13 DECEMBER 2013. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bezwaarprocedures in diverse ministeriële besluiten voor kinderopvang
Art. 1-14
Artikel 1. In het ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders wordt het opschrift van hoofdstuk VIII vervangen door wat volgt:
"HOOFDSTUK VIII. - Beroepsprocedure bij de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art.2. In artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij de minister" opgeheven.
Art.3. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 29. Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art.4. Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. In het ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, wordt het opschrift van hoofdstuk VIII vervangen door wat volgt:
"HOOFDSTUK VIII. - Beroepsprocedure bij de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art.6. In artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij de minister" opgeheven.
Art.7. Artikel 29 van hetzelfde besluit, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 29. Dat beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art.8. Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 21 van het ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende de voorwaarden voor het organiseren van en de bepalingen over de toestemming voor en de subsidiëring van buitenschoolse opvang in aparte lokalen in kinderdagverblijven, vervangen bij het ministerieel besluit van 13 juli 2007, wordt het woord "eenmalig" opgeheven.
Art.10. Artikel 22 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 13 juli 2007, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 22. Het beroepschrift bevat, voor een kinderdagverblijf per vestigingsplaats, minimaal de volgende elementen:
1° de naam en het adres van het organiserende bestuur;
2° de datum van ontvangst van de betwiste beslissing;
3° een verwijzing naar of een kopie van de betwiste beslissing;
4° een uitvoerige motivering van het beroep;
5° de datum van de instelling van het beroep;
6° de naam en de handtekening van de voorzitter van het organiserend bestuur.
Een beroepschrift dat niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is niet ontvankelijk.
Het ingediende beroep schort de beslissing niet op.".
Art.11. Artikel 23 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 13 juli 2007, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 23. Dat beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgelegd bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art.12. Artikel 20 van het ministerieel besluit van 9 mei 2007 houdende de voorwaarden tot toestemming en een bijhorende financiële ondersteuning voor het realiseren van een verruimd aanbod in de vorm van flexibele en/of occasionele opvang in kinderdagverblijven en initiatieven voor buitenschoolse opvang die door Kind en Gezin worden erkend wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 20. De voorziening kan tegen de gehele of gedeeltelijke weigering van een toestemming en tegen de gehele of gedeeltelijke en tijdelijke of definitieve intrekking van een toestemming met een aangetekende brief beroep aantekenen bij Kind en Gezin, uiterlijk dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing.
Het beroepschrift bevat, voor een kinderdagverblijf per vestigingsplaats, minimaal de volgende elementen:
1° de naam en het adres van het organiserende bestuur;
2° de datum van ontvangst van de betwiste beslissing;
3° een verwijzing naar of een kopie van de betwiste beslissing;
4° een uitvoerige motivering van het beroep;
5° de datum van de instelling van het beroep;
6° de naam en de handtekening van de voorzitter van het organiserend bestuur.
Een beroepschrift dat niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste en tweede lid, is niet ontvankelijk.
Het ingediende beroep schort de beslissing niet op.
Dat beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgelegd bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art.13. In artikel 28 van het ministerieel besluit van 21 april 2009 houdende de voorwaarden tot toekenning van een extra financiële ondersteuning voor inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte aan organiserende besturen en voorzieningen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 januari 2010 en 19 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede tot en met het vierde lid worden vervangen door wat volgt:
"Het beroepschrift bevat, voor een kinderdagverblijf per vestigingsplaats, minimaal de volgende elementen:
1° de naam en het adres van het organiserende bestuur;
2° de datum van ontvangst van de betwiste beslissing;
3° een verwijzing naar of een kopie van de betwiste beslissing;
4° een uitvoerige motivering van het beroep;
5° de datum van de instelling van het beroep;
6° de naam en de handtekening van de voorzitter van het organiserend bestuur.
Een beroepschrift dat niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste en tweede lid, is niet ontvankelijk.
Het ingediende beroep schort de beslissing niet op.".
2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het beroep wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgelegd bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.".
Art. 14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.