4 JULI 2014. - Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 27 mei 2011 tot vaststelling van productievoorschriften betreffende de biologische productie, wat betreft de konijnenhouderij
Art. 1-7
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. Aan artikel 7 van het ministerieel besluit van 27 mei 2011 tot vaststelling van productievoorschriften betreffende de biologische productie wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het tweede lid van dit artikel is niet van toepassing op konijnen.".
Art.2. Aan artikel 26 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De omschakelingsperiode van de weidegrond voor konijnen bedraagt twaalf maanden. Die periode mag worden beperkt tot zes maanden voor grond die het vorige jaar niet is behandeld met producten die niet voor gebruik in de biologische productie zijn toegestaan.".
Art.3. In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de woorden "dertig dagen voor konijnen" vervangen door de woorden "42 dagen voor konijnen".
Art.4. Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 32. De binnenruimte voor konijnen moet over een vaste bodem beschikken. Die mag verhoogd zijn en er mogen extra niveaus in aangebracht worden. De oppervlakte van de extra niveaus mag niet meegerekend worden bij de minimaal vereiste oppervlakte van de binnenruimte.
De minimale hoogte van zowel de binnen- als de buitenruimtes bedraagt 60 cm.
De voedsters moeten over een donkere nestplaats beschikken. Het houden van konijnen op roosters, traliewerk of een bodem zonder strooisel is niet toegelaten.
Als de voedsters apart gehuisvest worden, moet het mogelijk zijn dat ze elkaar kunnen zien door de afrastering. Als de voedsters in groepen gehouden worden, moet iedere voedster minstens over één donkere nestplaats kunnen beschikken.".
Art.5. Aan hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 11 februari 2013, wordt een artikel 33 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 33. Vleeskonijnen kunnen alleen afgemest worden op weiland waar ze ruwvoeder kunnen opnemen. Dat mag aangevuld worden met ander ruwvoeder.
Vanaf de leeftijd van 42 dagen krijgen de vleeskonijnen toegang tot weiland.
De sanitaire leegstand van de onverharde uitloop bedraagt minstens vier weken.
De jongen worden niet vroeger gespeend dan op een leeftijd van minimaal dertig dagen.".
Art.6. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.7. Bijlage 2 bij hetzelfde besluit, toegevoegd bij het ministerieel besluit van 11 februari 2013, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Huisvestingsvoorschriften als vermeld in artikel 31
leeftijd | binnenruimte | buitenruimte | |
1° poeljen | 3 dagen tot 6 weken | maximaal 20 dieren/m | niet van toepassing |
6 tot 12 weken | maximaal 13 dieren/m | minimaal 1 m/dier | |
12 tot 18 weken | maximaal 10 dieren/m | ||
2° struisvogels | 3 dagen tot 6 weken | minimaal 0,75 m/dier | niet van toepassing |
6 tot 12 weken | minimaal 1,5 m/dier | minimaal 10 m/dier | |
12 weken tot 12 maanden | minimaal 2,5 m/dier | minimaal 125 m/dier | |
ouder dan 12 maanden | minimaal 4 m/dier | minimaal 200 m/dier | |
3° hertachtigen | tot 12 maanden | minimaal 2 m/dier | minimaal 4 m/dier |
ouder dan 12 maanden | minimaal 5 m/dier | minimaal 10 m/dier | |
4° slakken | ouder dan 7 dagen | niet van toepassing | maximaal 330 dieren/m en maximaal 4 kg levend gewicht /m |
5° vleeskonijnen | vanaf 42 dagen | minimaal 0,2 m/dier | minimaal 5 m/dier of minimaal 0,4 m/dier als de konijnen worden gehouden in kooien die dagelijks verplaatst worden naar een vers stuk gras, waarvan de bodem van de buitenruimte het eten van gras onder de kooien niet belet |
6° overige konijnen | niet van toepassing | minimaal 0,6m/dier | minimaal 0,6m/dier |
categorie of soort | maximumaantal dieren per ha dat overeenkomt met 170 kgN/ha/jaar |
1° melkkoeien | 2; |
2° slachtkippen | 580; |
3° vrouwelijke fokkonijnen | 100; |
4° vleeskonijnen | 625. |