9 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 tot vaststelling van aanvullende normen waaraan de zorgprogramma's cardiale pathologie B moeten voldoen om erkend te worden
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 tot vaststelling van aanvullende normen waaraan de zorgprogramma's cardiale pathologie B moeten voldoen om erkend te worden, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 3. Het algemeen ziekenhuis dat een erkenning voor het zorgprogramma cardiale pathologie B wil verkrijgen of behouden, neemt deel aan de registratie van gegevens die toelaten om de zorgkwaliteit en patiëntveiligheid te evalueren op het vlak van:
1° de keuze en de tijdsintervallen van de reperfusiestrategie bij acute coronaire syndromen;
2° de medische en paramedische permanentie en het voor cardiale patiënten gehanteerde verwijzings- en transferbeleid naar andere zorgprogramma's cardiale pathologie B;
3° verdere endovasculaire en cardiochirurgische interventies of herinterventies tot één jaar na de eerste behandeling;
4° de duur van opname en heropname van de patiënt die in het zorgprogramma behandeld is, met het oog op risicostratificatie;
5° de uitvoering van de nodige diagnostische onderzoeken om de juiste indicatiestelling tot coronarografie en revascularisatie aan te tonen;
6° de risicogeadjusteerde mortaliteit en complicaties die zich voordoen tijdens en na het ziekenhuisverblijf;
7° de verhouding van het aantal endovasculaire en cardiochirurgische interventies tot het aantal patiënten en het aantal coronarografieën dat uitgevoerd is op die patiënten, alsook het aantal in officiële registers geïncludeerde patiënten van het type `STEMI', `non-STEMI' en andere acute of chronische cardiale pathologie.
De minister kan de registratie, vermeld in het eerste lid, nader omschrijven en kan de minimale voorwaarden en nadere regels vastleggen waaraan de registratie en het bezorgen van de geregistreerde gegevens moeten voldoen."
Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.