening directeur van de jeugdhulpvoorziening Handtekening vertrouwenspersoon
. . . . . . . . . .
of gemandateerd personeelslid van de jeugdhulpvoorziening of personeelslid van de toegangspoort
. . . . .
----------
Nota's
(1)Schrappen wat niet van toepassing is.
(2) Schrappen wat niet van toepassing is.
(3) De vertrouwenspersoon moet meerderjarig zijn, mag niet rechtstreeks betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening, georganiseerd ten behoeve van de minderjarige, en moet de directeur van de jeugdhulpvoorziening, het door de directeur gemandateerd personeelslid van de jeugdhulpvoorziening of het personeelslid van de toegangspoort een uittreksel uit het strafregister bezorgd hebben dat model 2 omvat.
De directeur van de jeugdhulpvoorziening, het door de directeur gemandateerd personeelslid van de jeugdhulpvoorziening of het personeelslid van de toegangspoort, heeft voorafgaand aan de aanstelling overleg gepleegd met de ouders of de opvoedingsverantwoordelijken van de minderjarige, naargelang het geval, tenzij ze aan de uitnodiging tot overleg geen gevolg hebben gegeven, met ten minste twee jeugdhulpverleners die betrokken zijn bij de jeugdhulpverlening aan de minderjarige en met de aangestelde persoon.
De directeur van de jeugdhulpvoorziening, het door de directeur gemandateerd personeelslid van de jeugdhulpvoorziening of het personeelslid van de toegangspoort, heeft voorafgaand aan de aanstelling de minderjarige gehoord, rekening houdend met de mogelijkheden van de minderjarige.
(4) Schrappen wat niet van toepassing is.
(5) Schrappen wat niet van toepassing is.