16 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modaliteiten voor de toekenning van een projectsubsidie aan vergunninghouders voor laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op carpoolparkings of Park&Rides in beheer van het Vlaamse Gewest in uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-10-2014 en tekstbijwerking tot 28-03-2017)
Art. 1-11
Artikel 1. Een eenmalige investeringssubsidie van maximaal 5.000,00 euro per carpoolparking of per Park- en Ride wordt toegekend aan de vergunninghouders voor laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op carpoolparkings of Park&Rides in beheer van het Vlaamse Gewest in uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020.
Art.2.De subsidie, vermeld in artikel 1, [2 heeft betrekking op de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2016]2.
----------
(1)<BVR 2014-12-12/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 26-01-2015>
(2)<BVR 2016-07-15/41, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 25-09-2016>
Art.3. De subsidie, vermeld in artikel 1, is de financiële ondersteuning voor de realisatie in de periode, vermeld in artikel 2, van de volgende activiteit:
1° de aanleg van nutsleidingen in functie van de plaatsing van elektrische laadinfrastructuur op carpoolparkings en Park&Rides in beheer van het Vlaamse Gewest in uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020.
Art.4. Door de realisatie van de activiteit(en), vermeld in artikel 3, wordt bijgedragen tot de volgende doelstelling(en) van de Vlaamse overheid:
1° de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, conform het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020;
2° de 5e doelstelling van artikel 4 van het Decreet betreffende het mobiliteitsbeleid van 20 maart 2009, gewijzigd bij decreet van 10 februari 2012, met name de schade aan milieu en natuur terugdringen onafhankelijk van de ontwikkeling van de mobiliteitsintensiteit.
Art.5. Voor de aanwending van de subsidie, vermeld in artikel 1, worden alleen de kosten aanvaard voor de aanleg van nutsleidingen teneinde de elektrische laadinfrastructuur te kunnen aansluiten op het elektriciteitsnetwerk.
Art.6.De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt als volgt uitbetaald:
- 100 % van het subsidiebedrag, wordt binnen een ordetermijn van 6 maanden na geldige en volledige aanvraag betaald aan de begunstigde;
- De subsidie wordt aangerekend op de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar [2 2016]2, begrotingsartikel LB0/1LC-H-4-I/WT van het Vlaams Klimaatfonds.
----------
(1)<BVR 2014-12-12/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 26-01-2015>
(2)<BVR 2016-07-15/41, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 25-09-2016>
Art.7.§ 1. De functionele verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 1, waarbij de mate van realisatie van de bovenstaande activiteiten wordt aangetoond, bestaat uit:
1° een proces verbaal van uitvoering der werken, opgesteld door personeelsleden van het Agentschap Wegen en Verkeer;
§ 2. De functionele verantwoording, vermeld in paragraaf 1, moet uiterlijk [2 6 december 2016]2 worden ingediend op elektronische of schriftelijke wijze, bij [3 het Departement Omgeving]3.
----------
(1)<BVR 2014-12-12/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 26-01-2015>
(2)<BVR 2016-07-15/41, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 25-09-2016>
(3)<BVR 2017-02-24/16, art. 226, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
Art.8.§ 1. De financiële verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 1, bestaat uit de verantwoordingsstukken, met name:
1° de factuur voor de kosten van de aanleg van nutsleidingen voor elektriciteit, teneinde de elektrische laadinfrastructuur te kunnen aansluiten op het elektriciteitsnetwerk,
2° Bewijs van betaling van de factuur.
§ 2. De financiële verantwoording, vermeld in paragraaf 1, moet uiterlijk [2 6 december 2016]2 worden ingediend op elektronische of schriftelijke wijze, bij [3 het Departement Omgeving]3. De aanvrager vermeldt tevens het rekeningnummer, waarop de subsidie kan betaald worden.
----------
(1)<BVR 2014-12-12/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 26-01-2015>
(2)<BVR 2016-07-15/41, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 25-09-2016>
(3)<BVR 2017-02-24/16, art. 226, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
Art.9.De begunstigde van de subsidie verbindt zichzelf ertoe om gedurende 5 jaar na operationalisering van de laadinfrastructuur, op eenvoudig verzoek van [1 het Departement Omgeving]1, te informeren over het jaarlijkse elektriciteitsverbruik. Bij ontstentenis hiervan kan de Vlaamse overheid overgaan tot het terugvorderen van een deel van de subsidie, met een maximum van 5000 € per locatie.
----------
(1)<BVR 2017-02-24/16, art. 227, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2017>
Art.10. De subsidie kan slechts verstrekt worden, binnen de perken van de hiertoe voorziene beschikbare middelen op het Vlaamse Klimaatfonds.
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor Leefmilieu, Natuur en Cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit. De secretaris-generaal van het departement [1 Omgeving]1 is gemachtigd de subsidie uit te betalen.
----------
(1)<BVR 2017-02-24/16, art. 228, 004; Inwerkingtreding : 01-04-2017>