20 AUGUSTUS 2014. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 houdende de voorwaarden voor de erkenning en de subsidie van gemandateerde voorzieningen, coördinatiepunten en flexibele opvangpools van doelgroepwerknemers, en de voorwaarden voor de toestemming en de subsidie van lokale diensten buurtgerichte buitenschoolse opvang, en de voorwaarden voor een aanvullende subsidie voor organisatoren met een vergunning groepsopvang en een plussubsidie
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Lokale dienst
Afdeling 1. - Verantwoordelijke
Art. 2
Afdeling 2. - Kinderbegeleider
Art. 3-4
Afdeling 3. - Doelgroepwerknemer
Art. 5
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 6
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 houdende de voorwaarden voor de erkenning en de subsidie van gemandateerde voorzieningen, coördinatiepunten en flexibele opvangpools van doelgroepwerknemers, en de voorwaarden voor de toestemming en de subsidie van lokale diensten buurtgerichte buitenschoolse opvang, en de voorwaarden voor een aanvullende subsidie voor organisatoren met een vergunning groepsopvang en een plussubsidie;
2° ministerieel besluit van 23 mei 2014: het ministerieel besluit van 23 mei 2014 tot uitvoering van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014 en tot wijziging van artikel 5 van het ministerieel besluit van 27 februari 2014 ter uitvoering van artikel 8, 11, 40, 43 en 73, van het Vergunningsbesluit van 22 november 2013, wat betreft de kwalificatiebewijzen en attesten.
HOOFDSTUK 2. - Lokale dienst
Afdeling 1. - Verantwoordelijke
Art.2. Het kwalificatiebewijs, vermeld in artikel 58, eerste lid, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014, is een van de kwalificatiebewijzen, vermeld in artikel 3 van het ministerieel besluit van 23 mei 2014.
Afdeling 2. - Kinderbegeleider
Art.3. Het attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen, vermeld in artikel 60, eerste lid, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014, is een attest als vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 23 mei 2014.
Art.4. Het kwalificatiebewijs, vermeld in artikel 60, eerste lid, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014, is een kwalificatiebewijs als vermeld in artikel 5 van het ministerieel besluit van 23 mei 2014.
Afdeling 3. - Doelgroepwerknemer
Art.5. Het attest van kennis van levensreddend handelen bij kinderen, vermeld in artikel 62, eerste lid, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014, is het attest, vermeld in artikel 3 van dit besluit.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2014 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2014.